Krie duu wat?! (9)
Wauw, wat leuk en wat ben ik trots: mijn lieve zoon zit op school en hij wil er het liefst elke dag naartoe! Dat is toch werkelijk geweldig? Het was wat gecompliceerd, maar dan heb je ook wat.
Maandag 3 februari was het zo ver: er ging een nieuwe klas van start op de Keerkring. In een nieuw gerealiseerd klaslokaal, met nieuwe juffen en vier andere nieuwe kindjes ging de groep ‘de Kikkers’ van start. Voor vertrek stond Noah enorm te stuiteren door het hele huis, hij rende van deur naar deur en sprong op en neer. Eenmaal op het schoolplein veranderde hij in een heel stil verlegen jongetje dat het eigenlijk stiekem ook wel heel erg spannend vond. Mijn man en ik brachten hem naar de klas, na het overhandigen van de gebruiksaanwijzing en de nodige kusjes lieten we onze kleuter het schoolleven ontdekken.
“We hebben een kleuter, we hebben nu echt een kleuter. Hij is al een halfjaar vier en nu gaat hij ook naar de grote school. Waar is de tijd van maatje 44 en de tijd van gekir en middagslaapjes gebleven? Wat gaat de tijd snel!” Natuurlijk volgden er toch veel meer clichés toen we de school uitliepen en ook deden we een vreugdedansje.
Ik wed dat elke ouder feest viert als hun kind naar school gaat. Eindelijk gepaste uitdaging voor hem, eindelijk een stuk minder verveling en eindelijk weer een kind dat op normale tijden in slaap valt. Een leuk bij-effect is dat je ook wat meer tijd voor jezelf hebt en je je ook niet meer scheel hoeft te denken over de opvang van je kind.
Zo ook hier en misschien was het hier zelfs wel een knalfuif. Eigenlijk was Noah namelijk al heel lang toe aan school. Het probleem was dat hij niet naar school kon, omdat hij met zijn bijzonderheden niet past op een reguliere basisschool. Ja, en probeer je kind maar eens snel op speciaal onderwijs te krijgen. Laat dat ‘snel’ maar achterwege, mijn hemel wat een gedoe.
Eerst hadden we een algemeen gesprek met een orthopedagoog van de kinderopvang over de vele soorten speciaal onderwijs. Waar zou Noah het beste tussen kunnen passen en hoe gaan we dat uitzoeken? Wat zijn de mogelijkheden in de regio en wie zullen er bij dit proces worden betrokken? Uiteindelijk zou Noah worden geobserveerd door zowel mensen van een samenwerkingsverband s.o. als mensen van een sbo.
Speciaal onderwijs is cluster onderwijs, en daar zou Noah dan onder de cluster ‘leerproblemen’ vallen. SBO staat voor speciaal basisonderwijs en dat het het speciale onderwijs dat het meest lijkt op het regulier met als verschil dat kinderen het in hun eigen tempo doen. Om de verschillen beter aan te duiden: op SBO is er een algemeen niveau waar naar gestreefd wordt en wordt het tempo aangepast aan de leerling. Op SO wordt niveau (en tempo) aangepast aan de mogelijkheden van de leerling. Met andere woorden: in een SBO klas krijgt iedereen dezelfde stof aangeboden en kun je het vervolgens in je eigen tempo doen en op SO krijg je een persoonlijk leerpad. Bovendien zitten er op een SBO gemiddeld 12 tot 14 kinderen in een klas en bij SO zijn dat er 6 tot 8. Niet dat ik een expert ben op onderwijs gebied -misschien ligt het net wat anders-, maar dit is wat ik ervan heb begrepen.
Bij Noah is niet helemaal duidelijk nog of hij de ontwikkelingsachterstand die hij nu heeft gaat inhalen, en in welke mate dat dan is. Kinderen met cri-du-chat zijn meestal verstandelijk beperkt en blijven ergens halverwege steken in hun ontwikkeling. Noah is echter ook dysmatuur geboren en kan ook daardoor een achterstand hebben ontwikkeld, als dit zo is zou hij de achterstand grotendeels in kunnen halen en hoeft hij dus niet per definitie verstandelijk beperkt te zijn. Omdat Noah een milde vorm van cri-du-chat heeft, is de precieze oorzaak (en daarmee ook het verloop) van zijn ontwikkelingsachterstand onduidelijk.
