Overgewicht en obesitas bij kinderen 0-4 jaar
Er zijn dan ook veel onderzoeken gedaan in de loop der jaren over de oorzaken en gevolgen van overgewicht op jonge leeftijd.
Er zijn dan ook veel onderzoeken gedaan in de loop der jaren over de oorzaken en gevolgen van overgewicht op jonge leeftijd. Ouders kunnen echter veel doen om overgewicht bij hun kinderen te voorkomen.
Dit is belangrijk voor uw kind omdat jonge kinderen met overgewicht meer kans hebben op o.a. astma, hart- en vaatziekten, diabetes en niet te vergeten psychosociale problemen. Steeds meer zijn er kinderen die aan type 2 diabetes lijden. Overgewicht en obesitas op jonge leeftijd heeft vaak als gevolg dat op volwassen leeftijd deze kinderen ook aan overgewicht lijden.
Preventie
Het aanleren en gezond gedrag handhaven is niet makkelijk in de huidige maatschappij. Overal en altijd is er voedsel voor handen en we bewegen steeds minder omdat dit minder noodzakelijk is. Er zijn echter ook risicogroepen die meer kans hebben dat hun kinderen te dik worden. Deze risicogroepen zijn met name ouders met een lage sociaaleconomische status, etnische minderheden en kinderen met te dikke ouders. Omdat overgewicht en obesitas, en de daarbij horende gevolgen, steeds vaker voorkomen is het belangrijk dat er actie wordt ondernomen, zoals:
- Minder tv kijken
- Minder gezoete (fris)dranken (zie bijvoeding)
- Meer bewegen
- Het stimuleren van borstvoeding
Meer beweging en minder tv
Een boosdoener die overgewicht veroorzaakt bij jonge kinderen is te weinig beweging. Onderzoekers van TNO, de Universiteit in Twente en het UMC Utrecht hebben 400 ouders van zuigelingen en peuters ondervraagt. Hier kwam uit dat 1 op de 4 ouders zegt dat hun kind niet dagelijks buiten komt. Als reden noemen veel ouders tijdgebrek. In steden is het drukke verkeer een reden om de kinderen niet dagelijks naar buiten te laten.
Bij veel gezinnen staat de tv aan tijdens het eten. 1 op de 20 kinderen van twee jaar heeft al een tv op de eigen kamer, 1 op de 8 driejarigen heeft een tv op zijn/haar kamer, 1 op de 6 vierjarige heeft dit ook.
Ook worden kinderen vaak afgeleid, wanneer ze bv aan tafel moeilijk eten, met tv.
Borstvoeding of flesvoeding (en later bijvoeding)
Vermindert borstvoeding de kans dat jouw kind overgewicht krijgt? Een onderwerp dat veel stof kan doen opwaaien. Er zijn verschillende onderzoeken naar gedaan. Maar onderzoek hiernaar is lastig omdat de onderzoeken jaren duren en het dus kostbaar is. Veel deelnemers vallen ook uit na een langere periode. Ook is er in diverse studies een andere definitie, zoals wel of niet uitsluitend borstvoeding.
Het is zo dat kunstvoeding meer eiwitten bevat dan moedermelk. Hierdoor groeien baby’s die kunstvoeding krijgen het eerste jaar ook sneller dan baby’s die uitsluitend borstvoeding krijgen. Uit een studie van Salome Scholten blijkt dat borst gevoede kinderen minder vaak astma en overgewicht hebben. Dit komt waarschijnlijk doordat baby’s die borstvoeding krijgen het eerste jaar een normale gewichtstoename hebben. Deze kinderen zijn als ze 1 jaar zijn gemiddeld lichter dan kinderen die kunstvoeding hebben gehad.
Een oorzaak kan ook zijn dat borstvoeding op vraag wordt gegeven in plaats van dat er op de klok wordt gekeken om te zien of het etenstijd is.
Een baby kan na de geboorte namelijk heel goed zelf aangeven wanneer het honger heeft of wanneer het genoeg heeft gegeten. Want dan stopt het met eten. Bij borstvoeding stop je automatisch, omdat de baby niet verder gaat met drinken. Bij kunstvoeding gaat de ouder er vanuit dat de fles op moet en wordt dus vaak zolang de fles gegeven totdat hij leeg is.
Geven vrouwen borstvoeding, dan doen ze dat vaak niet heel lang. Na een aantal maanden stopt men met uitsluitend borstvoeding (na 6 maanden is het nog maar 15%) en gaat over op kunstvoeding. Er zijn veel onderzoeken nog niet afgerond over dit onderwerp, toch zijn er genoeg redenen gevonden om vrouwen te stimuleren (langere tijd) borstvoeding te geven.
Bijvoeding
Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is gebleken dat kinderen die naast moedermelk ook kunstvoeding kregen, op latere leeftijd overgewicht kunnen ontwikkelen. Bij borstvoeding is het de eerste 6 maanden niet nodig om bijvoeding te geven. De hoeveelheid en samenstelling van moedermelk is altijd goed en wordt na verloop van tijd aangepast op de behoefte van je kind. Drinkt hij meer, dan maken je borsten meer melk aan, drink hij minder dan gaat de melkproductie hier ook in mee. Wanneer het niet anders kan is de eerste 6 maanden uitsluitend zuigelingenvoeding voldoende voor de baby.
