Snap
  • #opvoeden
  • #twijfels
  • #jongensmoeder

Opvoeden en zo.

Kinderen opvoeden is een topsport!

"Nee, nee, Sam. Dat is niet voor kleine kindjes, ga maar met je eigen speelgoed spelen," zeg ik met enige regelmaat tegen de 1-jarige. "Je schermtijd is over, nu ga je iets anders doen of lekker even buitenspelen," vertellen we dan weer aan de 5-jarige. Dat opvoeden is zo nu en dan best wel een opgave. Het vinden van de juiste balans in het stimuleren van nieuwsgierigheid en het zelf ontdekken van alles in de wereld, en de veiligheid en geborgenheid blijven waarborgen. Tja, dat voelt als een fulltime baan. Onze ervaring is toch vaak wel dat de "ouderwetse" kijk op opvoeden de meeste raakvlakken heeft met onze eigen visie op opvoeden. Al merken we nu al dat onze aanpak verschilt per kind, in grote lijnen blijft de 'Rust-Rijnheid-Regelmaat-aanpak' terugkomen in onze opvoedstijl.

Wij hebben twee zoontjes. Pim (nét 5 jaar geworden) en Sam (nu ongeveer anderhalf jaar oud). Het zijn twee compleet verschillende exemplaren. Ik blijf me erover verbazen hoe deze twee uitersten uit dezelfde genenpoel zijn ontstaan. Pim is een blonde krullenbol en lijkt op z'n vader. Sam heeft stijle donkerblonde/bruine haartjes en lijkt op mij. Pim is vanaf het begin af aan een rustig maar observatief kereltje geweest. Als baby kon hij uren bij je op schoot zitten en lekker om zich heen zitten kijken. Naarmate hij ouder werd ging hij de wereld op zijn eigen manier ontdekken door te kijken wat er allemaal om hem heen gebeurde. Hij zag, hoorde en voelde altijd alles aan. Nog steeds overigens. Zo af en toe had hij een opstandige (of nieuwsgierige..) bui en gooide hij eens een glas om of trok hij iets van tafel of uit de kast. Dat vonden we tóen best wel "heftig", niet wetende dat Sam de Sloper enkele jaren later het begrip "heftig" compleet zou veranderen. Al vrij snel kon Pim zich verstaanbaar maken, wat het makkelijk maakte om met hem te communiceren. Tot zijn tweede verjaardag verliep alles eigenlijk best wel soepeltjes. Pas toen we gingen verhuizen, te midden de eerste corona lockdown, begon Pim wat "lastiger" te worden. Inmiddels is Pim een bijdehante kleuter, gebaat bij structuur en duidelijke regels. 

Toen kwam anderhalf jaar geleden onze ondernemende Sam erbij. Het feit dat ik deze zwangerschap héél anders heb ervaren, was al een signaal dat hij een ander "type" kindje zou zijn. Al in de baarmoeder was Sam erg beweeglijk. Vele nachten lag ik wakker in bed, omdat Sam een voetbalwedstrijd met mijn blaas deed. Ik vond het wel gezellig, met Pim had ik dit nooit zo ervaren. Alle ervaring die we met Pim hadden opgedaan, leek minder goed toepasbaar op Sam. Sam is een vrolijke, beweeglijke en ondernemende jongen. Hij ontdekt de wereld niet door te kijken, maar door te doen. Letterlijk met vallen en opstaan. Er gaat geen week voorbij zonder een blauwe plek, schram, kras of andere verwonding. Laatst liep hij nog met een grote schram en een kapotte lip rond op straat. Je zou bijna bang zijn dat de buren een melding gaan maken bij Veilig Thuis..


Je kunt je voorstellen dat onze opvoedkundige aanpak bij Pim dus ook anders is dan bij Sam. Pim moeten we stimuleren dingen te ondernemen. Uit z'n (vrij kleine) comfortzone te komen en niet overal bang voor te zijn. Het voelt weleens dubbel om hem dit aan te leren. We willen hem niet leren dat het oké is om je eigen grenzen altijd maar over te gaan. Die balans zoeken we iedere dag weer. Soms vinden we die, soms niet. 

Sam moeten we juist temperen. Zelf heeft hij geen rem, als wij hem soms niet tegenhouden wordt 't nog écht gevaarlijk ook.. In grote lijnen proberen we wel eenzelfde aanpak toe te passen. Duidelijke regels en afspraken, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Als je eet moet je zitten, 's avonds eten we altijd aan tafel, bedtijd, schermtijd.. enz. Het grootste verschil zit 'm denk ik meer in de details en de uitvoering hiervan. Ik ben altijd erg gecharmeerd van de "2x nee is ja"-regel van (ontwikkelingspsycholoog) Steven Pont. Wanneer je kind iets wil waar jij je bedenkingen bij hebt, stel jezelf dan de volgende twee vragen: 1. is het levensgevaarlijk? 2. heeft de omgeving er last van? Bij twee keer ‘nee’: laat je kind het dan vooral doen. En als het ‘mis’ gaat; dan ben jij daar als ouder, als veilig en warm vangnet. Op naar de volgende ervaring! Tot nu toe hebben we deze regel nog niet echt nodig gehad, Pim berekent zelf al van te voren de risico's en laat dit doorslaggevend zijn in zijn beslissing iets wel of niet te doen. Een soort ingebouwd systeem wat hem vaak zat ook tegenhoudt nieuwe ervaringen op te doen. Zeer waarschijnlijk gaan we de 2x nee is ja-regel wel vaker toepassen met Sam.. Risico's inschatten doet hij (nog) niet aan.


Al met al maakt dat opvoeden mij best weleens onzeker. Zeker als ik dan weer een hysterisch schreeuwende kleuter in huis heb die dan roept "dat ik zijn hele leven heb verpest" omdat hij niet op de iPad mag. Of als de pre-peuter-puberteit-buien van Sam vrij vocaal zijn en de halve buurt kan meegenieten, omdat hij niet op het aanrecht mag klimmen en met het messenblok mag spelen. Soms zakt mij dan ook de moed in de schoenen als ik me realiseer dat we pas aan het begin van het opvoedproces zitten. Ze zijn pas 5 en 1. "Kleine kinderen, kleine zorgen. "Grote kinderen, grote zorgen." *Zucht* 


Tja, wat de toekomst ons ook zal brengen, het zal opvoedkundige pareltjes zijn én met momenten die we liever niet aan de buitenwereld onthullen.. Uiteindelijk gaat het mij erom dat het fatsoenlijke en vooral gezonde en gelukkige jongens worden.