Snap
  • Zwanger
  • zwangerschap
  • zwangerschapsafbreking
  • vruchtwaterpunctie
  • stilgeboorte
  • Slechtnieuws

Onze wens voor een tweede kindje #6

In de vorige post kon je lezen hoe we de eerste GUO beleefden en de twee weken hierna. Het eindigde met het nieuws dat ons kindje niet met het leven verenigbaar was, vanaf hier lees je verder.

Waar je het ene moment denkt in het belang van het kindje, ‘’ Wat kunnen we doen om het voor hem zo prettig mogelijk te maken?’’ ga je ineens over in een hele andere stand: ‘’Wat zijn de risico’s voor mij als zwangere vrouw en wat gaan we vragen van ons gezin hierin?’’. De afgelopen weken waren killing, ik zou dit nooit nog tot 40 weken (indien hij zolang zou kunnen blijven zitten, die kans was überhaupt al klein) vol kunnen houden. Van Cas vragen om de onrust en het verdriet van de onzekerheid zo lang te voelen, gaf ons ook geen goed gevoel. Dat verdiende die kleine man niet. De keuze was snel gemaakt, ik wilde weten welke diagnose hier aan vast zat en vooral: is het erfelijk. We gaven aan de vruchtwaterpunctie te willen doen en de zwangerschap toch af te willen breken. Verdorie. Waarom was het nou woensdag? Zouden we nou echt tot dinsdag moeten wachten voor we terecht zouden kunnen? We bespraken wat het zou betekenen als we de 24-wekengrens over zouden gaan. Als je dan nog een zwangerschap af zou breken, dan zou er een hele hoop papieren rompslomp bij komen kijken omdat het wettelijk niet toegestaan is. Met een duidelijke, niet levensvatbare diagnose kan hier een uitzondering voor worden gemaakt maar dit moet wel helemaal goed vastgelegd worden. Het verdriet dat we dit kindje zouden gaan verliezen was al groot zat, ook nog met papierwerk bezig moeten zijn hadden we echt geen behoefte aan en onze voorkeur ging dus uit naar het voor 24 weken afgebroken hebben.

Maar dan zit je daar. Je bent 23 weken zwanger en het is woensdag. Gelukkig was de arts heel erg begripvol en gaf aan dat hij wellicht iets kon regelen, een spoedpunctie tussendoor. Alleen moest hij een collega vinden die dit zou kunnen doen en een second opinion vragen omtrent onze keuze. De arts vroeg ons even plaats te nemen in de wachtkamer en zou wat belletjes plegen. We namen weer plaats naast de verloskamers. De keuze dat ik zou gaan bevallen viel rouw op mijn dak en we zaten in stilte naast elkaar.

Ben je gek!? Je gaat toch geen naald in je buik laten steken. RENNEN!

Mijn angst voor naalden kwam ook weer om de hoek kijken. Ik begon te trillen als een gek. Enerzijds wilde ik natuurlijk heel graag dat de punctie nu direct zou zijn, want dan zijn we er ook maar van af. Maar tegelijkertijd schreeuwde elke vezel in mijn lijf: ‘’Ben je gek!? Je gaat toch geen naald in je buik laten steken. RENNEN!”. We waren het allebei 100% eens met onze keuze en beloofden elkaar om rust te bewaren. Samen zouden we dit kunnen! Net toen we een beetje rustiger werden, werden we opgeroepen door een arts. Een vrouwelijke arts, niet te onze. Toen wisten we genoeg, de punctie ging nú gebeuren. We liepen mee en namen plaats in een grote kamer. Hier werd alles rustig uitgelegd, kregen we veel begrip en werd bij ons beiden bloed afgenomen. Ook kregen we direct te horen hoe de rest van de dagen eruit zouden zien. Dit had ik niet verwacht. Aanstaande vrijdag kregen we een gesprek met de verpleegkundige van de verloskamers, ’s middags een videoconsult met het UMCG over het genetisch materiaal en zaterdagochtend mochten wij ons melden voor de inleiding. Ineens zaten we in een gigantische achtbaan terecht die met 3000km/u vooruit denderde. Ik gaf aan een enorme angst te hebben voor naalden en hier was gelukkig heel veel begrip voor. En toen schoot de opmerking van de verloskundige weer door mijn hoofd: ‘‘leg alles vast!’’. Ik vroeg of het goed was om het te filmen, merkte dat ze deze vraag niet gewend waren maar kreeg gelukkig wel toestemming. Mijn man pakte onze camera en besloot het echoscherm te filmen. Die arme man had een hele klus te doen, hij moest filmen maar ook zeker mijn hand vasthouden en mij rustig houden.

En toen was het zover. Mijn buik was ingesmeerd met jodium en de spullen lagen klaar. De arts bracht een naald in in mijn buik. Ik pufte de stekende pijn weg en besloot mij te focussen op het scherm. Daar zag ik ons kindje, die af en toe nog lekker bewoog. Het viel me tegen hoe lang de naald in mijn buik bleef. De arts gaf aan dat ik het super deed en toen was het klaar. De naald werd uit mijn buik gehaald en vrijwel direct voelde ik mijn baarmoeder samentrekken. Een mega kramp was de reactie. Gelukkig mocht ik even rustig blijven liggen. De eerste moeilijke stap was gezet. Alles om erachter te komen wat er mis was gegaan en of dit ‘domme pech’ was of dat er meer zou spelen.

