Snap
  • Zwanger
  • zwangerschap
  • baby
  • hormonen
  • Bekkenpijn
  • Bekkeninstabiliteit

De instabiele becky chronicles

Over bekkeninstabiliteit tijdens en na de zwangerschap

Ik krijg regelmatig de vraag wie Becky precies is. Is het m’n stiefdochter aan wie ik niet zo stiekem een gloeiende hekel heb? Heb ik meerdere persoonlijkheden met eigen wensen? De werkelijkheid is een stuk minder spannend. Toen ik tijdens mijn zwangerschap bekkeninstabiliteit kreeg vonden we dit een hinderlijk woord. Bas heeft bekkeninstabiliteit dan ook snel omgedoopt tot “bitch becky”. Inmiddels 2,5 jaar later afgekort naar Becky.

De afgelopen dagen werd ik weer even terug geworpen naar de glory days van Becky. De hormonen tijdens m’n menstruatie zorgen ervoor dat ze lekker kan bitchen, doordat alles weker is. Het zorgt er ook voor dat ik nul relativeringsvermogen heb en heerlijk kan zwelgen in mijn zelfmedelijden. Het wordt nóóit beter, en het ik ben precies niks verder gekomen in die anderhalf jaar dat Len extern is.

Maar da’s natuurlijk onzin, ik ben inmiddels een stuk verder gekomen. Wat voor mij werkt zal ik later nog eens schrijven. Het is tegenwoordig alleen zo heftig als ik eens per half jaar een stopweek heb. Om mezelf te helpen relativeren las ik weer eens een stukje wat ik twee jaar terug heb geschreven, onder andere over mijn eerste rolstoel ervaring. Lezen jullie mee?

5 december 2018

Ik dacht oprecht dat het een aandoening was uitgevonden door luie - maar briljante - vrouwen met een hekel aan stofzuigen. En een voorliefde voor drama. Dat laatste omdat we allemaal wel een vrouw kennen die 2 dagen na de innesteling luidkeels liep te verkondigen dat ze bekkeninstabiliteit had. En dan ook met irritante klemtonen: bekken-in-STÁ-bili-teit. Zo’n vrouw waarvan je verbaasd bent dat zo’n ongezellig wezen nog een kerel heeft gevonden om haar te bezwangeren, die iedere vorm van humor over zwangere vrouwen de grond in boort en denkt dat het pure noodzaak is dat iedereen op de hoogte is “want Frans - die eens per half jaar onderhoud pleegt aan het koffiezetapparaat op kantoor - heeft óverduidelijk géén idee dat zij bekken-in-STÁ-bili-teit heeft, anders had hij dat grapje niet gemaakt”.

Op het moment dat ik krap aan bevrucht met wat lichte pijntjes bij de bekkenfysio zat, en zij uitlegde dat stofzuigen en dweilen streng verboden was voelde ik de karmabui al hangen. Toen ik vroeg of ik dat advies zwart op wit met een krabbel eronder kon krijgen voor Bas, begon ze spontaan allemaal vragen te stellen over mijn relatie. Dit was tot mijn opluchting nog prima te verklaren aan de bovenstaande theorie. Zo’n bekkenfysio krijgt natuurlijk voornamelijk te maken met die drachtige humorloze klemtoonmisbruikende vrouwen, dan is een slecht gwapje op een gegeven moment gewoon moeilijk te plaatsen.

Die zeurende pijn en het stofzuig verbod waren dus de eerste scheuren in mijn theorie. Een theorie die in de weken en maanden daarna samen met m’n gevoel voor humor, mijn doorgaans zeer elegante manier van lopen en fatsoenlijke nachtrust verdween.

Wat er uiteindelijk dus voor zorgde dat ik een aantal weken geleden, op aandringen van de fysio’s en de verloskundige, Mijn Eerste Ervaring had in een rolstoel. Want ja daar gaat dit verhaal dus eigenlijk om, die ellenlange inleiding was eigenlijk puur omdat ik niks te doen heb én omdat ik dus stiekem zo’n vrouw ben geworden die wil dat de hele planeet weet van haar bekken-in-STÁ-bili-teit.

Wat een eyeopener vanuit zo’n rolstoel! Niet alleen heb ik mij heilig voorgenomen dat ik na de evacuatie van de buikbewoner squatten Serieus ga nemen, uit respect voor de mensen die continue met hun ogen op konthoogte zijn. Ik ben mij ook bewust geworden van hoe mensen zich gedragen tegenover mensen in een rolstoel. Sharing is caring, dus hier een paar do’s & don’ts.

1. Wees bewust van het soort glimlach wat je geeft. Lopend glimlachen mensen sowieso veel minder en anders. De Rolstoel-glimlach zegt: “ach meisje toch, zo jong en nu al in een rolstoel.”

