Als kinderen samen spelen
Bij jonge kinderen gaat het spelen vanzelf. Het is iets natuurlijks, kinderen kunnen helemaal opgaan in hun spel. Spelen is ook belangrijk voor kinderen, ze leren hier veel van. Het is goed voor de ontwikkeling van de motoriek en de sociale ontwikkeling. Toch gaat het spelen niet geheel vanzelf, zelf spelen en met andere kinderen samen spelen moeten ze leren.
De ontwikkeling van peuter naar kleuter
Tot hun tweede jaar hebben kinderen nog niet veel nodig, het is dan nog op zichzelf gericht. Het bekende kiekeboe spelletje is dan nog geweldig. Het kan uren spelen met een stukje papier.Je kan een dreumes nog niet echt leren delen, het begrip is er dan nog niet. Een dreumes heeft nog geen anderen nodig om zich te vermaken en kan zich ook nog niet verplaatsen in een ander. Het draait allemaal nog om zijn eigen persoontje.
Rond het tweede jaar gaat dit veranderen. Een peuter is benieuwd naar wat andere kinderen doen . Meestal begint het met het wel samen spelen, maar wel met een eigen spel. Het is naast elkaar spelen, maar nog niet met elkaar. Een peuter is nog erg op zichzelf gericht en begrijpt het nog niet, dat je ook samen kan delen. Toch is dit de eerste stap naar het samen spelen. Kinderen kijken naar elkaar en leren hiervan.
Vanaf de leeftijd van drie jaar gaan kinderen meer samen spelen. Meestal begint dit waneer twee kinderen met hetzelfde willen spelen. Het is dan ook vaak het spel wat de kinderen naar elkaar toe brengt. Later zal dit veranderen, dan zoekt een kind eerst een vriendje en dan pas volgt het spel. Voor kinderen van drie is het nog wel erg moeilijk om samen iets te delen. Ze moeten dan samen beslissen wat ze gaan doen en wie wat gaat doen. Dit zal dan ook niet vanzelf gaan.
Als een kind vier is zal het op zoek gaan naar een vriendje. Het is dan veel leuker om samen met iemand wat te gaan doen. Het spel van een kleuter veranderd. Ze ontdekken dat je voor buiten voetballen iemand nodig hebt, dat het voor soldaatje spelen veel leuker is als je een vriendje hebt. Kinderen leren nu echt samen spelen. Als een kind vier wordt gaat het voor het eerst naar school, hier leren ze veel sociale vaardigheden. Ook zie je vaak dat kinderen dan hun vriendjes uit gaan zoeken. Vanaf hun zesde jaar gaan kinderen heel goed om met het samen spelen. Kinderen begrijpen elkaar dan beter en kunnen makkelijker afspraken maken over een spel. Ook gaan kinderen rond deze leeftijd vaker in groepen spelen.
Het samen spelen leren
Het samen spelen van kinderen is dus een ontwikkelingsproces. De ouders kunnen kinderen goed sturen om te leren samen te spelen, maar een kind van twee is er wat betreft de ontwikkeling nog niet aan toe om dit te begrijpen. Het samen spelen gaat niet geheel vanzelf. Kinderen hebben begeleiding nodig van hun ouders en school. Ze moeten leren rekening met elkaar te houden. Ze moeten sociale vaardigheden leren. Ze moeten leren delen. Het is goed om op bepaalde momenten samen met je kind te spelen, maar een kind moet ook alleen spelen. Zo ontstaat er een evenwicht tussen beide.
Het is goed om op jonge leeftijd te beginnen met het leren delen, maar kijk wel naar de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Je kan op een latere leeftijd beginnen met een kind te leren delen door zelf ook een spel te kiezen. Dan moet het kind het spel doen van de ouder en leert het kind dat het ook wel eens dingen moet doen wat een ander wil. Je kan het samen leren spelen ook voordoen met poppen of beren, of er samen met je kind over lezen.
Samen delen, samen spelen
Het is bij het leren van samen delen wel belangrijk, dat je een kind niet gaat dwingen te delen. Hierdoor kan een kind zich gaan verzetten en zal het steeds moeilijker worden om het kind te leren delen. Beter is het om je kind te stimuleren. Leg uit dat als je kind niet wil delen, het ook niet samen kan spelen. Vaak lossen kinderen het onder elkaar ook wel op. Dan zie je na een tijdje dat het toch goed gaat.
Het is voor een kind belangrijk zelfvertrouwen te hebben. Het durft dan meer een ander kind te volgen in een spel en zal het makkelijker vinden om te delen. Kinderen zonder zelfvertrouwen zullen het moeilijker vinden om met anderen te spelen en te delen. Als het samen spelen nou niet goed gaat kun je hier met je kind over praten. Jonge kinderen begrijpen nog niet altijd hoe hun reactie bij andere kinderen over komt. Probeer het kind uit te leggen waarom het mis gaat met het samen spelen, is het kind te bazig of juist te lief. Probeer dit uit te leggen.
Gelukkig is het samen spelen voor een groot deel iets vanzelfsprekends, maar je kan je kind veel leren hierover.
- Werk aan het zelfvertrouwen van je kind.
- Geef het goede voorbeeld. Door te laten zien hoe je samen speelt.
- Nodig niet te veel kindjes in een keer uit, houdt het in het begin op 1 vriendje om mee te spelen.
- Stimuleer kinderen in het samen spelletjes doen.
- Grijp niet te snel in, als het samen spelen niet lukt. Kinderen lossen het vaak zelf op.
- Dwing een kind niet, als het even geen zin heeft in samen spelen of delen.
Hoe speelt jouw kind samen met andere kinderen en heb je nog tips? Laat het weten in een reactie hieronder.