Verpleegafdeling en kamergenoten
Deel 14: Zwanger met een hartafwijking
Ik ben nog steeds opgenomen in het ziekenhuis. Voor ik naar huis mag moet eerst zeker zijn dat mijn hart het goed blijft doen, ik moet over zijn op de orale antistolling en ik moet weer op de been zijn.
Over dat laatste maak ik me de meeste zorgen. Ik kan niet meer op mijn been staan en hem niet meer verplaatsen. De artsen zijn hierin simpel: De bloeding zit in de weg, zodra die weg is hebben de zenuwen weer ruimte. Hoe lang dat gaat duren kan niemand zeggen.
Maar eerst verhuizen. De behandeling met de prop oplosser is geweest en er is geen reden meer om mij op de hartbewaking te houden. Ik mag terug naar de verpleegafdeling. Dit keer zal ik een kamer met iemand delen. Ik zie hier erg tegenop. Ik ben ontzettend moe en kan niks zelf. Ik kan ook niet kiezen om de kamer te verlaten om rust op te zoeken bijvoorbeeld. Geloof me, zwanger zijn, een flink hematoom wegwerken (hiervan heb ik koorts), hemoglobinegehalte weer aanvullen en alle emoties die erbij komen kijken kosten heel veel energie.
Mijn nieuwe kamergenoot lijkt een rustige oudere man die ook op zichzelf is. Prima, ik heb toch geen energie om sociaal te doen. Die middag komt een vriend op visite en krijg ik de fysio op bezoek.
Ik moet aan het looprek gaan staan en een pasje zetten, maar wat ik ook probeer ik krijg mijn voet niet opgetild. Wel kan ik hem voortbewegen als een soort rupsje. De rups is het dan maar vandaag. Als ik een halve meter ver ben is mijn energie alweer op. Ik voel me nog zo slap als een vaatdoek en wil lekker terug naar bed. Ook krijg ik oefeningen voor in bed op. Zo moet ik mijn been opliften, dit lukt enkel met de hulp van een sling. Het is zo gek dat mijn been het niet meer doet. Maar zodra het hematoom weg is zal het weer opgelost zijn, daar houd ik me aan vast.
De eerste keer mijn been kunnen optillen zonder hulp van een sling.
Die nacht wordt ik rond 1:00u wakker omdat de kamer volstaat met zorgpersoneel. Met mijn kamergenoot gaat het niet goed. Ik hoop dat het snel voorbij is en ik weer verder kan slapen.
Af en toe zijn is het weer rustig en kan ik weer wat dommelen. Maar om 4 uur moet ik toch echt plassen en ben ik te wakker om verder te slapen. En ze zijn nog steeds met hem bezig.
De zorg ziet dat deze situatie niet optimaal is voor mij en ik wordt in een onderzoekskamer neergelegd. Niet ideaal, maar wel een stuk rustiger. Ik kan gelukkig nog wat slapen.
Mijn kamergenoot blijkt toch te instabiel om samen met iemand op een kamer te liggen en ik verhuis naar de volgende kamer.
Voor 1 nachtje komt er een jonge meid bij. Het blijkt dat zij mijn kamer nodig had op de hartbewaking.
Ik krijg er weer een nieuwe kamergenoot, een oudere dame die graag kletst.
We hebben het best gezellig samen, al is ze vrij vermoeiend voor mij. Haar man en zoon komen vaak op visite en ze blijven vaak op de kamer. Ik kan op zo'n moment niet even weggaan om de rust op te zoeken.
Zo afhankelijk zijn is gek. Al heeft mijn been wel progressie. Ik kan weer zelf een stapje zetten met looprek en ondersteuning en ik kan mijn been steeds iets meer slingeren en opliften als ik op mijn bedrand zit.
Een nadeel van mijn nieuwe kamergenote is dat ze mij ziek lijkt, maar volgens de verpleging is er niks aan de hand. Ik vertrouw het niet en ik heb zo geen zin om ziek te worden. Ik heb mijn energie al hard genoeg nodig.
Met mijn moeder en mijn verzorgende heb ik een gesprek, ik trek het gewoon niet meer. Ik ben op en snak naar rust. Helaas ben ik echt te goed voor een eenpersoonskamer en kunnen ze niks voor me doen.
En dan krijg ik keelpijn, mijn kamergenote en ik worden getest op het influenza-, covid- en rhinovirus.
Mijn kamergenote blijkt een influenza besmetting te hebben en dat is reden om haar te isoleren en mag ik weer een kamertje opschuiven.
Weer een nieuwe kamergenoot, wederom een oudere man.
Weer een kamergenoot die veel zorg nodig heeft en vaak zijn er artsen te vinden op onze kamer. Van rusten komt wederom weinig.
En ik voel me alleen maar beroerder en beroerder.
Volgens de verpleging is er niks met me aan de hand, maar ik sta er op om mij nogmaals te testen.
Het liefste hebben ze dat ik de fysiotherapie laat komen, maar ik ben zo beroerd dat ik dat liever niet heb (wie gaat er ziek nou naar afspraken toe?). Ik kom er niet onderuit, gelukkig ziet de fysiotherapie dat het echt niet goed gaat en laten ze me die dag met rust. Hopelijk voel ik me snel beter.
En dan is eindelijk de uitslag van de test er.........