kookles
Wat denk je paps? Beetje oregano erbij?’ Sam roert in de pastasaus. ‘Proef maar jongen!’, antwoordt Jim joviaal. Mijn moeder staat in de deurpost met open mond te kijken. ‘Hij is pas acht en hij kookt!’ fluistert ze. ‘Jong geleerd, oud gedaan!’ antwoord ik.
‘Hé oma!’, roept Sam blij als hij ons opmerkt. Hij stapt van het krukje af en vertelt ons wat hij precies aan het maken is. ‘Sam! Je moet roeren! Dames, uit de keuken. Hier wordt gewerkt!’ sommeert Jim
We settelen ons op de bank in de woonkamer met een kopje thee. Ik vertel haar trots dat beide kinderen een keer per maand met chef-kok mama of chef-kok papa mogen koken. Mijn moeder kijkt ineens serieus. ‘Dat heb ik niet echt goed aangepakt hè?’, vraagt ze vervolgens. ‘Ik heb jullie nooit leren koken.’
En met die woorden kreeg ik een flashback van de periode dat ik net op mezelf ging wonen. Ik zou nu niet meer bij mezelf gaan eten! Doorgekookte pasta met een kaassaus van slagroom met een zak geraspte kaas en hamblokjes… En toen ik daar genoeg van had, en wat anders probeerde te koken verdwenen heel veel van die pogingen in de vuilnisbak… en ik in de plaatselijke snackbar.
‘Jim is inderdaad niet op mijn kookkunsten gevallen’, antwoord ik uiteindelijk. Vervolgens vertel ik dat ik haar niks kwalijk neem. Ze moest een gezin van drie kinderen managen en werkte, net als mijn vader, fulltime. ‘En hierbij had ik niet eens die handige bizzyboard!’, vult mijn moeder aan. ‘Precies!’, lach ik.
‘Plassen, handen wassen, éten’, roept Sophietje als boodschapper van de koks. Eenmaal aan tafel laten we ons culinair verrassen door Sam en Jim. ‘Wil je later als je groot bent kok worden Sam?’ vraagt oma wanneer ze voor de tweede maal zich laat opscheppen. ‘Nee’, antwoordt Sam eerlijk. ‘Ik word politieman! Maar ik vind het wel fijn om goed te kunnen koken voor als ik uit huis ben. Want anders eet ik straks alleen maar pasta met slagroom!’ Zijn oma vraagt wat hij daar mee bedoeld. ‘Nou’, verklaart hij, ‘dat deed mama ook altijd!’ Mijn moeder keek me meewarig aan. ‘Pasta mét slagroom’, herhaalde ze, ‘was het zó erg?’ Ik herhaal betrapt wat ik al eerder zei: ‘het is goed gekomen mam!’