Die dag moest ik wat rustiger aan doen en vooral mijn lichaam aanvoelen. In een rolstoel rolde mijn man mij het ziekenhuis uit en eenmaal buiten overviel mij wat er zojuist allemaal gebeurd was. We stapten het ziekenhuis hoopvol in, wellicht zouden we goed nieuws krijgen, en we vertrokken met de kennis dat ons kindje dit weekend geboren zou worden. Ik besloot mijn moeder, die thuis op Cas aan het passen was samen met mijn zus, te bellen om te vertellen wat er gebeurd was. Dit was een kort gesprek, want thuis zou ik alles vertellen. De rit naar huis was niet prettig, mijn buik reageerde flink op de punctie en ik moest de krampen regelmatig wegpuffen. Thuis vertelde ik op de bank het verhaal en huilden we samen.

We besloten de hele gebeurtenis voorzichtig in ons hoofd uit te stippelen. Wat als hij geboren was? Hoe zouden we hem dan vasthouden?

We schoten vooral erg in de praktische modus. Wat moest er allemaal geregeld worden? Oppas van Cas? Tas pakken et cetera. Die avond hebben we Google afgestruind. Nu ons kindje eerder geboren zou worden, zouden we ook ineens aan andere dingen moeten denken. Kleren bijvoorbeeld. Op internet kwamen we er al gauw achter dat er voor zulke mini-kindjes geen kleding te koop was. De echte mini kleding was voor de kindjes die opgenomen zouden worden op de NICU. Dat zou met Jip niet gebeuren, en afgaande op de echo’s was de verwachting dat hij ook niet zo groot als die kindjes zou zijn. We besloten de hele gebeurtenis voorzichtig in ons hoofd uit te stippelen. Wat als hij geboren was? Hoe zouden we hem dan vasthouden? Een omslagdoek. Oké, ik had nog een omslagdoek liggen van Moeders voor Moeders. Deze was super zacht. Maar toch was dit niet juist. Deze doek was gemaakt voor een kindje die volgroeid was. Dus qua maat was de doek veel te groot. Ik zou het verschrikkelijk vinden om een doek te hebben waar hij in zou 'verdrinken'. Iets passends zoeken dus. En toen kwam ik op de website van sterrenkindje.nl. Een vrouw die zelf een kindje verloren is heeft haar verdriet omgezet in iets prachtigs. Een bedrijf waar zij omslagdoeken en manden maakt voor stilgeboren kindjes. Hier konden we wél de maat passend bij de baby kiezen. De levertijd was 48 uur. En dan nog verzenden. Even zonk de moed ons in de schoenen. Toch was er, voor ons gevoel, niet veel tijd om te gaan balen. We lieten dit even achter ons en googelde verder. Wij wilden graag de geboorte van ons kindje kenbaar maken via een geboortekaartje. Wij wilden een combinatie van een geboortekaartje en een rouwkaart. Kenbaar maken dat ons tweede kindje geboren was, maar ook zeker aandacht schenken voor de verdrietige situatie. Ook hierin was gelukkig op internet een hoop te vinden. Al gauw kwamen wij op de website van studio bitterzoet. Een website die allerlei kaarten maakt, en ook voor stilgeboren kinderen. Kaarten die welkom heten en afscheid nemen stond er op hun website. Precies dat wilden wij.

Toen mijn man even wat anders ging doen, heb ik alvast een kijkje op de site genomen. Direct werd mijn aandacht getrokken door een donkerblauwe kaart. Hierop stonden voetafdrukjes afgebeeld. De rust en warmte die het uitstraalde sprak mij aan en ik besloot de kaart aan te passen met de naam van ons kindje. Op dat moment kwam mijn man de kamer weer in en gaf direct aan deze kaart heel erg mooi te vinden. Even nog hebben wij verder gekeken op de website, maar na een kaartje of drie waren wij er wel uit. Geen enkele vonden wij zo mooi als de blauwe kaart. Deze keus was gauw gemaakt, dit zou het kaartje zijn. Na het uitzoeken van het kaartje hebben we nog even gegoogeld over de zakelijke kant van het verhaal. Hoe zit het verzekeringstechnisch en heb ik recht op kraamzorg ja of nee? Omdat het al diep in de avond was, waren de klantenservices uiteraard niet meer bereikbaar en zouden we moeten wachten tot de volgende dag voor we antwoord op onze vragen zouden krijgen. We zijn moe maar voldaan naar bed vertrokken en hebben die nacht, wonder boven wonder, redelijk geslapen.

