Snap
  • Zwanger
  • Bevallingsverhalen
  • zwangerschap
  • zwanger
  • verloskundige
  • onverwacht
  • verloskunde

Er is hier een baby geboren...

Tijdens één van mijn late diensten in het ziekenhuis kreeg ik een wel heel bijzonder telefoontje van een ambulancebroeder. Hij was op een oproep afgekomen van een vrouw die thuis was bevallen zonder enige hulp. Lees het hele verhaal hier.

Het is grijs en grauw als ik naar mijn werk rijd aan het begin van de middag. Het is een klein stukje rijden en het is rustig op de weg. Ik parkeer mijn auto in de garage en haal mijn witte pak op uit de automaat. Ik loop naar de afdeling en grijp ondertussen een kop hete thee mee richting ons kantoor.

Nadat ik me heb omgekleed, de computer heb opgestart en een vluchtige blik op de afdelingsbezetting laat glijden, schuif ik aan tafel om de overdracht van mijn collega’s te krijgen.

‘Wordt een makkie vanavond,’ begint mijn collega.

‘Alle dames zijn al bevallen en er komen maar twee vrouwen voor een ballon.’

‘Ook wel eens lekker,’ begint de collega die de dienst met mij begint. ‘Heb ik eindelijk eens tijd voor mijn werkgroep-taken.’

De vroege dienst draagt de patiënten die op de afdeling liggen over en vertrekken naar huis.

Ik ga met de collega van de late dienst rond de tafel en we verdelen de enkele patiënten die er liggen. Ik heb gisteren ook gewerkt dus ik ken een aantal kraamvrouwen waar ik nog even langs wil. Mijn collega doet een ander deel. Ook nemen we ieder een primer. We verdelen de telefoons voor de spoedzaken en gaan daarna achter onze computers zitten. Ik lees me in en duik wat dieper in bepaalde dossiers van bijzondere casussen.

Op een afdeling waar ik werk, leer ik elke dag. Er is altijd wel ergens een ziektebeeld of iets bijzonders wat ik enkel in de boeken of op school heb geleerd (of zelfs niet eens). Ik vind alles interessant en lees daarom graag hoe bepaald beleid tot stand is gekomen bij verschillende zwangeren.

Nadat ik alles heb gelezen, loop ik een rondje over de afdeling. Ik klets wat met de verpleegkundigen en loop nog eens naar het keukentje voor een bakje thee. Ik loop terug naar de artsenkamer en neem plaats aan tafel. Mijn collega is nog op pad dus ik blader wat in een tijdschrift dat er ligt. Ik zit nog geen kwartier als mijn telefoon gaat.

Ik neem op en hoor een mannenstem aan de andere kant van de lijn.‘Met Jeroen, ambulancedienst,’ begint de man.Ik ga rechtop zitten en vis een pen uit mijn borstzak.‘Ja, hallo.’‘Er is hier zojuist een dame bevallen, veel te vroeg.’Ik hoor enige adrenaline in zijn stem.‘Vertel, wat zie je.’

