Snap
  • Fictie
  • Verrotspannendverhaal@wordpress.com
  • Kinderverhaal 8plus

Verrot Spannend!

Hoofdstuk 3

Dus jij komt uit de toekomst?’ vraagt Sep aan het meisje. Sep zijn hersenen proberen het te begrijpen, maar dit lukt nog niet helemaal. Stiekem denkt hij nog steeds dat het een grap is. Daarna kijkt hij naar zijn broertje. Joep ziet eruit alsof hij een geest heeft gezien. Met grote ogen en een bleek gezicht staart hij het meisje aan. Dan schudt hij even zijn hoofd. ‘Maar de toekomst gaat nu ook door zonder haar…’ zegt hij langzaam. Ook Joep zijn hersenen doen een poging het te bevatten. Het is lastig om dingen te begrijpen als je brein niet mee wilt werken. Het lijkt wel of er tussen de hersencellen een soort staking is. Alsof ze denken: weet je wat? Laat ook maar, dit zoek je zonder ons maar uit, wij doen hier niet aan mee.
Joep wrijft over zijn voorhoofd. Hij denkt aan ijzeren tijdreismachines uit de Donald Duck en aan die hele ouderwetse film Back To The Future. Daarin reizen ze ook naar de toekomst, maar dan met een auto of met de bliksem. Een paar weken geleden hadden ze op een zaterdagavond deze film nog gekeken met papa en mama. Papa dacht dat de film misschien wel te spannend voor Joep zou zijn. Maar het leek meer op een soort comedyfilm. Dat is altijd zo als papa een spannende film uitkiest. Ze zijn allemaal super ouderwets en lachwekkend.
‘Kijk het zit zo,’ zegt het meisje, ‘ik kom niet uit de toekomst en jullie zitten niet in het verleden.’ Ze kijkt naar de broertjes die het nu nog minder begrijpen. Ze zucht even. Het lijkt wel of ze de jongens dom vindt. Of te langzaam van begrip. Ze denkt na en voelt even aan het kettinkje om haar nek. Dan vraagt ze: ‘Heb je een tekenblaadje voor me?’
Sep graait tussen de papieren op zijn bureau. Het is niet echt netjes op zijn bureau. Er liggen tubes verf, nerf pijltjes die hij van Joep heeft afgepakt en heel veel vijf centjes. Hij wil niet dat ze op zijn dure tekenpapier gaat tekenen, dus hij pakt de oude topotoets van Zeeland. Hij draait hem om en de achterkant van het papier is gelukkig wit. Zijn stiften en potloden liggen nog beneden. Hij zou ze gisteravond opruimen. Maar dat zegt hij altijd en dan doet hij dat nooit. Mama vindt dat best irritant. Joep haalt een potloodje uit zijn broekzak. Joeps zakken van zijn broeken en jassen zitten altijd vol met dingen. Mam heeft zelfs al twee keer de monteur moeten laten komen voor de wasmachine. Dan zat er ergens nog een schroefje in een broekzak van Joep of een ander stukje oud ijzer. Deze keer komt het wel goed uit, die verzamelwoede van zijn broertje.
Het meisje pakt een Quest Junior van de vloer naast het bed. Ze legt het tijdschrift ter versteviging onder het blaadje. Ze zien dat ze even een verbaasde blik op Zeeland werpt. Dan draait ze het blad om en strijkt het extra glad. Ze tekent met het rode potloodje een wirwar aan draden. Het lijkt wel een bol wol die uit elkaar getrokken is.
‘Dit is tijd,’ zegt ze en ze wijst naar de gekke lijnen. ‘Alles is met elkaar verbonden en alles gebeurt tegelijk.’ Joep en Sep kijken moeilijk. Hun hoofden doen pijn van het nadenken. ‘Maar de meeste mensen weten het niet,’ gaat ze verder. ‘Jullie ook niet zo te zien.’ Ze lacht en de zon gaat buiten weer schijnen. Ze lijkt wel een elfje zo groen en dun. Het is veel leuker als ze lacht. Ze ziet er minder boos uit en de wereld om haar heen lijkt het ook prettiger te vinden. De lucht wordt lichter.
Dan gaat ze verder en kijkt weer serieus. ‘Wisten jullie dat er het dierenrijk is en het plantenrijk?’ De jongens knikken. Ze raakt weer even haar kettinkje aan. ‘En waar horen de paddenstoelen bij?’ vraagt ze dan. Sep trekt zijn wenkbrauw even omhoog. Denkt ze dat hij dom is ofzo. ‘Dat zijn plantensoorten,’ zegt hij zelfvoldaan. Joep begint te lachen naast hem.
‘Wat?’ vraagt Sep.
‘Dombo,’ zegt zijn kleine broertje en kijkt dan even naar de vieze schimmelplek op de muur. ‘Paddenstoelen horen bij het schimmelrijk.’ Trots kijkt hij het meisje aan. Ze knikt. ‘Inderdaad. En de paddenstoelen zijn slechts een klein deel van de schimmel zelf. Het grootste gedeelte zit onder de grond. Als je een paddenstoel ziet denk je dat dat alles is. Eén paddenstoel. Terwijl ze eigenlijk vastzitten aan schimmeldraden onder de grond, die verder reiken dan je zou denken.’
