Bundeltje liefde 2.0
Ik staar al een tijdje naar een wit scherm, niet wetende waar ik moet beginnen. Ik heb dit alleen geopend omdat ik hoop dat het me wat lucht gaat geven, aangezien schrijven normaal voor mij zorgt voor een stukje acceptie en reflectie. Al voelt mijn hart nu even zo vertrapt dat ik niet weet of een aantal woorden op een rij mij gaan helpen.
’Bad luck strikes again. Pech, gewoon pech. Niemand kan er iets aan doen.’ Woorden die de afgelopen weken al een aantal keer de revue gepasseerd hebben. Woorden die zó nietszeggend zijn dat ze gewoon pijn doen. Pijn omdat het totaal niet bevredigend is. Pijn omdat het niks verklaard. Pijn omdat het geen antwoord geeft op al mijn vragen. Pijn. Pijn omdat wij wéér een kindje zijn verloren.
In mijn vorige blog schreef ik over ‘een eerste en hopelijk laatste keer’. Na die miskraam kwamen er nog een boel nieuwe eerste keren. Want een miskraam is niet voorbij als het fysieke deel erop zit. Eigenlijk begint het dan pas. Je gaat je leven verder leven met dat verdriet. Je gaat andere eerste keren hebben die ook pijnlijk zijn. Andere zwangerschapsaankondigingen, eerste keer ongesteld, tweede keer ongesteld, zwangere buiken en nog veel meer. Voorzichtig komt daar dan toch de fantasie weer om de hoek, want die wens voor een kleintje was voor ons niet minder geworden. Dus met volle angst vooruit stap je toch weer het onbekende en ook het ontzettend kwetsbare in.
Toen wij precies 4 maanden na de miskraam weer een positieve test vasthadden, was ik enorm opgelucht. Blij dat alles nog werkte, fijn dat mijn lichaam het nog steeds kon. Waar ik de eerste paar dagen vol vertrouwen was, dat sprankje hoop weer in mijn buik voelde, merkte ik na een aantal dagen dat de angst om de hoek kwam kijken. We besloten bewust om niemand iets te vertellen (hebben we alle andere keren wel direct gedaan), nu wilde we dit graag voor onszelf houden. Om niemand ongerust te maken of misschien om het zo nog te kunnen beschermen? Ik weet niet precies waarom maar het voelde voor ons beiden beter.
De tijd tot de eerste echo duurde lang. Nerveus samen in de wachtkamer om vervolgens na een uur weer naar buiten te stappen met mooie echo’s in onze handen. Een mooi kindje met een sterk, kloppend hartje. We hadden geen betere echo kunnen hebben en toch voelde ik niks. Ik was helemaal vlak. Niet blij, niet opgelucht, niet verdrietig, niks. Dit was wel het moment dat we het met onze naasten hebben gedeeld. Iedereen was, voorzichtig, blij.
Afgesproken met de verloskundige dat we iedere week even langs mogen komen voor een echo. We moesten al een 13 weken echo gaan plannen en ook alvast de kraamzorg regelen, aangezien het erg druk is overal. Dit heb ik die dag meteen geregeld maar ook dat voelde heel erg onwerkelijk. Ik heb meerdere malen naar de echo zitten staren, wachten tot ik iets zou voelen. Aan de telefoon voor de praktische afspraken voelde het bijna alsof ik dit voor iemand anders aan het regelen was.
Een kleine week erna heb ik in de ochtend licht bloedverlies na het plassen. Ik schrik me rot en ben meteen in paniek. Ik kan niet meer helder nadenken en voel me verloren. Gelukkig neemt Tim het roer over en belt hij de verloskundige, ik kan een aantal uur later terecht voor een echo. Intussen stroomt het bloed er niet uit en is het alleen bij het afvegen, soms wat heviger en soms niks.