’s Ochtends stond ik direct weer in de regelstand. Ik wilde antwoorden en duidelijkheid. Direct na het ontbijt schoof ik met mijn laptop aan de eetkamertafel en pakte ik mijn telefoon erbij. Ik zou starten met bellen van de kraamzorgmaatschappij. Ik stond al bij hen ingeschreven dus leek het mij vanzelfsprekend om hen te bellen met de vraag: Hoe nu verder? Ik merkte dat de vrouw aan de andere kant van de lijn schrok van de situatie en even wat verstarde. Mijn vraag was best simpel, kon ik nog kraamzorg krijgen of niet? Hier kreeg ik niet zo’n duidelijk antwoord op, volgens de vrouw aan de lijn moest ik hiervoor bij de verzekering zijn. Zij besloten dit voor mij, en niet de kraamzorgmaatschappij zelf. Ik gaf aan nog van mij te laten horen en besloot de verzekering op te bellen.

Wat voelt het verschrikkelijk rot om het gevoel te krijgen dat bij geen enkel bedrijf jouw kind er toe doet. Simpelweg omdat hij, voor hen, te vroeg geboren word.

Overal op internet staat vermeld dat verzekeringen kindjes pas toevoegen aan de verzekering vanaf, wederom, de 24-weken grens. Ik begrijp dat er ergens een grens getrokken moet worden, maar mijn vrede. Wat voelt het verschrikkelijk rot om het gevoel te krijgen dat bij geen enkel bedrijf jouw kind er toe doet. Simpelweg omdat hij, voor hen, te vroeg geboren word. Toch voelde ik ook hierin echt een gigantische drang om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Nee heb je, ja kun je krijgen. Ik besloot mijn zorgverzekering te gaan bellen en de situatie uit te leggen. Waar ik verwachtte dat dit een pijnlijk gesprek zou zijn waarin ik mijn poot stijf moest houden, werd dit een enorm begripvol gesprek waarin al heel snel duidelijk was dat in hun polissen al lang stond dat zij uitkeren vanaf 16 weken zwangerschap. Ik zou dus gewoon recht hebben op kraamzorg! In principe heb ik recht op de minimale uren, dus 4x2 uur. Ik gaf aan dat ik waarschijnlijk behoefte had aan meer en vroeg of dit mogelijk was. Ook hierin werd ik verrast. De verzekeraar gaf aan dat dit op indicatie van de verloskundige helemaal geen probleem zou zijn. Aan het einde van het gesprek kreeg ik nog een kanttekening mee, de kraamzorgmaatschappij had makkelijk antwoord kunnen geven op mijn vraag. De regels met betrekking tot dit soort uitzonderlijke situaties zijn namelijk altijd openbaar gedeeld onder de verzekering en de kraamzorg. De vrouw gaf aan dat het dus een beetje vervelend was dat de maatschappij mij door hadden gestuurd. Ik gaf aan dit door te geven en dankte voor het fijne gesprek. Met een tevreden gevoel hing ik de telefoon op.

Hierna belde ik nogmaals de kraamzorg op, ik legde mijn verhaal nog eens uit en gaf aan dat ik recht had op kraamzorg. Ik kreeg uitleg wat te moeten doen om het in gang te kunnen zetten en hing hierna ook met een tevreden gevoel op. Het plaatje kraamzorg was geregeld. Hierna ging ik weer naar Google om weer ons hoofd te breken over de omslagdoek. Ik besloot de dame in kwestie te bellen en uit te leggen hoe onze situatie ervoor stond. Een enorm vriendelijke en vooral begripvolle vrouw stond ons te woord en vertelde alles op alles te zetten om op tijd de doek klaar te hebben. Als wij even aan zouden geven welke stoffen wij zouden willen hebben, dan zou zijn hem diezelfde dag nog klaar maken. Het verzenden ging niet lukken, dus in ruil daarvoor besloten wij de doek op te gaan halen. Een kleine drie kwartier rijden verderop. Ook hier werden we weer ontzettend vriendelijk ontvangen. In onze handen kregen wij een prachtige,stervormige, okergele doek. Precies zoals we ons hadden ingebeeld, en ontzettend klein. In deze doek zou ons kindje komen te liggen. De terugrit naar huis heb ik de doek niet meer losgelaten. Deze dagen gingen in een enorme sneltreinvaart maar ergens ook waas voorbij. We moesten zoveel regelen, stonden zo gigantisch in de overlevingsfase dat we achteraf denken: ‘Hoe hebben we in vredesnaam zoveel in zo’n korte tijd kunnen regelen en ook nog ruimte voor de pijn kunnen hebben?’ Antwoord? Eigenlijk was er geen ruimte voor te pijn en het verdriet. Natuurlijk hebben we gehuild, en zijn we boos geweest. Maar voornamelijk puur praktisch.

We vlogen van hot naar her, waren veel bij onze ouders en maakten ons klaar voor de zaterdagochtend. Tussen alle bedrijven door 'versierden' we nog een kistje voor ons kindje en nam ik op donderdagavond ook nog de eerste pil voor het afbreken in. Op vrijdagavond lagen we op tijd in bed. We sliepen onrustig om op zaterdag 6 maart vroeg wakker te worden. Vandaag was de dag.

In de volgende post zullen jullie het bevallingsverhaal lezen.