Mam, mag ik een selfie-stick?
Ik kijk haar aan en denk na. Een selfie-stick. Ik snap het, je bent negen jaar en dan doe je gewoon aan duckfaces – correctie, fishfaces...
Mam, mag ik een selfie-stick kopen?
Mam, mag ik een selfie-stick kopen?
Donderdagavond, tijd voor verslagen typen, maar dochterlief is negen en dan hoort iets langer opblijven dan ‘kinderachtige broertjes’ er toch echt bij. Dus hop, thee, citroenijs, en ‘Brugklas’ op tv.
S’ochtendsvroeg, Amsterdam Centraal.
“Mam op een dag he, dan ga ik toch alleen wonen? Eten we dan nog samen?”
Zaterdagavond, kroost op bed en ja, daar gaan we! Geen Netflix, maar een werkavondje. Partner in crime W heeft vorig jaar besloten programmeer-codes te leren via een Hogeschool en daarom maakt romantiek met regelmaat plaats voor buffelen achter een laptop.
Het stampt, het gromt en het verwijt ongenuanceerd. “Mam? Serieus, ie-de-reen, maar echt iedereen lacht me uit in de klas door de briefjes die je in mijn trommel doet. Mam please, ik zit al wel in groep vijf he’? Briefjes zijn dan super stom!” Een wenkbrauw omhoog, een beginnend puberlijfje – want ja, anno 2016 is puberteit gewoon hartstikke hip als je onder de tien bent – en een verwijtend hoofd vol krullen. “Mam!” Kroost deel twee neemt plaats aan de ontbijttafel en lijkt zich niet te beseffen dat het ook voor mama gewoon maar simpelweg half acht ’s ochtends is. “Jij had beloofd om mijn Cars-shirt klaar te leggen! En nu ligt die er niet.”