Juist dit maakte het heel complex om een gepaste school voor Noah te vinden. Als we Noah naar een SBO zouden sturen, dan was het hopen dat hij kon meekomen. Als we hem naar SO zouden sturen, dan zou het kunnen dat hij misschien ooit het niveau overstijgt. Zet je hoog in of klim je langzaam op? We geloofden er toch wel meer in dat opklimmen hem meer zelfvertrouwen zou geven dan wanneer hij mogelijk op zijn tenen moest lopen. Behalve dat hadden we ook echt een plek voor Noah nodig waar het niet problematisch was dat hij nog niet zindelijk is. Ook qua eten en drinken is Noah erg bijzonder en sowieso is hij niet heel zelfredzaam en zelfstandig. Na een uitgebreid gesprek (hierover en over de bevindingen van de observaties) met 7 personen -met ons erbij 9- was de conclusie dan ook dat we hem zouden laten starten op speciaal onderwijs.
Intussen was het tweeënhalve maand na ons eerste oriënterende gesprek met de orthopedagoog over de soorten speciaal onderwijs. We hadden nu de knoop doorgehakt, nu de rest nog. Helaas was het geen inschrijven en klaar voor ons. We moesten de verwijzing van de kinderarts met medisch dossier regelen , het inschrijfformulier van zeven kantjes invullen en we onderwierpen Noah aan een verbale IQ-test (terwijl hij zó goed nou ook weer niet praat). Dit alles om te weten wat zijn startniveau is en om alles financieel in orde te krijgen.
Dit was op zich niet eens zo heel veel werk, toch zaten we in tussentijd wel met een overjarige peuterpuber in huis die nog niet naar school kon. Een peuterpuber XXL die het vertikte om te luisteren, alle grenzen opzocht en ruimschoots overschreed en die zich niets aantrok van straf.
We waren dan ook heel blij dat we een paar weken later al werden uitgenodigd voor een rondleiding op de Keerkring. Ik weet niet eens welk beeld ik wél had van speciaal onderwijs, maar dit overtrof mijn stoutste verwachtingen. Wat een mooie en normale school was dit! Er hingen overal knutselwerkjes door de school en in de kleuterklassen waren gewoon een poppenhoek, een speelkeuken en een autogarage te vinden. Elke andere klas zag er trouwens ongeveer net zo uit als mijn eigen basisschool vroeger, alleen dan veel kleinschaliger. De kinderen spelen meerdere keren per dag buiten en eens per maand is er een maandafsluiting in de aula met optredens van diverse klassen. Ook hier gaan ze soms op excursie en op schoolreisje en op deze school leren ze ook gewoon taal en rekenen. Zo normaal dat het eigenlijk gek is dat er nog steeds een soort taboe op rust.
Is het echt zo’n schande als je kind naar zo’n school gaat? Fluister je bijna dat je kind ‘op speciaal’ zit, omdat je bang bent dat anderen erdoor worden afgeschrikt en jouw kind als ‘dom’ bestempelen puur omdat ze zich niet hebben verdiept? Waarom zou je niet vol trots mogen zeggen dat je kind in een klasje zit van zes leerlingen en twee juffen? Eerlijk gezegd denk ik dat ik mijn kind hier een groot plezier mee doe, voor hem is dit de beste manier van leren en hij heeft het erg naar zijn zin.
Het was even een lange weg vol geregel Noah op een school te krijgen. Toch was het echt het wachten meer dan waard, zeker als ik bovenstaande foto zie die op de tweede dag werd gemaakt. Hij straalt enorm en is gigantisch gelukkig. Nu kruipt hij om 6.00 uur bij ons in bed om te vertellen dat hij naar de kikkerklas wil, ook in het weekend! Ook de gespecialiseerde buitenschoolse opvang is nu rond en ook daar doet hij het prima.
Het klinkt cliché en toch is het zo ontzettend waar: als moeder ben je op je allergelukkigst als je kind helemaal happy is.