Snap
  • Kind

Plaatsvervangende schaamte

Dat hij mij niet meer uitzwaaide als ik wegfietste, dat we seks hadden, maar geen liefde bedreven...

Ik open mijn dagboek weer. Op de plek waar ik gebleven was.

De Chlamydia was weg. Ik was er vroeg bij zei de arts en ze glimlachte. Ik huilde.

Twee weken gaan voorbij. Ronald en ik zijn niet meer samen. We hebben wel contact. Per mail, sms en telefoon. De meeste gesprekken beginnen leuk, maar eindigen in ruzie. In verwijten. Ik hang huilend op. We zien elkaar soms. Stiekem. Want zijn ouders keuren mij niet goed. Niet meer…

Ik weet het. Ik weet dat ik me zo voelde toen. Dat alles wat zo goed leek, verpest was. Door mij.

Ik lees van de ruzies, het feit dat ik mij in bochten wrong om bij hem te zijn. Dat ik de achterdeur uit moest sluipen wanneer zijn ouders onverwachts thuis kwamen. Dat we nooit meer innig zoende op de hoek van de straat. Dat hij mij niet meer uitzwaaide als ik wegfietste, dat we seks hadden, maar geen liefde bedreven. Dat hij altijd schichtig om zich heen keek. Dat ik mezelf verloor..

Ik wilde alleen maar bij hem zijn en deed alles voor hem. Ik huilde mezelf elke nacht in slaap. Ik kon niet eten van dit gevoel van onmacht. Ik viel weer af en kreeg mijn vader wederom op mijn dak.

Hij was boos dat ik mezelf niet in acht nam, Ronald was boos dat ik zo stom was geweest om een geslachtsziekte op te lopen, zijn ouders waren boos dat ik dit hun zoon, hun “prinsje” aandeed. Want ja, hij was wel een prinsje. Hij woonde met zijn ouders, broertje en zusje in een kast van een huis, allemaal liepen ze standaard in Marco polo en Ralph Lauren outfits. Broertje liep zat op golf en zusje zat op tennis. Vader en moeder tenniste ook vaak. Ze hadden het goed. Financieel zeker, maar belangrijker nog, je voelde de liefde. In dat huis had iedereen respect voor elkaar. Ze vormden een liefdevol gezin en lachten met elkaar.

En ik? Ik huilde en was een hoopje ellende.

Toen ik op een dag op weg was naar werk kwam ik 'één van de weinige vriendinnen die ik had tegen op straat. Ze zwaaide en liep mij tegemoet. Ze was lief. Kyra was altijd lief. Ik ken haar al zo lang. Onze ouders gingen vroeger al met elkaar stappen en zijn nog steeds bevriend, zo zijn wij ook vriendinnen geworden. Ik ben alleen niet zo'n goeie vriendin, dat weet ik van mezelf. Ik vergeet dingen en ben niet zo attent. Ik leer het wel, maar vaak zonder ik me liever af. Wil niemand met mijn ellende belasten. Zo raak ik mensen kwijt. Dat weet ik nu. Maar Kyra bleef altijd contact zoeken. Ze weet veel van mij. Niet alles, maar wel veel en daardoor lijkt ze mij ook beter te begrijpen. Nu ik haar zo zie, vraag ik me echt af waarom ik niet zelf contact met haar heb gezocht.

Kyra kijkt me aan. Ze slaat haar armen om me heen. "Lieverd, ik zie het al. Jij heb een leuke avond nodig! Vanavond gaan we stappen. Ik haal je om 22:00 op." Ik lach door mijn tranen heen. Niet omdat ik zo'n zin heb om uit te gaan, maar omdat ik het zo fijn vindt dat ze hier ineens is.

Uiteraard heb ik die avond weer knallende ruzie met Ronald. Om niks. Om het feit dat ik niet terug gebeld heb, hij vertrouwt mij niet meer. Ik merk het aan alles. Dan gaat de bel. Kyra. Ik doe open terwijl ik mijn hoofd niet van het telefoonscherm wegdraai en druk op de toetsen blijf slaan. Ik zucht en uit mijn frustratie. Kyra pakt mijn telefoon. “Die blijft dus mooi thuis” zegt ze. Nog voor ik kan reageren sluit ze de voordeur achter mij. Ik neem een grote hap lucht, schud de frustratie uit me en zeg “Ja, je hebt gelijk, vanavond is van ons”. Arm in arm lopen we naar het danscafé aan het einde van de straat.

We lachen en drinken en dansen. De uren vliegen voorbij. We ontmoeten een groep leuke jongens. Babbelen wat en dansen wat, meer niet. Maar meer willen wij ook niet. Het voelt goed. Ik voel me vrij. Ik loop naar de bar voor een laatste ronde, ik draai me om naar Kyra om te vragen of ze nog een wijntje wil, maar de woorden komen mijn mond niet uit. Daar zit ze.

Met haar arm om een man heen. Ze heeft een minirokje aan dat net haar billen bedekt. Ze valt al lachend van de barkruk. Ze is ladderzat. Ik schaam me. Geen twijfel mogelijk. Dat is mijn moeder….

7 jaar geleden

Love your blogs!!!!