De stofwisseling van de baby wordt in de eerste levensjaren geprogrammeerd. Hij leert hier dus hoeveel energie hij moet opnemen, geef je het kind te snel te veel bijvoeding dan zal het lichaam zich daarop instellen en dus meer willen eten, terwijl dit niet nodig is.
Na 6 maanden kan een baby behoefte hebben aan meer dan alleen melk. Ook hier is het van belang om goed naar de baby te kijken. Baby’s weten nu ook goed wanneer ze genoeg hebben gehad. Laat je baby bijvoorbeeld zelfstandig eten, door verschillende stukken groente te koken, broodkorsten aan te bieden of fruit te geven. Voordeel van deze methode ten op zichte van kant-en-klare potjes is dat je baby verschillende kleuren, structuren, geuren en smaken kan ervaren op zijn eigen tempo.
Lust hij het dan is dat prima, lust hij het niet….maak je geen zorgen, smaken veranderen en dat wat ie eerst heerlijk vond kan ie over een paar maanden zo maar uitspugen en andersom. Ook qua hoeveelheid eten kan het erg verschillen, de ene keer een je kind veel en de andere keer weinig of zelfs niet. Wanneer bijvoorbeeld de tandjes doorkomen zal er over het algemeen minder gegeten worden.
Kreeg de baby al moedermelk dan zal de baby ook meer smaken herkennen.
Geeft vooral gezonde voeding die geschikt is voor de leeftijd van je kind.
Begin niet te vroeg met (fris)dranken omdat je denkt dat je baby water niet lekker vind. Vaak denken mensen dat gezoete melk een goede vervanger is voor gewone melk, of is er altijd een fles met siroop of frisdrank binnen handbereik. Hier zitten vaak suikers in die ervoor zorgen dat je kind overgewicht krijgt.
Kinderen onder de 4 jaar lopen ook het risico om teveel zoetstoffen binnen te krijgen. Vooral de zoetstof cyclamaat (E952) kan gevaarlijk zijn voor jonge kinderen. Andere kunstmatige zoetstoffen zijn: sacharine (E954), aspartaam (E951) en ecasulfaam-k (E950). Deze komen steeds meer voor in frisdranken, siroop, melkproducten en nagerechten, maar ook in tandpasta, hoestdranken en vitamines voor kinderen.
In zuigelingenvoedsel en andere levensmiddelen speciaal voor baby’s/dreumesen mogen geen kunstmatige zoetstoffen worden toegevoegd. Maar vaak krijgen baby’s/dreumesen producten die voor alle leeftijden geschikt zijn. Ook producten die zeggen dat ze “light” zijn of “geen suiker toegevoegd” hebben. Kijk bij de ingrediënten wat er dan wel inzit.
Uit onderzoek van TNO, de Universiteit in Twente en het UMC Utrecht werd duidelijk dat veel ouders kinderen al vroeg troosten of belonen met snoep. Hierdoor leren kinderen op jonge leeftijd troost of beloning te koppelen aan zoet of energierijk eten. Denk eens aan kinderen, maar ook volwassenen die eten wanneer ze verdrietig zijn.
Tips
Neem eens de tijd voor jou en je kind en ga lopend naar de winkel. Laat je kind dan ook lopen als het dat kan in plaats van het in de kinderwagen/buggy te zetten. Het is geweldig om te zien hoe die kleine de wereld om zich heen ontdekt en 10 minuten stil kan staan bij een blaadje dat op de grond ligt of een bloem die in een tuin staat.
Geeft je kind niet de hele dag toegang tot een fles/beker die gevuld is met siroop of sap. Maar geef hem water, melk of slappe thee wanneer het dorst heeft. Heeft je kind honger, ongeacht of het etenstijd is of niet geef hem dan gezonde voeding zoals bijvoorbeeld fruit. Maar heeft hij geen honger meer, dwing hem dan niet zijn bord leeg te eten. Wil je toch iets tussendoor geven, er zijn volop gezonde tussendoortjes zoals rozijntjes of rijstwafeltjes.
Zijn je kinderen al wat ouder en een beetje vies van “gezond” eten zoals groente, maak dan samen met ze de maaltijd. Vaak helpt dit heel erg en willen de kinderen maar wat graag hun zelfgemaakte creaties eten. Wat ook helpt is als je “zoete” groente maakt, zoals wortels of zoete aardappel Zet bij een verjaardag schaaltjes neer met snoeptomaatjes, komkommertjes enz. Dan hoef je niet de hele tijd op te letten op hoeveel snoep/chips er gegeten wordt of schaaltjes weg te zetten.
Gebruik een kalender (als je kind wat ouder is en dit ook begrijpt) om daarop een dag in de week of een bepaald moment te schrijven waarop wel wat lekkers gegeven wordt. Wil een kind toch iets lekkers tussendoor vertel het kind dan wanneer het volgende eetmoment of tussendoortje komt i.p.v. nee te zeggen.
Geniet vooral van je kindje en neem elke dag wat tijd om van hem/haar te genieten door naar buiten te gaan of samen lekker maar gezond te eten of te koken. En denk eraan dat gezond eten met je kleintje ook goed kan zijn voor jou als ouder, want kan je lekker mee-eten en geef jij het goede voorbeeld!