In de wachtkamer bij de verloskundige duurt iedere minuut extra een eeuwigheid. We praten niet veel. Kijken wat mensen. En duwen met onze ogen de wijzers van de klok. Eenmaal binnen bij de verloskundige verspillen we niet meer tijd aan gepraat en neem ik snel plaats op het bed. Al heel snel zie ik daar weer een klein garnaaltje met mini armpjes en met het allerbelangrijkste: een kloppend hartje. Ze controleert alles goed, doet alle metingen en kan niks anders concluderen dan dat het kindje perfect gegroeid is en alles er helemaal goed uitziet. Opgelucht stappen we de deur uit. Zou het dan echt allemaal goed komen dit keer? Hierna heb ik niet meer gevloeid.
Die week groeit het vertrouwen, durf ik langzaam richting de toekomst te kijken. Langzaam vult het beeld zich weer, een baby in juni. 3 kindjes op een rij, mei-juni-juli. Wat zijn we gezegend. De week erna heb ik weer een echo, gewoon een reguliere controle. Ik ga alleen naar deze echo, aangezien er geen teken is dat er iets mis zou kunnen zijn. Ik ben veel misselijk, doodmoe en voel mijn buik groeien met de dag. Ik ben wel nerveus en vraag me nog af of dit ooit gaat verdwijnen na een miskraam.
Ik grap met de verloskundige dat ik die avond ervoor nog tegen Tim heb gezegd dat ik de vorige keer met deze verloskundige, met een afspraak gepland na het werk, we erachter kwamen dat het mis was. Tim gaf als weerwoord dat het wel op een andere locatie was, dus niet dezelfde situatie. Ik lach hier om met de verloskundige en kleed me snel uit. Ik ga liggen en nu ik dit typ voel ik de steen weer in mijn buik. Ik kijk mee op het scherm en zie meteen het kindje maar ik mis ook meteen iets. Er klopt geen hartje meer. Ik hoop op dat moment met alles wat me lief is dat ik niet goed kijk. Ik benoem meteen: ‘Ik zie geen hartje’. De verloskundige zegt: ‘Even wachten, ik kijk verder’. Maar er hoeft niet meer verder te worden gekeken. Ik herhaal wel 10 keer, nee, nee, nee. Dit kan niet. Dit mag niet. Dit is een slechte film. Ik kan alleen nog maar huilen. De verloskundige vraagt of ik het oké vind dat ze mijn baarmoeder nog even bekijkt. Ik zeg dat het goed is maar van binnen schreeuwt mijn lijf nee. Laat me met rust.
Meteen landt ook het besef dat ik dadelijk Tim moet gaan bellen met dit nieuws. Zit ik, alleen, met weer een dode baby in mijn buik. Ik voel me verslagen en ergens vraag ik me af of dit de reden is geweest dat ik de hele tijd zo gereserveerd ben geweest. Maar de laatste week is mijn vertrouwen wel gegroeid en durfde ik, weliswaar voorzichtig, wel al over de toekomst te fantaseren. In één klap is dit weer voorbij. Waarom? Waarom?
Ik weet nu wat er op mijn pad gaat komen en door de telefoon met Tim voel ik zijn woede en bezorgdheid. Zijn bezorgdheid om mij. Of ik dit nóg een keer te boven kan komen. Of ons gezin dit samen nog kan redden. Of onze relatie hiertegen bestand is. Tegelijkertijd voel ik dat ik alleen maar Tim wil. Veilig in zijn armen. Ondanks dat mijn wereld in de fik staat kan hij ervoor zorgen dat ik me veilig voel. Tegelijk voel ik me boos op hem omdat hij boos is. Ik kan niks met zijn boosheid want mijn eigen boosheid is al overstemmend genoeg. Bij thuiskomst breek ik meteen bij het zien van mijn schoonmoeder. Dit is een van de weinige keren geweest dat de kindjes mij hebben zien huilen hierom. Ook dat is een bewuste keuze. Wij wilden dit keer echt dat de kindjes er zo min mogelijk van mee zouden krijgen. Al vraag ik me af of Riv het niet alleen aanvoelt. We houden thuis de schone schijn op. Ergens is het makkelijk, een beetje de kop in het zand-methode. Het gaat me makkelijker af dan ik dacht. Tegelijkertijd slurpt het enorm veel energie. Soms vergeet ik het, en krijg ik dus meerdere malen per dag die zware steen weer tegen mijn hoofd geslingerd als het besef weer landt.
