'Mama heeft een hartjesbuik.'
- en waarom anders ook heel mooi is -
Ik kijk opzij. ‘Heb je één tel?’ De au-pair van Quint’s vriendje knikt. ‘Max! Wil je even komen?’ Terwijl de kleine stuiterbal over het schoolplein naar me toe huppelt sluit ik snel Quint’s speelafspraakje kort. Oké. Done. Nu Max.
‘Wat was dat over die hartjesbuik, lief?’ Max pakt mijn handen en loopt tegen mijn benen op omhoog. Ik zet me schrap. Ze groeit en wordt niet alleen langer maar ook zwaarder. Ik vraag me af hoe lang ze dit nog bij me kan doen zonder dat ik met dochterlief en al voorover katapult.
‘Nou, Emma vroeg of ik ook uit jouw buik kwam. En toen zei ik dat jij een hartjesbuik hebt.’ Ik denk dat ik weet waar dit naartoe gaat, maar vraag zekerheidshalve toch maar even door. Assumptions zijn immers de moeder van alle f-ups. ‘Een hartjesbuik?’ Max zucht en kijk me aan. ‘Ja, dommie! Dat zie je toch op die foto?’ Ah, ik gokte goed. Hier ging ze inderdaad naartoe.
Toen ik koos voor het bewust alleenstaand moederschap betekende dat ook dat ik in een medisch traject belandde. Er zijn heel veel verschillende manieren om het avontuur dat bewust alleenstaand moederschap heet te starten en ik koos voor de weg via een fertiliteitskliniek. Aanklooien met een via Social media gevonden zelfbenoemde zaaddonor vond ik geen prettig idee. De kroeg induiken voor een nacht entertainment ook niet echt. Gebruik maken van zaad van een goede vriend leek me vragen om complex gedoe. En ik houd mijn leven graag zo ongecompliceerd mogelijk. Dus koos ik uiteindelijk voor een kliniek. Dat betekent wel dat ik voor de behandeling eerst lichamelijk en psychisch gescreend werd. Van dat psychische gedeelte vind ik overigens wat. En dan druk ik me vrij mild uit. Conventionele stellen met kinderen in mijn vriendenkring kregen stuk voor stuk nooit een gesprek met een psycholoog – met bijbehorende vragenlijst – om vast te stellen of zij wel geschikt zouden zijn als ouder. 10 jaar geleden was dat echter voor bewust alleenstaande moeders wel een boxje dat afgestreept moest worden. Ik zie voer voor nog een blogpost.
Ik stap van mijn spreekwoordelijke soapbox. Terug naar de hartjesbuik. Bij de lichamelijke check zei de arts met een schuin oog op het scherm van de echo tussen neus en lippen door ‘u heeft een hartvormige baarmoeder, dus we moeten even kijken of u zwanger kunt blijven’. Een hysteroscopie (zonder verdoving – waarom medische wereld?) bevestigde de diagnose. ‘Uterus bicornus’ (ook wel hartvormige baarmoeder) werd bijgeschreven op mijn patiëntenkaart.
Nu klinkt zo’n hartvormige baarmoeder heel romantisch, in de praktijk bleek dat na een nachtelijke sessie op Google toch iets minder gezellig. Plat gezegd is het een aangeboren afwijking van de baarmoeder. Waar deze normaalgesproken de vorm van een peer heeft, heeft mijn baarmoeder de vorm van een hart met twee kamers. En dat brengt risico’s met zich mee: een verhoogd risico op een miskraam/ vroeggeboorte/ groeiachterstand bij de foetus / standafwijkingen van de beentjes / complicaties bij de bevalling. Wat ik zelf al op Pubmed had gelezen vertelde ook de medisch verloskundige me zodra ik zwanger was van Quint. Want met die freaky baarmoeder (koosnaampje) van me werd de volledige zwangerschap in het ziekenhuis begeleid. 21 weken plat op bed. Meerdere ziekenhuisopnames. Vanaf 16 weken aan de lopende band harde buiken en de insteek dat elke week er één was. Zo’n eerste zwangerschap was toch een beetje uitvogelen hoe lang ik met mijn baarmoeder zwanger kon blijven, aldus de gynaecoloog. Dat mijn bloeddruk tijdens de zwangerschap van Quint vrij hoog was, was voor mij geen verrassing.
