Snap
  • Vakantie dagje weg
  • zorg
  • #school

Zorgen moet je doen, niet maken

Ik krijg wel eens de vraag, “waarom doe je dit werk eigenlijk?!”.

Deze vraag krijg ik, omdat ik een dorp om mij heen nodig heb om mijn beroep uit te kunnen oefenen.

Ik werk in de zorg, ik draai allerlei diensten, meestal door elkaar heen. Daarnaast zit ik op school, volg ik een cursus, ben ik alleenstaande moeder en heb ik thuis een asiel aan dieren.

Toch is hier is geen kort en bondig antwoord voor. Ik houd oprecht van mijn werk, maar dat moet je zelf voelen om te begrijpen waarom ik zo van mijn werk houd.

Ik zal je meenemen…

6:30 gaat mijn wekker. Dit is uitslapen, omdat voorheen mijn wekker om 5:15 ging. Ik kleed mij aan, fatsoeneer mezelf even, twijfel hoeveel make up ik nodig heb, en ga dan de honden uitlaten, brood maken, dochterlief uit bed halen etc.

8:15 zit ik uiterlijk in de auto, 8:45 ben ik op mijn werk. Ik begin áltijd met koffie. Mijn dieselmotertje moet namelijk eerst even opwarmen. De eerste bewoner die ik zie, zit steevast al aan de eettafel. Als hij daar niet is, loop ik direct naar zijn kamer. “Mogguh”, klinkt het. “Goeiemorgen!” lach ik terug. “Hoe gaat het?”, vraagt mijn bewoner. “Tja, onkruid vergaat niet hé? Maar het gaat goed.” Dit doen wij iedere ochtend. Ik lees de rapportage, de mail en bedenk waar ik vandaag ga starten. Na overleg met mijn lieve collega, die al anderhalf uur aan het werk is, ga ik naar boven.

Ik klop zachtjes op de deur, en duw de deur open. “Goeiemorgen Schoonheid!”, zeg ik zodra ik bij mw. Haar bed sta. “Oh lieverd! Leuk, je bent er weer!” klinkt het onder de dekens vandaan. We keuvelen even wat over hoe we geslapen hebben en vraag ik of mevrouw voldoende geslapen heeft, of dat mevrouw nog wil blijven liggen. “Kom je er dan gezellig bij liggen? Dan slapen we nog even een half uurtje…” Soms kom ik 2 minuten erbij, meestal niet. “Oh, dan kom ik er wel uit. Als jij ook op blijft.” Ik help mevrouw naar de badkamer en het zorgmoment begint. We hebben onze eigen routine. Iedere collega doet het toch net even anders, ik ben geen uitzondering. “Hoe gaat het met dat kleine mooie poppetje?” Mevrouw bedoelt mijn dochter. Trouw, iedere ochtend, vraagt ze naar haar. Ik vertel een leuke anekdote en mevrouw begint te glimmen. Dat kleine spul maakt altijd heel wat los. Na ons momentje, vraag ik mevrouw om voor de spiegel te staan. Haar in de plooi, make up gedaan. “Zeg, wat vind u ervan? Kunnen we zo beneden verschijnen?” “Já! Heel mooi weer dit.”. Top! Nadat ik mevrouw naar beneden heb gebracht en ontbijt heb gemaakt, ga ik naar mijn volgende “slachtoffer”.

“Hello, goodmorning, how are you, today?!”, zing ik zodra ik de volgende deur open. Ik hoor wat tegenspartelend gekreun onder de lakens vandaan komen aan één kant, en de andere kant begint te lachen en zegt blij “very well!!” Na een korte begroeting en een kleine omkoping met koffie, komt meneer zijn bed uit. Meneer heeft ’s morgens een steuntje in de rug nodig en een gezellig praatje om op gang te blijven. “Wat zit je haar toch weer mooi meisje. Het glanst altijd zo. Als ik 20 jaar jonger was geweest, dan had ik het wel geweten!” “Meneer, dan was u nog steeds 74, en bovendien getrouwd… Maar dank u, dat u mijn ochtend goed maakt! Uw vrouw boft maar met u.” “Ik ook met mijn vrouw, zij is bijzonder” zegt meneer. Daarna volgt trouw een mooie herinnering over zijn huwelijk, zijn kinderen of zijn jeugd. Ook meneer begeleid ik naar beneden en daar krijgt meneer de welverdiende en beloofde koffie. We maken nog een grapje en ik ga terug naar boven, naar mevrouw.

“Goedemorgen! Schijnt ons Zonnetje al?” vraag ik mevrouw. Ons Zonnetje lacht. “Nee, dit Zonnetje slaapt nog hoor.” Ik vraag of mevrouw wel wil ontbijten, of iets wil drinken. Dat haal ik voor mevrouw en ga door naar de volgende.

“Hey hallo, hoe is het hier?” vraag ik mijn bewoner. “Ja, ik weet het niet. Ik weet niet wat ik nou moet?” antwoord mijn bewoner. “U moet niets, maar zullen we beginnen met een douche en ontbijt?” vraag ik doelbewust. “Ja, ik zal toch moeten, anders ken ik niet lopen hé? Dan loop ik voor schut in m’n kloffie” klinkt het Rotterdamse accent. Ik leg alles klaar voor mevrouw en doe af en toe een suggestie naar mevrouw over de volgende stap. “Eerst maar even wassen?”, dat soort dingen. “Oh meid, ik word gek hoor. Ik weet het soms echt niet meer. Ik weet dat ik het allemaal niet meer weet, maar ik weet het ook niet meer dat ik het allemaal niet meer weet. Snap je?” vraagt mijn bewoner gefrustreerd. “Ja, ik snap u. Dat is een naar en machteloos gevoel hé?” antwoord ik. “Ja, maar gelukkig zijn er mensen zoals jij meid, dankjewel. Houd ik je niet van je werk af?” vraagt ze. “Nee hoor, dit is mijn werk, ik help u met liefde!” Mijn bewoner lacht. Deels lacht ze zichzelf uit, door schaamte, deels lacht ze naar mij, dankbaar. Nadat mevrouw klaar is en nog even gaat “tutten” voor de spiegel, ga ik door.

“Hallo schat!” zeg ik met een grote lach. Mevrouw is wakker en kijkt koffietijd. “Dag schat, heb je pap?!” vraagt mijn bewoner gelijk. “Nee, maar die ga ik wel gelijk voor je halen. Gaat het goed?” antwoord ik. “Gaat goed schat, met je dochter ook?”

Ik geniet van dit soort gesprekken. De warmte, de liefde, de herkenning en de gewoonte.

Het thuisgevoel, de verbondenheid, álles. Na dit soort dagen, ga ik naar huis met een warm hart, een lach op mijn gezicht en een doel. Het doel om deze lieve mensen, zo gelukkig mogelijk te maken.