Snap
  • Buitenbaarmoederlijkezwangerschap
  • interstitielezwangerschap
  • bloedtransfusie
  • Spoedeisendehulp
  • Verlies

Wat ben ik blij dat ik het ziekenhuis weer belde

Deel VI: ze kreeg zelfs het infuus er niet in

Vlak voor de operatie vertelde de gynaecoloog dat ik waarschijnlijk dezelfde middag nog naar huis mocht. De operatie was natuurlijk anders gelopen dan verwacht. Dus moest ik nog een nachtje blijven. Dit was wederom geen beste nacht. De volgende ochtend was mijn HB-waarde nog verder gedaald naar 4,5. Toch vond de gynaecoloog geen aanwijzingen voor een inwendige bloeding (fijn!). Die ochtend mocht ik langzaam proberen stukjes te lopen. Als dat goed ging (dat wil zeggen: zonder flauw te vallen of extreem duizelig te worden), mocht ik die middag naar huis. Ik had niet extreem veel last van mijn lage waarde. Dus ik was hartstikke blij toen de gynaecoloog kwam vertellen dat ik naar huis mocht. Wel kreeg ik ijzertabletten mee (topdingen).

Rond 16:00 uur kwam ik eindelijk weer thuis. Thuis bij mijn lieve zoontje. En eindelijk kon ik weer in mijn eigen bed liggen. Al snel merkte ik hoe erg Olav van slag was door de hele situatie. Ook hij was veel weggeweest van huis en werd steeds door iemand anders dan papa of mama op bed gelegd. Hij huilde (of krijste) eigenlijk constant. Pas toen merkte ik hoe erg mijn lage HB-waarde erin hakte. Ik kreeg hoofdpijn, oorsuizen en was vreselijk moe. Toch lukte het me niet om in slaap te vallen. Na even twijfelen belde ik toch het ziekenhuis weer op. Ik vertelde dat het niet ging thuis en dat ik dacht dat ik toch een bloedtransfusie nodig had. Ze overlegde weer met de gynaecoloog. Ik werd snel teruggebeld en mocht weer naar de SEH komen. 

Gelukkig kon mijn vader meteen komen om op Olav te passen. Ik wist niet hoe snel ik in de auto moest stappen. Wat voelde ik me vreselijk slecht. Het weinige eten (maar geen eetlust), het gehuil van Olav, mijn verdriet om de operatie. Het werd me echt te veel. Maar weer voelde ik me gehoord door het ziekenhuis. Dus ik was heel blij dat ik terug mocht komen. 

Eenmaal op de SEH moest er weer een infuus in. Dat ging voor geen meter. Ik had letterlijk te weinig bloed in mijn lichaam. Bij de 4e poging zat hij eindelijk. Gelukkig werd al snel duidelijk dat ik de bloedtransfusie inderdaad kreeg. De 2 zakjes bloed lagen nog te wachten van toen de gynaecoloog ze tijdens de operatie al ‘bestelde’. Nadat alle protocollen doorlopen waren, kreeg ik de 2 zakjes heel langzaam toegediend. Hoewel het infuus in de binnenkant van mijn elleboog zat, en ik dus met mijn arm recht moest blijven liggen, viel ik steeds in slaap. Ik was zo vreselijk moe van de dagen ervoor. 

Alles leek goed te gaan. Ik voelde me letterlijk direct beter. De volgende ochtend was het verschil met de dagen ervoor enorm groot. Wat had dit geholpen. Mijn HB-waarde was er ook ruim een punt op vooruit gegaan. Ik hoopte heel erg dat ik naar huis mocht, want mijn moeder was die dag jarig. Vorig jaar miste ik haar verjaardag ook al, omdat mijn vliezen toen net gebroken waren. Een veel leukere reden natuurlijk, maar ik wilde haar verjaardag niet nog eens missen. Het duurde even voor de gynaecoloog langskwam, maar rond de middag was het zover: ik mocht naar huis! Ik vertelde de mevrouw bij de balie ook nog even dat ik nu echt niet meer terugkwam. 

Gelukkig bleef ik thuis. Wel volgde er een tijd met enorm veel onzekerheid en afspraken in het ziekenhuis. Hierover schrijf ik later.