Naar Ethiopië
Een nieuwe zwangerschap bleef uit..
De maanden erna waren vol met tegenstrijdige gedachten, dubbele emoties en wisselende stemmingen. Ik deed veel leuke dingen, knuffelde zo vaak mogelijk met de baby’s van mijn zus en vriendin, maar maakte ook herinnering kaartjes van Jaël voor degene die ons dierbaar waren en dicht om ons heen gestaan hadden. Bij mijn familie en onze vrienden prijkte deze kaartjes, met een afdruk van zijn voetjes zichtbaar in het huis. En dat waren de dingen waar we troost uit haalde. Deze mensen hielden hem zichtbaar, noemden zijn naam zonder dat ik er over begon. Intussen werd mijn cyclus steeds belangrijker voor me. Waar mijn eerste zwangerschap zo’n spontane verassing was, binnen drie maanden, wat we een enorme zegen vonden, was het spontane nu weg. Iedere week was ik me ervan bewust in welk gedeelte van mijn cyclus ik me bevond. Ik was verwend door zo snel zwanger te raken en verwachtte dit nu opnieuw. Iedere maand rekende ik uit wanneer ik uitgerekend zou zijn als ik nu zwanger zou raken. En bij welke gelegenheid we het zouden kunnen vertellen. ’17 mei was ik uitgerekend van Jaël, hoe leuk als we dan kunnen vertellen dat ik weer zwanger ben!’ Maar het bleef uit ik besloot iets te doen waar ik nu de mogelijkheid nog voor had. Ik ging die zomer naar Ethiopië, waar ik aan de slag kon in een geboortekliniek, en in een groot ziekenhuis in de buurt. Ik keek ernaar uit, verzamelde babykleding waarmee ik uren op de grond zat om setjes te maken en verzamelde geld om het laboratorium uit te kunnen breiden. Ik genoot met volle teugen, en kon me richten op anderen in plaats van op mijzelf. En hoewel het niet de eerste keer was dat ik werkte in een ontwikkelingsland, besefte ik weer extra hoe ik het getroffen had. Met de medische begeleiding, en vooral de acceptatie en medeleven van de mensen om mij heen. Maar toen ik in het ziekenhuis kwam merkte ik op dat ik niet zo genoot zoals ik dat van te voren gedacht had. Dit was mijn grootste droom, als het aan mij lag hadden we nooit een huis gekocht maar waren we gesetteld in één van de Afrikaanse landen waar ik eerder geweest was en wat ooit de reden was voor mijn carrière switch, van sociaal werker naar verloskundige. Het was (nog) niet zo gelopen en ik had verwacht dat ik, nu ik deze kans kreeg, met volle teugen zou genieten. Maar in de plaats daarvan kon ik het niet aan. Mijn hoofd was chaotisch en ik kon me nauwelijks concentreren op wat ik deed. De geuren, de geluiden, de drukte, ik kon het niet. En in plaats van dat ik de leiding nam bij elke nieuwe bevalling, met passie de mama aanmoedigde en deed waar ik voor was gekomen, zocht ik rustige plekken op om zelf bij te komen. Om te ontsnappen aan wat er binnen gebeurde. En ik schaamde me er voor. Want het raakte me diep, de omstandigheden van deze vrouwen, die met z’n twaalven in een grote zaal, op een plastic zeil hun weeën weg lagen te schreeuwen. In paniek, want niemand vertelde hen wat er gebeurde. Er mocht geen zus, moeder of tante bij zijn die hen vertelde dat deze pijn nodig is om hun kind te laten geboren worden. Voortdurend werd hun ontsluiting gecheckt en zodra het 2 a 3 centimeter was werden de vliezen gebroken waarna de vrouwen de rest van de tijd op een drijfnat zeil lagen. Wanneer er 10 centimeter ontsluiting was moesten ze snel naar een andere ruimte lopen, om daar op een van de drie bedjes dat nog vrij was te gaan persen. Vanwege de drukte mocht dit niet te lang duren, en vaak na 15 minuten werd er geknipt en ‘geholpen’ met de vacuümpomp. Als dat niet direct lukte hielp één van de mannelijke verloskundigen door op het bed te klimmen, de knieën naast de het hoofd van de barende vrouw te zetten en zo te duwen tegen de buik. Zodra de baby er dan was moest iemand snel naar buiten rennen om een doek te halen bij de familie, want deze op voorhand mee naar binnen nemen zou vooruit lopen zijn op de natuur. Wie zei tenslotte dat de baby nog zou leven?