Op echo’s was duidelijk te zien dat Quint met zijn benen in één kamer lag en met zijn hoofd en bovenlichaam in de andere. Hij maakte ingenieus gebruik van de beschikbare ruimte. Elke keer dat ik harde buiken had zag je duidelijk een hartvorm op mijn buik. Maar hij bleef zitten. Tot 37 weken. En wonder boven wonder draaide de kleine man op het laatste moment zonder aansporing van buitenaf zelf vanuit stuit met zijn hoofdje naar beneden. Om vervolgens volledig ongecompliceerd naar buiten te duiken.
De zwangerschap van zijn zusje verliep een stuk minder stressvol. We wisten dat mijn baarmoeder in principe een volledige zwangerschap aankon. En dat gaf veel rust. Plus dat het leek alsof Quint het babyhuis in mijn buik wat soepeler had gemaakt. Waar bij Quint duidelijk te zien was dat hij in twee kamers lag, was dit bij Max – los van de hartvormige harde buiken – aanzienlijk minder zichtbaar. Ze had alle ruimte. Achter peuter Quint aanrennend vloog de zwangerschap voorbij. De controles in het ziekenhuis waren niets anders dan dat: controles, en los van de normale gezonde spanning geen vat vol stress.
En waar haar broer met 37 weken de wereld inknalde, stond ik 40 weken en een dag zwanger van Max – maatje walrus – bij de gynaecoloog. De dag voor Quint’s tweede verjaardag. En kreeg te horen ‘dat het nog potdicht zat’. Waggelend en maatje gracieuze walrus maakte ik de afspraak voor een week later bij de lieve verpleegkundige achter de balie. De verpleegkundige die zo zeker wist dat Max nu toch echt wel geboren zou zijn. Het was al een week of twee een inside joke. Over een week zagen we wel verder. Al had ik inmiddels het idee dat ik Max’ voetjes tegen mijn huig voelde.
Zo potdicht zat het overigens niet. Laat die avond, een uur of tien na dat bezoekje aan de gynaecoloog, braken mijn vliezen. Flats. Full on Hollywoodstyle. Probeer dan nog maar eens droog over naar het ziekenhuis te komen. (Pro tip: een stapel kraamverbanden. Geeft je weliswaar het voorkomen van Donald Duck on steroids, maar gegarandeerd geen spatje.)
’s Middags had ik de slingers voor Quint’s tweede verjaardag op staan hangen, ’s avonds lag ik hypnobirthend op Coldplay op de verloskamer. De gynaecoloog on call? Dezelfde lieve arts die de bevalling van Quint begeleidde. Op mijn vraag wat de kans was dat Max de volgende dag – en daarmee op Quint’s verjaardag – geboren zou worden, antwoordde ze lachend dat ik naast op taart ook op beschuit met muisjes mocht trakteren. Ze had geen ongelijk. Een uur of wat later, net na de wisseling van de nachtdienst met de ochtenddienst, was daar Max. In – zo weet ik nu – full on Max fashion. Op de verjaardag van haar grote broer. Er was immers een feestje. En dat wilde ze toen al niet missen.
Die hartvormige baarmoeder? Die was de start van deze liefdevolle chaos. Anders kan zo mooi zijn.
Ik ben Christel (39). Bewust Alleenstaande Moeder van Quint (8) en Max (6). Ik deel dagelijks via Instagram (@christeljaarsma) een kijkje in de liefdevolle chaos die ons leven is.