‘We kregen een oproep van een man dat zijn vrouw veel bloed verloor in de badkamer en dat ze op de grond lag. We zijn nu hier en ze is net twee minuten voor onze binnenkomst bevallen. Ze heeft veel bloed verloren, en het kindje is heel klein,’ ratelt hij lichtelijk in paniek verder.‘Huilt het?’‘Ja, het huilt wel, maar niet heel hard,’ zegt Jeroen.‘Is het roze?’ vraag ik.‘Ja het is roze, wel wat donkerrood.’‘Hoever was ze zwanger?’‘Dat weet ze niet,’ zegt Jeroen. ‘Ze wist niet dat ze zwanger was.’Daar wordt het verhaal anders van. Een kindje zonder prenatale controles, klein, maar roze en huilend.‘En hoe klein is het kindje? Leg het eens op je onderarm, als het groter is dan dat valt de prematuriteit mee.’Ik hoor Jeroen wat zeggen tegen zijn collega en ik hoor gestommel en gehuil op de achtergrond. ‘Ze is iets groter dan mijn onderarm,’ zegt Jeroen na enige tijd.‘Mooi, ze wist niet dat ze zwanger was en heeft dus geen verloskundige zorg gehad. Ik bel ondertussen even de verloskundige uit de eerste lijn bij haar in de buurt,’ zeg ik.‘Dat hoeft niet,’ zegt Jeroen. ‘Dat heb ik al gedaan vlak voor ik jullie belde. Zelf onlangs een kindje gekregen en het nummer stond nog in mijn telefoon.’Wat goed. Ik snap nu ook waarom Jeroen dacht dat het een hele kleine baby was. Als je al een grote baby thuis hebt, lijken alle pasgeborenen dwergjes.'‘De verloskundige is onderweg.’‘Mooi, goed bezig,’ prijs ik zijn handelingen. ‘En de bevallende vrouw, is zij stabiel of vloeit ze nog steeds?’‘Ja, zij is stabiel. Ik heb controles verricht. De placenta is er nog niet en ik zie voor nu geen forse bloeding,’ zegt Jeroen.‘Fijn,’ zeg ik. ‘Probeer het kindje goed in warme doeken te wikkelen. De verloskundige zal zo wel komen.’

Jeroen geeft alle informatie die hij over moeder en kind heeft aan me door. Ik schrijf alles op. Als hij de meeste informatie heeft gedeeld maken we een plan voor het vervoer richting ziekenhuis. Er is geen maxi-cosi of andere autostoel voor het kind in huis dus er moet een tweede ambulance komen. De ambulance-chauffeur regelt al een tweede ambu. Twee patiënten in één ambulance is namelijk niet toegestaan.

Ondertussen hoor ik een nieuwe stem in de ruimte. Het blijkt de verloskundige te zijn.‘Ik hoor dat jullie versterking hebben,’ zeg ik.‘Klopt,’ zegt Jeroen. ‘We redden het nu hier wel, tot zo.’‘Tot zo,’ ik hang op.

Mijn oren klapperen nog een beetje van het gesprek. Jeetje, zij is gewoon thuis bevallen zonder dat ze wist dat ze zwanger was. Dit hoor ik alleen op televisie. Natuurlijk heb ik vaker vrouwen gezien die niet wisten dat ze zwanger waren maar vaak komen die ten tijde van de bevalling al richting het ziekenhuis.

De vrouw die nu bevallen is, heet Lucille, ze is 45 jaar oud en moeder van twee kinderen van 15 en 18. Die morgen was ze bij de huisarts geweest in verband met bloedverlies en buikpijn. De huisarts gaf aan dat dat (gezien haar leeftijd) normaal was en dat ze nog even thuis af mocht wachten. Niet wetende dat deze zelfde dame nog geen zes uur later thuis zou bevallen van haar derde kind. Lucille heeft nooit bedacht dat ze zwanger zou kunnen zijn, gezien haar leeftijd en door de bevestiging van de huisarts dat het normaal was wat ze had, heeft ze ook nooit aan weeën gedacht.

Ik zit nog steeds in de artsenkamer als ik ophang, dus ik loop snel naar mijn collega’s en doe uitgebreid verslag van mijn telefoongesprek. Een hoop: ‘Nee’s’ en ‘Meen je niet’s’ later maken we een kamer gereed waar Lucille en haar baby terecht kunnen. Eén van de verpleegkundigen gaat wat andere verloskamers langs en vraagt of ze wat kleren over hebben voor een moeder die dat niet heeft en komt terug met een eerste pakje. Het gele mutsje matcht totaal niet met het roze/rode broekje maar dat zal Lucille niets uitmaken.

Een half uurtje nadat ik het telefoongesprek met Jeroen heb afgerond, komt de eerste brancard de afdeling op. Het is de vader met het kindje in zijn armen.

‘Tja, een beter vervoersmiddel konden we niet echt bedenken en een babylance vond de verloskundige van thuis wat overdreven. Het was maar een klein stukkie, dus dat moest goed gaan dachten we,’ begint de verpleegkundige van de ambulance.