Ze pakt het potloodje weer en tekent nu hele kleine paddenstoeltjes overal op de wirwar aan draden. Ze wijst naar haar tekening. ‘Die paddenstoelen zijn de tijd waarin je denkt dat je leeft. Je denkt ook dat het de enige echte tijd is, want je ziet de andere tijden alleen los van je eigen tijd. Net als de paddenstoelen. Zo zien wij ook het verleden en de toekomst. Als losse stukjes tijd die wij wel kunnen zien, maar niet kunnen bereiken. Maar zoals je het nu hier ziet op de tekening, zien jullie dan dat ze verbonden zijn?’ Ze gaat met haar vinger over de warboel van draden die de paddenstoelen met elkaar verbindt. Dan kijkt ze kijkt de jongens vragend aan.
Sep en Joep knikken voorzichtig. Ze zien het wel, maar of ze het helemaal begrijpen…
‘Naja, beter dan dit kan ik het niet uitleggen. Ik let nooit zo goed op als mijn broer mij iets vertelt.’ Even trekt er een schaduw over haar gezicht als ze ‘broer’ zegt. Haar stem trilt een beetje.
‘Heb je dit niet op school geleerd dan?’ vraagt Sep.
Het meisje lacht hard. Maar niet met haar ogen. Die staan boos. Die lijken vuur te spuwen. ‘Nee, op school leren we nog minder dan jullie nu op school leren. Alles wordt gecontroleerd door de Regiopartij. Zo heet de overheid in mijn tijd.’ Ze zucht diep.
Sep kijkt haar onderzoekend aan. `Ik geloof er eigenlijk niks van,´ zegt hij dan en slaat zijn armen over elkaar. ´Volgens mij ben jij gewoon door de voordeur naar binnen geslopen.´ Sep denkt aan de voordeur die bijna altijd van buitenaf open te drukken is, omdat hij slecht sluit. Papa gaat hem ieder weekend maken, zegt hij. Al een jaar.
´En je heb ook nog steeds je naam niet verteld.’ Ook dat vindt Sep verdacht. Iedereen stelt zichzelf toch eerst voor? Dat is wel zo beleefd. Terwijl hij dat denkt, moet hij bijna blozen, want hij klinkt in zijn hoofd als zijn oma. Hij lijkt wel een oude dame.
´Ik heet Yrsa,´ zegt ze dan - iersaa, zo spreekt ze het uit- en kijkt hem koel aan. Sep vindt dat dit haar naarste blik is. IJskoud. Haar ogen gaan van de schimmelplek naar het raam en weer terug. Dan pakt ze uit haar broekzak een klein, zwart opschrijfboekje. Op de kaft staat een afbeelding van drie dunne paddenstoeltjes. Ze zijn er niet op geprint maar lijken wel in de kaft gedrukt. De paddenstoeltjes zijn goudkleurig en glanzen in het zonlicht. Ze begint te bladeren.
Het kleine, schichtige wezentje springt op haar schouder en begint geluidjes in haar oor te maken. Geïrriteerd schudt ze hem van zich af. Met zachte piepjes kruipt hij over het bed. Hij lijkt diep beledigd. Joep steekt zijn hand naar hem uit en aait hem voorzichtig op zijn kopje. Even zit hij doodstil en dan rent hij vliegensvlug de arm van Joep op en gaat op zijn hoofd zitten. Joep giert van de lach.
´Hoe heet hij?’ vraagt hij, maar Yrsa reageert niet. Ze bladert en leest en mompelt wat. Dan prikt ze met haar vinger in het boekje en roept: ’11 juni 1987!’ Ze kijkt de jongens uitdagend aan. Ze laat zich niet zomaar voor leugenaar uitmaken.
‘Durven jullie?’ Ze staat op en pakt het wezentje van Joeps hoofd af. Ze wacht niet op een antwoord. ‘Kom maar op dan. Eerst zien dan geloven?’ Ze loopt naar de grote, vieze plek op de muur. Ze pakt haar kettinkje vast en trekt aan het steeltje van de paddenstoel. Er komen acht ringetjes met cijfers tevoorschijn. Net als een soort cijferslot. Ze draait iedere ring en fluistert ondertussen: een, een, nul, zes, een, negen, acht, zeven. Ze drukt het steeltje weer naar het hoedje, opent haar ogen en steekt haar beide handen uit: ‘Snel, we hebben maar 60 seconden.’
De jongens kijken naar haar uitgestoken handen. ‘Waarom die datum? vraagt Sep. En waarom heeft ze geen telefoon ofzo met notities, maar zo’n ouderwets notitieblokje, denkt hij.
‘Dat leg ik later wel uit.’ Ze wappert met haar handen. Schiet eens op, probeert ze daarmee te zeggen.
Joep loopt op haar af en pakt haar linkerhand vast. Normaal geeft hij meisjes natuurlijk geen hand, maar hij heeft een vermoeden dat dit nodig is om verder te komen. Hij voelt de botjes in haar dunne, witte hand.
‘Joepie! Sep! De stem van mama schalt de trap op en de kamer in.
‘Jongens, ik ben terug. Komen jullie thee drinken?’ De voetstappen van mama klinken in de woonkamer. Dan horen ze de deur van de gang en klinkt haar stem vanuit de gang onder aan de trap. Verschrikt kijkt Sep naar Yrsa.

Lees ook: Verrot Spannend! Hoofdstuk 4

Hi! Praat je ook mee met postauthor?

Sharing is caring! Deel ook jouw ervaring of mening over dit onderwerp.

Pssst... Ben je er nog?

Er staan nog meer inspirerende verhalen op je te wachten! Maak nu gratis een account aan of log in om verder te gaan.

Nooit meer iets missen van Mamaplaats?

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief!

Hi! Laat je ook een reactie achter bij Maartjemm?

Of praat mee en deel direct jouw ervaring of mening!

Heb je ook een verhaal of tips om te delen?

Start dan nu je eerste post! Een story, forumtopic of poll plaatsen kan ook.