De dag dat mijn hart in duizenden stukjes brak
Ik weet niet meer precies de datum waarop we er écht voor gingen, maar ik weet wel dat ik met mijn man en dochter naar een voorstelling van Bumba ging in de Schouwburg. We waren met 2 andere stellen en hun peuters. Het was erg gezellig. Ik herinner me dat ik die dag vage buikpijn had. Ik was daar blij om, want misschien was dit wel de innesteling. Een week later mocht ik een test doen. Ik zag een licht streepje komen naast de controlestreep. Het was gelukt! Ik was opnieuw zwanger. Mijn man zei dat hij niks geen streep zag, of wel, heel licht. Of dat niet vals positief kon zijn? Omdat de streep nog zo licht was testte ik 2 dagen later opnieuw. En 2 dagen daarna opnieuw. De testen bleven positief en liepen op, dus maakte ik een afspraak bij de verloskundige. Een aantal weken later mochten we komen voor de eerste controle en echo. Ik voelde me zo rijk dat het ons opnieuw was gegund. Ik was supertrots en vond het zo spannend. In de loop van de tijd, naarmate eerste afspraak bij de verloskundige dichterbij kwam, voelde ik me ook misselijker worden. Ik kreeg steeds meer moeite met het ontbijt naar binnen werken, maar spugen deed ik niet. Mijn buik begon ook op te zetten. ’s Nachts sliep ik slecht, piekerde veel en lette op alle krampjes die ik voelde. Een soort menstruatiekramp maar dan anders. Ik schaarde het onder ‘bandenpijn’.
Ineens kreeg ik de behoefte om opnieuw te testen. Geen idee waarom, maar ik deed het. De teststreep was paarser dan paars, dus dat zat wel snor. Ik had er alle vertrouwen in dat de echo een mooi kindje zou laten zien met een kloppend hartje.
Ik telde de dagen af, fantaseerde over namen, wat het geslacht zou zijn en hoe de babykamer eruit zou komen te zien. Ik voelde me moeder van 2 kindjes.
Met heel veel zenuwen in mijn buik gingen we naar de verloskundige. Om 09u werden we uit de wachtkamer gehaald. We bespraken kort hoe ik me voelde toen de verloskundige vroeg of ze meteen maar een echo zou maken. Dan zouden mijn zenuwen wellicht weggaan. Prima idee vond ik. Ik ging liggen, deed mijn shirt omhoog. Ik weet niet goed meer of ik direct een inwendige echo kreeg, maar wat we zagen waren 2 vruchtzakjes. 2!!! Een tweeling, wauw. Maar verder zag het er niet goed uit. Een tweeling die hoogstwaarschijnlijk nooit geboren zou worden. Ik zou een tweeling krijgen die me gelijk weer werd afgepakt. Mijn wereld ging op zwart. Hoe was dit mogelijk! Ik, zwanger van een tweeling. Ik, die hoogstwaarschijnlijk een miskraam zou krijgen. Mijn droom spatte uit elkaar. Ik herinner me dat de verloskundige zei volgende week opnieuw te willen controleren. Ze vertelde wat er kon gebeuren als de miskraam op gang zou komen. Hoe ik de vruchtzakjes zou kunnen herkennen. Het ging als een waas langs me heen. Ik voelde me zo gefaald, alle hoop was weg. Ik wíst dat het niet meer goed zou komen. We reden naar huis, ik maakte foto’s van de echo en in tranen appte ik die foto naar mijn vriendinnen. ‘Ik heb gefaald. Mijn kinderen leven niet.’. Dat ik de komende week door moest met ‘dood’ in mijn buik.
Ik voelde me verdoofd en wilde niets anders dan schreeuwen hoe oneerlijk ik het vond. Ik was zó boos! Waarom gebeurd dit nou? Waarom gebeurd míj dit nou! Een tweeling, ik wilde niets liever! Hoe bijzonder is dat. Het was me gegeven, maar ze werden me ook weer afgenomen. En niemand kon me vertellen waarom. De rest van de dag ben ik doorgekomen, maar weet niet meer hoe.
Een week later, ook vandaag waren we vroeg aan de beurt bij de verloskundige. Vol zenuwen, want gek genoeg had ik toch nog hoop, liep ik de behandelkamer in. De verloskundige maakte gelukkig meteen een echo, maar helaas. Een tweeling maar geen hartactie. Het was een korte echo. Weer die klap in mijn gezicht. Zo één met de vlakke hand die én een rode vlek achterlaat en nog flink blijft tintelen van de pijn. We gingen samen zitten en de verloskundige belde met het ziekenhuis, ik zou gezien moeten worden door een gynaecoloog zodat nog een laatste keer bevestigd kon worden dat er geen leven was en we zouden daar de mogelijkheden bespreken voor het opwekken van de miskraam. Drie dagen later kon ik al terecht. Vond ik fijn, omdat ik ook niet langer wilde wachten. Mijn lijf zou het niet op korte termijn afstoten, dat voelde ik. Met mijn ziel onder m’n armen en mijn hart in duizenden stukjes verlieten we de verloskundigepraktijk. Nog één weekend volhouden.
