Snap
  • Zwanger
  • zwangerschap
  • afwijkingen
  • Diagnose
  • Guo
  • 24weken

Onze wens voor een tweede kindje #5

Het was maandagochtend en ik werd enigszins rustig wakker. Vandaag hebben we de GUO. Mijn buik was hard, knetterhard. Ik kon gewoon een hard bolletje voelen in mijn buik. Ik lag nog even rustig wakker te worden met mijn handen op mijn buik toen ik diep onderin mijn buik ineens wat voelde. Een plopje. Het zal toch niet? Ik zal het wel verkeerd gevoeld hebben. Toch bleef ik nog even liggen. Daar was het weer, nog een plopje. Op de dag van de GUO besloot ons kindje zich voor het eerst echt voelbaar te maken. Mijn ogen vulde zich met tranen en mijn hart vulde zich met trots. Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar dit kindje toont moed, kracht en hoe het ook zou eindigen we zouden dit samen doen. Jij en ik. Zolang hij nog in mijn buik zit, kan ik nog van je genieten.

We maakten ons in stilte klaar voor de echo. We aten een paar hapjes yoghurt, gaven Cas een hele dikke kus en vertrokken met de auto richting Zwolle. De parkeerplaats was nagenoeg leeg. Na een paar coronachecks en desinfecteren namen we plaats in de wachtkamer van de verloskunde/gynaecologie. Links van ons waren de verloskamers. Aan de wand hingen tientallen geboortekaarten. Het verplegend personeel stond te kletsen achter de balie, zo nu en dan hoorde je een pieper afgaan en zag je er een wegschieten. Na een klein kwartiertje wachten werden we opgeroepen. We liepen achter een arts aan met blond haar, hij zal rond de 40 zijn geweest en had een vriendelijke uitstraling. Eenmaal in de echokamer mochten we plaatsnemen in de stoelen aan het bureau. Eerst werden de bevindingen van de 20-weken echo besproken en was er aandacht van hoe we het weekend hebben ervaren. Wij gaven aan dat we graag meer wilden zien en graag duidelijk wilde horen wat de arts vaststelde.

De arts kon enkel spreken van vermoedens omdat het niet allemaal even duidelijk zichtbaar was. Wel sprak hij een vermoeden qua diagnose uit, eentje die niet met het leven verenigbaar is. De arts durfde dit vermoeden wel uit te spreken maar drukte ons op het hart niks met zekerheid te kunnen zeggen.

Hierna mocht ik plaatsnemen op de echobank. Mijn buik ontbloot en warme gel erop. Al gauw zagen we ons kind weer op het scherm tevoorschijn komen, zijn hartje klopte nog altijd heel mooi. De arts bekeek eerst zijn hoofdje en constateerde hier hetzelfde als bij de 20-weken echo. De rest van het lijfje werd ook bekeken, ook hier werd de erge groeiachterstand opgemerkt maar kwam hij op 18 weken uit in plaats van 16. De arts had moeite met het goed in beeld brengen, wederom door de opgevouwen houding waarin de baby lag. Na een tijdje duwen met de echokop besloot hij het inwendig te proberen. Ook hier kwam een niet al te duidelijk beeld uit. De arts kon enkel spreken van vermoedens omdat het niet allemaal even duidelijk zichtbaar was. Wel sprak hij een vermoeden qua diagnose uit, eentje die niet met het leven verenigbaar is. De arts durfde dit vermoeden wel uit te spreken maar drukte ons op het hart niks met zekerheid te kunnen zeggen.

Woorden als zwangerschapsafbreking, vruchtwaterpuncties en verder onderzoek vlogen ons om te oren. De arts gaf ons de ruimte om onze gevoelens kenbaar te maken. Ik gaf aan dat ik het simpelweg niet zou kunnen om een zwangerschap af te breken. Over een vruchtwaterpunctie moesten wij nog erg goed nadenken, ik durfde dit niet vanwege een extreme angst voor naalden. De arts vertelde mij dat de punctie ongeveer zou voelen als het bloedprikken en over het algemeen vrouwen achteraf zeggen dat het meeviel. Wij zouden hier nog over nadenken en praten thuis. De arts vertelde dat als wij dit wel besloten te doen, wij het spoednummer mochten bellen. De puncties werden namelijk op dinsdag gedaan, en het was nu maandag. Morgen was onze eigen arts aanwezig voor de punctie, die dinsdag erop een andere dus als we graag bij hem zouden willen dan zou dat over twee weken kunnen. Hier konden we nu nog geen antwoord op geven. We besloten in ieder geval een herhalings-GUO te plannen in de hoop dat ons kindje gegroeid zou zijn en hij dan beter in beeld gebracht zou kunnen worden. Wij vestigden onze hoop hierop, zodat de arts dan met meer duidelijkheid kon vertellen wat er met ons kind aan te hand was en wat dit zou betekenen voor het vervolg.

Nog nooit eerder hebben we zoveel kilometers afgelegd op de fiets, zoveel zandkastelen gebouwd op het strand en zoveel schapen geaaid. Hoe dichterbij we bij de tweede GUO kwamen, hoe meer hoop ik begon te krijgen.