2. De Partner-van-de-rolstoel-glimlach is nog intenser: “ach jongen toch, zo jong en dan een relatie met iemand in een rolstoel: WAT KNAP”

3. Hoge kirrende stemmetjes: nee, gewoon nee.

4. Knielen op ooghoogte. Ooit geleerd bij een pedagogische cursus hoe je beste contact maakt met kinderen en het is blijven hangen. Chapeau voor de gene die de cursus heeft gegeven. Jammer dat de kleine lettertjes vergeten zijn: niet doen bij mensen in een rolstoel of mensen met een groeistoornis (dat laatste kan ik mij zo voorstellen).

5. Antwoord geven aan Rolstoelbestuurder. Ik dacht persoonlijk dat dit een verhaal was wat ooit één rolstoelgebruiker is overkomen die dit overal verkondigd, maar nee het is serieus een ding.

6. Staren op het moment dat iemand in een rolstoel even opstaat. En dan heb ik het niet over gezonde “Gast, die meid ken gewoon lopuh gek” blikken maar “halleluja praise the lord for healing her!” gestaar, in groepsverband.

Maar.. niet zo negatief. De positieve kant van dit verhaal. Als aller belangrijkste: baby gaat super goed! Hij groeit goed, beweegt veel en is glansrijk de 20 weken echo’s doorgekomen.

Maar ook:

1. Het is tijdelijk voor mij. Hoe stom het ook is dat het voor nu nodig is, er zit een duidelijke eindtijd op. En dan kan ik niet anders dan stilstaan bij het feit dat dit helaas niet voor iedereen zo is. Dat ik bewondering heb voor de mensen die chronisch ziek zijn, en niet fulltime in een hoekje zitten te zwelgen in zelfmedelijden. Dat maakt meteen dat ik mij hoogstwaarschijnlijk ook wel eens schuldig maak aan “de rolstoel glimlach”.

2. Ons kind leert mij controle los te laten, in de rolstoel letterlijk wanneer ik bij een stoeprand overgeleverd ben aan de rolstoelvaardigheden van Bas (lees: achtbaanstyle) en buiten de rolstoel eigenlijk met alles: mijn werk, huishouden, sociaal leven. Als ik iets geleerd heb van m’n leerlingen de afgelopen jaren is dat controle leren loslaten echt MEGA voordelen op gaat leveren over plus minus 12 jaar. Als ik naar mijn ervaringen in horeca gelegenheden / supermarkten etc kijk gaat het op kleine schaal al voordelen opleveren over plus minus 3 maanden.

3. Je zou denken dat als ik “vast” zou zitten in een stoel, de schade die ik kan aanrichten beperkt blijft. Helaas blijkt onhandigheid niet gereserveerd te zijn voor de lopende. Pluspunt is dat mensen blijkbaar niet boos worden op mensen in een rolstoel. Score!

4. Bas is heel lief, geduldig en doet er alles aan om mij beter te laten voelen. Én ik hoef niet bang te zijn dattie mij inruilt voor een lopend exemplaar wanneer ik als bejaarde weer geduwd moet worden.

5. Je hoort vaak “in tijden van nood kom je erachter wie je echte vrienden zijn”, nu heb ik het geluk dat ik vooral heel veel steun ervaar. Onze familie en vrienden/vriendinnen hebben de hele verhuizing gedaan, hebben ingepakt, uitgepakt, kasten ingeruimd, schoongemaakt, naar m’n eindeloze gemekker geluisterd en staan nog net niet in rijen van drie opgesteld om die rolstoel te duwen.

6. Op fb bestaan er hele groepen voor drachtige bekkeninstabiele mensen om te kunnen mekkeren over pijn, slaapgebrek, rolstoelhacks en verbod op goeie pijndrugs. Maar ook: moeten stoppen met werken omdat het gewoon niet meer gaat en hoe naar collega’s en werkgevers daarop reageren. Wát schrok ik daarvan en wat lijkt mij dat lastig! Daardoor ook het besef dat ik in mijn handjes mag knijpen, vanuit werk alleen maar steun: vanuit leidinggevenden, collega’s, maar ook ouders en leerlingen. Dat maakt iets wat ik heel moeilijk vind, accepteren dat werken nu niet kan, toch iets makkelijker.

7. De bevalling moet wel meevallen. Nee dit is nergens op gebaseerd en heeft totaal geen aansluiting bij dit verhaal, maar het is altijd goed om jezelf moed in te praten.

*Mocht je dit verhaal lezen, nog een kinderwens hebben en denken “wát een aansteller”, ik zie je ergens in de toekomst wel voorbij komen rollen. Wees gewaarschuwd. Voor karma dan. Dit is geen bedreiging.

Hebben jullie nog “restverschijnselen” van de zwangerschap?

Op instagram als: www.instagram.com/denise.en.de.lentworm