Zoals ik al dacht, mijn lijf zette de miskraam niet zelf in gang en dus waren we die maandag om 15:30u aan de beurt. De gynaecoloog bevestigde de tweeling en bevestigde ook dat er geen leven meer was. Door mijn tranen heen keek ik nog een laatste keer naar het echo scherm. Dag kindjes. Ik zal jullie nooit in mijn armen mogen houden, gewikkeld in een warme wikkeldoek. Ik zou jullie wangetjes nooit kussen, jullie teentjes nooit tellen. Wat had ik het geweldig gevonden. Dag lieve kindjes...
De gynaecoloog ging door met de orde van de dag; de mogelijkheden. Ik kon afwachten, pillen inbrengen of een curettage ondergaan. Mijn voorkeur ging uit naar het laatste. Ik wilde er zo min mogelijk van meekrijgen. Want, ik. trok. dit. niet!!! De arts was voortvarend en belde meteen de planning. En wat bleek, er was de volgende dag al plek. Prima! Hoe sneller hoe beter.
Ik wilde van dat ‘niemandslandgevoel’ af. In de hoop dat de curettage voor mij afsluiting zou betekenen.
Op 16 april moest ik rond 09:30 misoprostoltabletten vaginaal inbrengen. Tsjonge wat voelde dat tegennatuurlijk. Heel mijn lijf protesteerde, dit voelde echt niet goed, maar het moest. Met rode betraande ogen hurkte ik, mijn tranen druppelde op de grond, bracht ik de tabletten in. Ik kon nu echt niet meer terug. Mijn kindjes zouden mijn lijf spoedig verlaten. Om de tabletten goed in te laten werken was het advies om na het inbrengen een half uur te gaan liggen. Dat deed ik, op bed, met een muziekje aan. Imagine Dragons. Mijn man lag naast me. Samen op bed maar toch zo alleen. Ik lette op alles wat ik voelde, alleen was dat gevoel niet lichamelijk maar emotioneel. Kapot. Boosheid, verdriet, frustratie.
Na een half uur gingen we naar beneden. Moesten nog even wachten voor we konden vertrekken naar het ziekenhuis. Ik zette de muziek die ik boven aan had even aan op de tv, heel hard, het nummer ‘Birds’ van Imagine Dragons kwam op. Zo toepasselijk.
Even later stapten we de auto in en reden naar het ziekenhuis. Ik kreeg een bed toegewezen en zou rond 13u geholpen worden. Ik mocht zo’n blauwe operatie pyjama aan. En een netbroekje.
Om 12:30u werd ons verteld dat ik later op de dag aan de beurt zou zijn ivm een spoedje tussendoor. Ze vergaten voor het gemak dat ik eerder die ochtend die tabletten ingebracht had. Dus wat gebeurde er: ik kreeg weeën. Precies wat ik niet wilde. Totaal in paniek was ik, vanwege de pijn maar ook vanwege de confrontatie die ik niet aan wilde. Mijn kindjes waren bezig mijn lijf te verlaten.
Ik kreeg een zetpil tegen de pijn en een kalmeringspilletje om rustig te worden. Helaas hield dat laatste pilletje mijn tranen niet tegen.
15:30, ik werd eindelijk opgehaald en naar de operatiekamer gebracht, waar eerst in de wachtruimte een infuus geprikt werd. Ik kon daarna snel door. Na de checks of ik ben wie zij dachten dat ik ben, en wat ze zouden moeten gaan doen kletsten we kort over iets leuks toen mijn beeld ineens letterlijk zwart werd.
Voor mijn gevoel sliep ik heerlijk toen ik bruut werd wakker gemaakt. Mevrouw, mevrouw, wordt u wakker?!
Ik kreeg een waterijsje en werd gecontroleerd door een verpleegkundige die vertelde dat ze 5 weken geleden zelf ook een miskraam had. Ohja, daarvoor ben ik hier, mijn kindjes... ik ben niet meer zwanger. Ze zijn weg.
Toen ik op de verpleegafdeling terug was kwam een andere verpleegkundige mijn controles doen. Ze vroeg me hoe oud mijn kindjes waren. Toen pas brak ik écht volledig. Zij was de eerste die mijn kindjes als kindjes erkende. Zelfs nu, twee jaar later kan die vraag me zo ontroeren. Ik weet niet of deze verpleegkundige weet hoe belangrijk dat voor me was, maar dank je wel!
Het was ondertussen al een uur of 20. De vraag was of ik de nacht moest blijven, want ik had geen kleur, was gammel en was volgens de verpleegkundige niet helder genoeg. Maar nadat mijn man haar verzekerde goed op me te zullen passen en het huisartsenpost telefoonnummer bij de hand te hebben mocht ik toch naar huis.
Thuis ging ik meteen naar bed. Nog steeds emotioneel verdoofd...