De echo was op dinsdag, op vrijdag lag ik al bij de gynaecoloog. Intussen hebben wij beiden gewoon gewerkt en geprobeerd alles zo normaal mogelijk te laten verlopen. Avonds als de kindjes in bed lagen was er ruimte om te huilen, schelden en alle frustratie. Ik heb dit keer gekozen voor een curettage, gewoon omdat ik daar nu het beste gevoel bij kreeg. Ik had een aantal voorwaarde en het ziekenhuis geeft aan hier in mee te kunnen gaan. Een week later staat de operatie gepland. Ik ben in de aanloop meer nerveus geweest dan op de dag zelf. Ik zag erg op tegen de narcose. Buiten het feit dat ik dit nog nooit heb gehad, voelt het ook raar dat er mensen in mijn vulva gaan zonder dat ik bij kennis ben. Ik ben dan op mijn kwetsbaarst en ik ben er niet eens bewust bij. Tegelijkertijd voelt het heel verdrietig dat ik niet bewust mee krijg dat ik dit kindje krijg. Bot gezegd, gaat het verpulverd eruit komen en niet mooi intact in de vruchtzak zoals de vorige keer. Maar het voelt alsof ik geen andere keus heb. Ik voel aan alles dat ik het niet nog een keer trek om nog een keer mijn levenloze kindje vast te houden.
Ik kan alleen maar vol lof spreken over de behandeling in het ziekenhuis. Al het personeel is zó betrokken, met mijn wensen is rekening gehouden. Tim mag bijna de hele tijd bij mij zijn. Ik word alleen in een kamer gezet na de operatie. Er worden liefdevolle woorden gesproken door de artsen in de operatiezaal. Ik word gezien, met al mijn verdriet en pijn. Ze zijn heel bewust van het feit dat ze deel uitmaken van een deel van ons leven, wat wij nooit meer zullen vergeten. Ik ben ze daar erg dankbaar voor.
Met een potje, vol liefde, mag ik die middag al naar huis. Thuis begraven we het samen op hetzelfde plekje, onder de rozenstruik, waar ons andere kindje ligt. Bijzonder om te zien dat onze rozenstruik helemaal uitgebloeid is maar dat er één trosje rozen volop bloeit. We nemen afscheid van het enige fysieke stukje wat wij hebben van dit kindje. Maar we weten dat het eigenlijk nu pas allemaal gaat beginnen. We gaan dit weer een plekje moeten geven en een manier zien te vinden om ons normale leven weer op te pakken.
Ik voel me soms vlak, soms emotioneel, soms enorm boos en soms ook nog gewoon gelukkig. Voor nu weet ik niet of wij het nog ooit aandurven om ons gezin uit te breiden. Het voelt nu ook nog niet of die vraag nu aan de orde is, er zijn nu eerst nog een heleboel stappen om te doorlopen. Die moeten we eerst zien te overleven, de rest komt vanzelf wel. Het wordt tijd voor rust. Voor ons allemaal. Want buiten het verdriet rondom de miskramen hebben wij de afgelopen maanden (en nog steeds) veel zorgen gehad over de gezondheid van Riv. Dus daar kijk ik naar uit, rust. Rust en veiligheid voor ons gezin en of daar ooit nog de ruimte komt voor nog een kindje, dat zal de tijd ons leren.
Opa John
Heel veel sterkte gewenst en kracht voor de toekomst, om de draad van het leven weer op te pakken. Als opa leef ik enorm mee met alle pijn, verdriet en tegenslagen die jullie hebben ondervonden en nu eveneens nog beleven. Jullie gezinnetje gaat me enorm aan het hart, met twee zo'n schatjes als Riv en Novi. Als trotse opa wens ik jullie alle goeds voor de toekomst. Groetjes Opa Frans.