Begin Juni 2020 ontdekte ik dat ik zwanger was. Natuurlijk staat de 'ochtendmisselijkheid' redelijk bekend als zwangerschaps kwaal. De eerste 5 weken voelde ik mij goed, geen ochtendmisselijkheid maar wel enkele rare buikkrampen die ik niet kon plaatsen. Voor de zekerheid contact gehad met de verloskundige, iets in mij zei dat er wat mis was. Aan de telefoon vertelde de verloskundige dat ik dezelfde klachten had, als vrouwen die een buitenbaarmoederlijke zwangerschap ervaren. Wellicht zat het kindje niet in de baarmoeder, maar in een eileider. Helaas lijdt zo'n zwangerschap niet tot een baby. De paniek sloeg toe. Omdat de eerste echo pas rond 8 weken ingepland stond, en het vruchtje nog veel te klein was voor een uitwendige echo, moest deze in het ziekenhuis gemaakt worden. Ik kreeg een inwendige echo, en de gynaecoloog had ons hier voorafgaand in het gesprek al voor gewaarschuwd. De kans op een miskraam in de eerste 12 weken is groot. Het vruchtje was zo klein, veel te klein voor 5 weken. Het kwam overeen met een vruchtje uit een 3de week die wellicht gestopt was met groeien. Mijn bloed werd afgenomen om te zien hoeveel HCG (zwangerschapshormoon) ik in mijn bloed had, en de procedure van een miskraam opwekken werd besproken. De kans was immers groot dat het vruchtje was gestopt met groeien rond de 3 weken, maar dat mijn lichaam het simpelweg niet had afgestoten. 2 dagen later konden wij terug komen om nogmaals bloed af te geven en de HCG waardes te vergelijken.