We vertrokken weer naar mijn ouders, brachten hun op de hoogte van de zorgwekkende echo en gingen twee lange weken in. Weken waarin ik de kleine vaak voelde, we heel veel afleiding hebben gezocht en thuis veel uitstapjes hebben gemaakt met Cas. Nog nooit eerder hebben we zoveel kilometers afgelegd op de fiets, zoveel zandkastelen gebouwd op het strand, zoveel koekjes gebakken en zoveel schapen geaaid. Hoe dichterbij we bij de tweede GUO kwamen, hoe meer hoop ik begon te krijgen. Ondertussen hadden we nauw contact met onze verloskundigen en hebben we daar nog een aantal controles gehad. Het vermoeden (de diagnose) van de arts bracht ook gevaren voor mij als zwangere vrouw met zich mee. Omdat wij aangaven de zwangerschap te willen voldragen, moesten we gaan nadenken hoe dit vorm te geven.

Er was een vergrote kans op zwangerschapsvergiftiging, dus goede controles waren erg belangrijk. Op de verloskundigenpraktijk werden we gezien door een, voor ons nieuwe, verloskundige. Haar hadden we nog niet eerder ontmoet, ik had haar enkel gesproken via de telefoon. Toch voelde het alsof we elkaar al wel kenden, het was direct vertrouwd en veilig. Zij vroeg ons of we het fijn zouden vinden om nog even met de echo te kijken. Natuurlijk wilden we dit! Helaas zaten we wel in een kamer met minder goede echo-apparaten dus moesten we ons niet verheugen op hele goede beelden. Dit maakte ons niet uit, even kijken was al fijn. Zou zijn hartje nog kloppen? Gelukkig kregen we hier al gauw goed nieuws, hij leefde nog en was zelfs lekker aan het bewegen. Hij trapte met zijn voetjes, was aan het gapen en slikken en zwaaide met zijn armpjes heen en weer. Ook lag hij nog altijd in die opgevouwen houding dus was het lastig om te zien. Ondanks het slechte echo-apparaat hadden wij nog niet eerder ons kind zó duidelijk en goed gezien. Dit spraken we uit, waarop de verloskundige aangaf dat ze dat jammer vond. Ze bood aan om een nieuwe afspraak te plannen, in de kamer met goede echo-apparatuur om eens even uitgebreid te kunnen kijken naar hem. Niet voor de medische noodzaak, maar puur ‘beeldmateriaal is altijd fijn, en als je het hebt dan kun je er naar kijken. Als je het niet hebt, zul je het missen’. Je kunt het altijd verwijderen als je het niet wilt zien, was een van haar opmerkingen. Ze tipte om álles vast te leggen wat mogelijk was. Dit hebben wij in onze oren geknoopt. Vier dagen later meldden wij ons weer op de praktijk en hebben we maar liefst drie kwartier lang, verliefd, gekeken naar ons kindje. Hoe hij lekker rondspartelde. Ook werden er een paar mooie foto’s afgedrukt. Dit was precies wat we nodig hadden. We zagen zelfs dat hij gegroeid was! Hij was nu ter grootte van bijna 20 weken, en leek het dus dat hij wel met de tijd meegroeide. Dit kon toch best goed nieuws zijn. We vertrokken met een fijn gevoel, wel besloten we dit niet te delen met familie. We wilden anderen niet onnodig hoopvol maken. Toch groeide de hoop op meevallers bij ons wel.

Vijf dagen later, op 3 maart 2021, meldden wij ons weer in het ziekenhuis, op een woensdag. Hier baalden wij flink van, we hadden het nog over de vruchtwaterpunctie gehad en besloten dit nu niet te doen en af te laten hangen van de echo. Maar omdat de echo op een woensdag was in plaats van op een maandag, zou dit lastig zijn. Ik was ondertussen 23 weken zwanger en met 24 weken ga je een bepaalde grens over. We liepen het ziekenhuis in. Na een paar minuten wachten in de wachtkamer, werden we opgeroepen door de arts. We mochten weer plaatsnemen op de stoelen en vertelden hoe we de afgelopen weken door zijn gekomen. Hierna was het tijd voor de echo. Opnieuw nam ik plaats op de echobank en startte de echo. Dat de baby gegroeid was zag ook de arts. Hij kon alles net iets beter zien. Waar wij nog iets van hoop hadden en bij vorige echo’s ook hoorden dat er een hoop (organen) wel goed aangelegd was, was dat nu andere koek. We gaven aan alle informatie te willen horen en dat resulteerde in een hele waslijst aan afwijkingen. De vermoedens van de arts werden versterkt. Hij gaf aan dat los van een eventuele diagnose, elke afwijking afzonderlijk van elkaar al moeilijk met het leven verenigbaar zouden zijn. Vooral de afwijking aan het hart baarde hierin erg zorgen. Mijn man en ik keken elkaar aan en eigenlijk hoefden we niks te zeggen. Het werd pijnlijk duidelijk dat ons kindje niet zou kunnen leven en de vraag was nu enkel; hoe verder?