De vader van de baby, zichtbaar aangedaan van alles wat gebeurd is, stapt voorzichtig de brancard af en de verloskamer binnen. Hij is lang en slank, gekleed in een pantalon met een blouse erboven. Zijn haren zien eruit alsof hij er veel met zijn handen doorheen is gegleden. Het is volledig uit model en staat alle kanten op. Hij houdt het kindje stevig vast. En werpt af en toe een blik naar het kleine hoopje mens in zijn armen. We geven hem een stoel en laten hem daar even bijkomen.

Op de gang horen we weer wat bedrijvigheid. Ik loop naar de gang en zie de tweede ambulance aankomen. Dat moet Jeroen zijn, met Lucille op de brancard.

Lucille haar ogen zijn rood omrand van het huilen en haar haren hangen plakkerig langs haar gezicht. Ze draagt een chique shirt met een lang vest en ze komt op me over als een doorsnee dame die mijn buurvrouw had kunnen zijn.

Ik stel me voor en feliciteer haar met de geboorte van haar dochter. Ze tovert een glimlach op haar gezicht maar ik zie aan haar dat die van ver moet komen. Ze komt de verloskamer in en we leggen haar op bed. Haar man komt naar haar toe met de baby in zijn armen en geeft de baby aan Lucille. Ik draai me om naar Jeroen en hoor de laatste gegevens aan die Jeroen voor me heeft.

De verloskundige thuis heeft de placenta geboren laten worden en medicijnen gegeven tegen het bloedverlies. Een schatting van haar was dat het bloedverlies rond de 500 milliliter zit. De hoeveelheid bloed die Jeroen schetste was volgens haar vermengd met veel vruchtwater. Er waren geen hechtingen nodig en de verloskundige heeft het kindje nog even nagekeken voor ze naar huis is vertrokken. Ze had verder natuurlijk geen gegevens van de zwangere en wij kunnen hier in het ziekenhuis een dossier voor haar aanmaken dus voor haar geen meerwaarde om mee te komen naar het ziekenhuis. De placenta ligt in een vuilniszak op de brancard en tilt Jeroen met een zwaai op het aanrechtblad in de verloskamer.

‘Kijk maar wat je ermee doet,’ knipoogt Jeroen.Jeroen draait zich om naar Lucille, haar man en de baby.‘Ik zal je nooit vergeten,’ zegt hij met een glimlach. ‘Wat een bijzondere dag. Het ga jullie allen goed. Ik ben blij dat het allemaal goed lijkt te zijn.’Lucille kan enkel knikken en bedankt de heren die vervolgens de kamer verlaten.

Die avond blijft ook voor altijd in mijn geheugen. Het meisje werd nog nagekeken door de kinderarts en bleek naar schatting gewoon ergens geboren rond de uitgerekende datum. Lucille wist niet meer precies wanneer ze voor het laatst ongesteld was geweest en dacht dat ze mogelijk al in de overgang was geraakt. Haar kinderen waren niet thuis geweest die middag en wisten dus nog van niets. Ze hadden twee jongens en Lucille vertelde dat ze stiekem altijd van een meisje had gedroomd.

Ze zijn drie nachtjes in het ziekenhuis geweest. In die tijd hebben familie en vrienden het hele huis babyproof gemaakt en gezorgd dat alle benodigde spullen op orde waren. De verloskundige van de eerste lijn heeft het kraambed verzorgd samen met een kraamverzorgster. Na een aantal weken hoorde ik van de verloskundige dat het super goed ging met zowel ouders als het kleine meisje.

Ambulancebroeder Jeroen heeft mij later nog een keer gebeld. Hij wilde zijn verhaal nog even ventileren. Reanimeren kon die als de beste maar ‘die baby’s’ dat is toch echt wel een vak apart hoor. Aldus Jeroen.

2 jaar geleden

Haha, die baby’s is toch wel een vak apart 😂 . Heerlijk zo’n reactie 🥰