De vrouw werd dan intussen gehecht, en de baby werd in de doek gewikkeld en in een bedje aan de andere kant van de ruimte gelegd. Door mijn eerder ervaringen in het buitenland had ik al lang geleerd me te verbazen, zeker, maar niet te snel te oordelen. Niet met een westerse blik rond te kijken, en zeker niet de betweter uit te hangen in die paar weekjes dat ik er zou zijn.
In plaats dat ik de bevalling ‘deed’ ging ik naast de vrouwen zitten, hiel hun hand vast en verschoonde hun potjes. Na de bevalling pakte ik de baby en gaf het aan de mama en hielp ze met de borstvoeding. Ook probeerde ik nog snel het bloed, vruchtwater en lichaamsvochten weg te poetsen voor de volgende kwam en er midden in moest gaan liggen.
En naarmate de uren vestreken leerde ik de verloskundige en gynaecologen een beetje beter kennen. Het was geen kwaadwil, en eigenlijk wist iedereen wel dat het beter was om de baby’s gelijk aan de mama de te geven, en dat het infectiegevaar zo groot werd door niet schoon te maken. Maar zo ging het altijd al, en de tijdsdruk maakte het hen soms moeilijk om het werk uit te voeren zoals sommige dat wel wilden. In de pauze deelde ze hun eten met mij en ik mijn boterhammen met pindakaas met hun. Tenminste, één keer want daarna wist iedereen dat het eten van ‘de blanke’ echt niet lekker was. En gelachen hebben we, ook afzonderlijk van elkaar. Ik deed mijn best om zoveel mogelijk Ethiopische woorden en zinnen te leren, omdat de meeste patiënten en de helft van het personeel geen Engels sprak. Iedere morgen liep ik langs de dokters en gynaecologen. En iedere morgen begroette ik hen vrolijk met: ‘Selam nesh!’ Waarop ze me vrolijk terug begroette, maar niet voordat ze elkaar aankeken en in de lag schoten. Na een week kwam ik er in de kliniek achter dat ik deze stoere mannen iedere morgen begroet had met ‘Hoe gaat het dames?’.
Ik had diep respect voor de Nederlandse vrouw die twee jaar in dit ziekenhuis gewerkt had, en nu, samen met een heel Ethiopische team een kliniek opgezet had.
Na drie dagen durfde ik toe te geven dat ik liever in de kliniek bleef dan naar het ziekenhuis te gaan. Ik had genoeg gezien en kon geen verschil maken in de weken dat ik daar anders nog zou zijn. Behalve de kleine dingen, op individueel niveau die alle verschil gemaakt hadden voor moeder en kind.
In de kliniek leefde ik weer op. Ik zag hoe het personeel met passie en liefde hun werk deden en hoe ook zij het heerlijk vonden dat ze hun werk nu in rust en reinheid konden uitvoeren. De vrouwen werden met respect behandel en kregen privacy en aandacht. Met liefde zocht ik voor elk kind een setje kleding uit en straalde daarbij net zo hard als de mama.
En dat ik straalde kwam ook doordat mijn eigen cyclus uitbleef. In gedachten wist ik al hoe ik David bij thuiskomst zou vertellen dat ook wij weer een baby zouden krijgen. Maar toen ik na drie dagen over tijd buiten op de hurktoilet een test deed, kwam er maar één streepje. En diezelfde dag werd ik ongesteld. Het was een domper, een teleurstelling maar ik hield mezelf de bevoorrechte positie voor waarin ik me bevond, met name ten opzichte van de vrouwen hier. Ik had nog zoveel mogelijkheden, kon kiezen voor een opleiding, en had alles wat ik begeerde. Behalve een kind. En dat begeerde ik het meest.
In de geboortekliniek, klaar voor de volgende bevalling.
De verloskamer in het ziekenhuis.
Anoniem
Ben ook omgeschoold van sociaal werker toevallig en heb ook nog een brandende kinderwens 😃
Anoniem
Mijn naam is Selina Stone en emailadres is arendsvleugelskraamzorg@hotmail.com
Anoniem
Wat een bijzonder verhaal. Ik ben net terug uit Zanzibar, 23 vrouwen op 9 bedden in de hoogrisico zaal. Zou ik misschien de contactgegevens mogen van het ziekenhuis? Ik heb bij 2 Ethiopische gezinnen de kraamzorg gedaan en zou ook graag naar een ziekenhuis in Ethiopië gaan voor werk en stages verloskundige.
Anoniem
Heel intens hoe je het beschrijft! Zo puur, kwetsbaar en eerlijk. De pijn zo voelbaar aanwezig. Het raakt mij diep dat juist jullie dit overkomt. Jij met je grote hart voor kinderen. Ik zie je nog zo staan met onze boys. Je bent een sterke vrouw! Rouw die zo intens rauw is. Lieve groet, Chamila