Begin 2018 kreeg ik steeds meer de kriebels en de welgemeende rammelende eierstokken elke keer als ik een babytje zag. Zo kon ik mezelf helemaal niet. Ik weet nog heel goed dat ik vroeger altijd zei dat ik niet eens kinderen wilde hebben. Dat is met de jaren gelukkig veranderd en sinds ik met mijn huidige vriend ben was ik ervan overtuigd dat ik het met hem wel wilde. Alsof ik moest wachten tot ik de juiste zou tegenkomen. We zijn al sinds 2015 samen, maar waren nog heel vrij en gingen vaak stappen, uiteten en veel weg. Geen gedachtes van sparen, een huis kopen en kindjes, maar gewoon volop genieten. Toen het allemaal wat serieuzer werd en we het uitgaansleven achter ons lieten en we ons meer gingen focussen op werk begon het bij mij wel te komen. We woonde samen, allebei een vast contract, leuke familie en vrienden en de luxe van allebei een auto hebben. Het klonk voor mij als de perfecte basis voor als er een kindje zou komen. Na het een paar keer te hebben aangekaart bij mijn vriend vond hij dat we toch nog even moesten wachten. In juni 2018 zou zijn auto helemaal afbetaald zijn en daarmee zouden we veel meer geld per maand hebben wat we aan de kleine zouden kunnen uitgeven. Het zou iets meer rust geven en daar sloot ik me bij aan. Ook al was ik wel een beetje teleurgesteld.