Eindelijk mag ik het ziekenhuis verlaten
Deel 16: Zwanger met een hartafwijking
3 Weken en een dag na mijn spoed opname mag ik het ziekenhuis verlaten.
Ruim 3 weken eerder werd ik met spoed opgenomen met het vermoeden van een trombose op mijn mechanische hartklep. Op één van de behandelingen hiervoor heb ik een bloeding in mijn psoasspier gekregen. Zenuwen naar mijn linkerbeen zijn beschadigd geraakt en ik kan enkel wat stapjes zetten met een rollator.
Bij het verlaten van het ziekenhuis ben ik 17 weken zwanger.
Ik voel me nog alles behalve goed. Ziek en slap.
Voor een revalidatiecentrum ben ik te goed bevonden. Mijn been kan manueel wel bewogen worden en ik kan wat stapjes zetten. Volgens de revalidatiearts is er niet zoveel aan de hand en kan ik zelfs hinkelen op het been als ik zou willen.
Geloof me, zo voelt het absoluut niet voor mij. Voor mij voelt het alsof ik er gelijk doorheen zak.
Naar huis gaan kan niet omdat mijn man Jelle in het onderwijs werkt en niet vanuit huis kan werken om voor mij te zorgen.
In overleg met mijn moeder kiezen we ervoor dat ik naar haar toe ga. Mijn moeder kan vanuit huis werken en zo voor mij zorgen.
In de laatste 2 dagen van mijn opname zijn een bed, rollator, toiletoverzet en thuiszorg geregeld.
In het ziekenhuis heb ik geleerd hoe ik mijn eigen billen kan afvegen. Die hulp wilde ik niet van mijn moeder thuis ontvangen. Ze zal me wel helpen met aankleden, tandenpoetsen en wassen onder andere.
Maar eerst nog een laatste ritje naar het VAS-team (om bloed uit mijn verstopte infuus te halen zoals elke ochtend), een hartecho en laatste check van de antistolling. En wachten tot de uitslagen.
Mijn verpleger komt mijn kamer in als ik aan het videobellen ben met een vriendin. Hij gaat mijn infuusafkoppelen, ik mag definitief het ziekenhuis verlaten en een hartoperatie is van de lange baan. Wat een opluchting. Eindelijk lijkt er een einde te komen aan deze ellende. Nu nog het hematoom wegwerken en dan is alles voorbij (denk ik op dat moment).
Nog een laatste keer douchen in het ziekenhuis.
Jelle pakt mijn spullen in, die moest vroeg komen omdat ze de kamer nodig hebben. Uiteindelijk moeten we nog een paar uur wachten tot alle ontslagpapieren en medicijnrecepten op orde zijn.
Via de ziekenhuisapotheek voor een lading medicatie gaan we naar de auto. Met veel moeite lukt het me in de auto te gaan zitten. Autorijden voelt vreselijk in mijn linkerbeen. De sensoriek is niet goed, zowel van de huid als de beleving in het been zelf. Gelukkig is het maar een half uurtje rijden.
Ken je die regenmakers? Als je ze verticaal houd maakt het geluid en dan moet je ze weer draaien voor het geluid. Zo voelt mijn been ook als ik ga staan, alsof er in de vertraging nog van alles doorheen gaat. Ik moet ook eerst even staan voordat ik kan gaan stappen.
De auto uitkomen is ook een onderneming. Allemaal handelingen die ik niet heb geleerd in het ziekenhuis.
Mijn linkerbeen was altijd mijn goede been, nu moet ik alles met het rechterbeen doen.
Oja, mijn moeder heeft ook nog een drempel voor de deur. Vraag me niet meer hoe, maar Jelle heeft me binnen gekregen.
Het is gek, ineens uit het ziekenhuis. Geen piepjes, geen infuus en geen zorgpersoneel wat in en uit loopt.
Op de bank gaan zitten en er vanaf komen is een grote uitdaging, evenals naar het toilet gaan (deuren).
We zullen de komende tijd tegen nog meer hindernissen en uitdagingen aanlopen.
Verder slaap ik heel veel en mijn moeder koopt eten wat ik lekker vind. Ik vind koken heerlijk om te doen, dat kan ik nu niet, maar ik kan wel mijn moeder instructies geven.
Twee dagen later eten we lasagne, ik kom niet verder dan drie happen.......