Snap
  • Zwanger
  • Gezond

HELLP na de bevalling – De bevalling

Met 40 weken word ik ingeleid. Terwijl de bevalling op gang lijkt te komen, krijg ik ontzettende pijn boven in mijn buik…

Mijn man komt binnenlopen; hij hoort mij kermen en ziet me door de keuken heen en weer lopen: stilstaan is geen optie, de pijn is te hevig. Ik leg uit dat ik ontzettende pijn heb en dat het foute boel is. Hij belt het spoednummer van de verloskundige afdeling en legt uit wat er aan de hand is. We mogen direct komen. We pakken de laatste spullen, doen de lampen uit en de deuren op slot en rijden naar het ziekenhuis. Nooit heb ik me beseft hoeveel hobbels en drempels er in de weg zitten. Het is maar 3 minuten rijden, maar het voelt als een eeuwigheid. Terwijl we al bijna bij de ingang zijn, laat ik hem de auto stoppen. Ik moet er nu uit, ik moet overgeven. Terwijl hij de auto wegzet, loop ik heen en weer. Mijn man pakt een rolstoel en we racen door het ziekenhuis heen naar de afdeling verloskunde. Daar aangekomen staat de verpleegkundige ons al op te wachten. Of ik even op het bed wil gaan liggen. Liggen?! Nu?! Hoe dan?! Uiteindelijk lukt het met hulp van mijn man en de verpleegkundige en heb ik elk greintje zelfbeheersing nodig om min of meer stil te liggen. Mijn armen en benen beweeg ik onophoudelijk; de pijn is anders niet te hanteren. Ik word aan de CTG gelegd en mijn bloeddruk wordt opgenomen. 170/110… Veel te hoog.

De gynaecoloog wordt erbij geroepen. Ik geef inmiddels om de 5 a 10 minuten over. Binnen no-time heb ik de hele voorraad spuugzakjes erdoorheen gewerkt. De gynaecoloog neemt nogmaals mijn bloeddruk op en komt tot dezelfde uitslag. Ik blijk acute pre-eclampsie te hebben. De gynaecoloog test mijn reflexen; die zijn te hevig. Hij besluit dan ook om magnesium toe te dienen, om te voorkomen dat ik epileptische insulten of een hersenbloeding krijg. Het lukt de verpleegkundige niet om een infuus te prikken; mijn handen zijn zo opgezwollen van het vocht dat mijn aderen slecht te voelen zijn. De gynaecoloog brengt uiteindelijk zelf met enig geweld een infuus aan met de woorden: “sorry, maar het moet echt even, want anders gaat het niet goed komen met je”.

Ik ben nu dan wel in het ziekenhuis, maar ik verga nog steeds van de pijn. Ondanks de bloeddrukverlagers en de magnesium, voel ik me nog steeds niet beter. Pas nadat alle controles bij de baby zijn gedaan, krijg ik morfine toegediend. Die neemt de pijn niet weg, maar haalt wel de scherpe randjes er vanaf. Pas nu voel ik dat ik ook weeën heb. Het CTG had dat al laten zien. Na tweeënhalf uur in een heksenketel te hebben rondgedraaid, komt de wereld weer enigszins tot rust. De inleiding zal om 5 uur verder ingezet worden en morgen wordt ons kindje geboren. Mijn man haalt de spullen uit de auto en we proberen wat te slapen. Terwijl de weeën doorgaan, laat het CTG een dippende hartslag van de baby zien. Mijn man en ik maken ons zorgen. We bespreken met elkaar dat dit best eens een keizersnede zou kunnen worden en dat vinden we prima. Zolang het maar goedkomt met de baby. De bevalling zet nog onvoldoende door en mijn vliezen worden gebroken om e.e.a. te bespoedigen. Ook worden weeënopwekkers toegediend. De bevalling vordert wel, maar slechts langzaam.

Het is 6 uur ’s morgens. De hartslag van de baby gaat verder achteruit. De gynaecoloog wordt erbij geroepen. Er moet bloed bij de baby worden afgenomen. Met een kleine 4 centimeter ontsluiting is dat geen gemakkelijke opgave, maar het lukt. De baby blijkt een enorm zuurstof tekort te hebben. Spoedkeizersnede. De gynaecoloog vindt het belangrijk dat ik wel de kans krijg om bij te zijn tijdens de geboorte, dus er wordt één poging gedaan tot het zetten van een ruggenprik. Dat lukt. Nog voor de tent is opgezet en voor het gevoel volledig uit mijn buik is verdwenen wordt de eerste incisie gezet. Binnen vijf minuten is de baby er. Een meisje!

Het is 7.16 uur en onze dochter is geboren. Ik zie haar heel even boven het scherm en dan gaat ze naar de kinderarts. De rest gaat aan me voorbij. Ik ben blij dat het voorbij is en dat de baby er is. Door de ruggenprik is de pijn eindeijk weg. Ik hoor mijn man zeggen dat hij meegaat met onze dochter en ik antwoord dat dat goed is. Ik moet weer overgeven. Ik besluit mijn ogen maar even dicht te doen, het is even genoeg geweest.