Bevalling met behulp van vacuumpomp of verlostang
Alles over de vacuümpomp en verlostang!
Ongeveer 1 op de 5 vrouwen die voor de eerste keer gaan bevallen krijgt te maken met een kunstbevalling. Dit is een bevalling met behulp van een vacuümpomp of verlostang. Zo een bevalling vindt altijd in het ziekenhuis plaats. Als je een verloskundige hebt, zal deze de zorg aan de gynaecoloog overdragen. Het kan zijn dat de verloskundige bij de bevalling aanwezig blijft. Maar wanneer krijg je hiermee te maken? Wij vertellen het je!
Wanneer kies je voor een vacuümpomp of verlostang?
Er wordt het vaakst gekozen voor een vacuümpomp of verlostang wanneer er dreigend zuurstoftekort bij de baby is of als de uitdrijving niet wil lukken. Het kan ook zijn dat je niet of maar heel kort kan persen, het kind 'te groot' is of het hoofdje van je baby zo ligt dat hij niet makkelijk de bekken kan passeren. Het komt ook vaak voor dat de weeën niet sterk genoeg zijn, je uitgeput bent en te weinig kracht hebt om nog goed te kunnen persen. Vaak is het een combinatie van deze factoren.
De baarmoedermond gaat tijdens de ontsluitingsfase steeds verder open. Hierdoor worden de weeën krachtiger. Bij een volledige ontsluiting staat de baarmoedermond volledig open en het hoofdje van de baby daalt steeds verder in. Dit is meestal ook het moment dat je het gevoel krijgt dat je moet persen. Het is het begin van de uitdrijvingsfase. In deze fase vindt de vacuüm- of tangverlossing plaats. Het hoofdje van de baby moet dan wel diep genoeg in het bekken liggen.
Keuze bevalling met vacuümpomp of verlostang
De keuze van een vacuümpomp of verlostang hangt dus af van: de ligging van je baby, de indaling van het hoofdje en de ervaring/voorkeur van de gynaecoloog.
Hoe werkt een bevalling met de vacuümpomp en verlostang?
De vacuümpomp is een ronde zuignap van metaal of kunststof en is ongeveer 5 cm in de doorsnede. Aan de buitenkant zit een plastic slang. Als de cup tegen de schedel van je baby is geplaatst, wordt er een vacuüm gecreëerd door lucht uit de slang te zuigen. Aan de bolle kant van de cup zit een ketting. Tijdens de persweeën - waarbij je zelf ook mee perst - trekt de gynaecoloog aan de ketting om de uitdrijving te versnellen. Als het hoofdje geboren is, wordt het vacuümzuigen gestopt en laat de cup los. De geboorte van de baby volgt dan snel.
De verlostang bestaat uit twee grote lepels. Deze worden aan beide kanten van het hoofdje van je baby ingebracht en omsluiten dan het hoofdje. Er zit een handvat aan waaraan de gynaecoloog meetrekt wanneer je perst. De verlostang wordt tegenwoordig bijna alleen nog maar gebruikt als het hoofdje een verkeerde stand heeft, omdat met behulp van de tang het hoofdje beter bijgedraaid kan worden.
Hoe verloopt de vacuüm- of tangverlossing?
Een kunstbevalling vindt plaats in een ziekenhuisbed met je benen in de beensteunen. Je blaas wordt - m.b.v. katheter - geleegd. De gynaecoloog kijkt via inwendig onderzoek wat de stand van het hoofdje is en bepaalt ook de mate van indaling. Als de vacuümpomp- of tangverlossing plaatsvindt, wordt er meestal vooraf een plaatselijke verdoving gegeven. Het kan zijn dat je ingeknipt moet worden, maar dat hangt ook van verschillende factoren af. Bijvoorbeeld van de snelheid waarmee het kind geboren moet worden, of de ingeschatte kans van ernstig inscheuren. Doordat je verdoofd bent merk je van dat inknippen zelf niet veel, je zult wel later op het kraambed pijnklachten kunnen hebben.
Bij een tangverlossing worden de lepels 1-voor-1 geplaatst. Bij een vacuümpomp wordt de cup op de bovenkant van het hoofdje geplaatst. Het plaatsen van zowel de vacuümpomp als de verlostang is vaak onplezierig en pijnlijk, ook al is er plaatselijk verdoofd. Zijn de lepels geplaatst, of heeft de vacuümcup zich goed vastgezogen, dan trekt de gynaecoloog bij elke wee mee. Het is wel belangrijk dat je zelf ook elke keer goed meeperst. Het kan zijn dat de verloskundige of verpleegkundige op je buik drukt om de wee te versterken. De gynaecoloog zorgt ervoor dat tussen de weeën door het hoofdje niet terug glijdt. Na enkele weeën kan je kind al geboren zijn, maar soms duurt het langer.
Wat doe je na de bevalling met de vacuümpomp of tang?
Na de geboorte wordt je baby onderzocht door een kinderarts. Soms moet de baby in de couveuse, maar als het kind in goed conditie is, is dit niet altijd nodig. Je ziet en voelt soms een blauw-rode verdikking op het hoofdje bij een vacuümverlossing. Dit komt doordat er zich vocht opgehoopt heeft onder de huid, maar deze zwelling verdwijnt na enkele dagen.
Bij het gebruik van een verlostang kan er ook een afdruk zichtbaar zijn aan de zijkanten van het hoofdje. Je kindje kan na een tang- of vacuümverlossing last hebben van hoofdpijn of misselijkheid. Pak je kind de eerste 24 tot 48 uur alleen op als het nodig is. De baby mag wel lekker bij je in bed liggen als je dat wilt - bij borstvoeding is dit sowieso wel handig. Soms schrijft de kinderarts pijnstillers voor.
Heb jij ervaring met een soortgelijke bevalling? Laat het ons en andere mama's weten!