Haar verhaal (Deel2)
Misbruikt als kind
Ik verstopte mij in de portiek. Was dit echt gebeurt? Had de vader van mijn buurmeisjes aan mij gezeten? Waar is het mis gegaan? Hoezo deed hij dit? WAAROM?? Aan wie ga ik dit vertellen? Mijn ouders ging ik het echt niet vertellen want zelfs op die leeftijd kon ik wel een scenario bedenken van een ingetrapte deur, een familie drama en mijn vader die in de gevangenis zou zitten voor moord. Zijn dochters dan? Dat waren mijn vriendinnetjes maar die zouden mij niet geloven want als zij mij zoiets zouden vertellen dat mijn vader dat met hun gedaan zou hebben, zou ik ze ook niet geloven. In mijn ogen zou iedere ouder je veilige haven moeten zijn, degene die je beschermt en je opvoed met veel liefde. Dus ondanks dat hij mij iets vreselijks had aangedaan kon ik mij voorstellen dat zij zo nooit over hun vader konden denken.
Ik gluurde door het raampje van de portiek deur of hij al naar huis was. De kust was veilig en ik belde bij mijn buurmeisjes aan. Ik stond te trillen als een rietje. ‘Ik moet iets aan jullie vertellen maar ik snap dat jullie mij niet zullen geloven. Als het andersom was, zou ik jullie ook niet geloven.’ Ze luisterden aandachtig, ik had verwacht dat ze boos zouden worden maar dat werden ze niet. Teleurgesteld of misschien teneergeslagen, wat ik toen niet echt besefte want ik stond mezelf daar te verdedigen. ‘De dag dat dit uit komt, of hij dit bij iemand anders doet, ben ik de eerste die dit aan jullie heeft verteld en kan niemand achteraf zeggen dat ik er eerder mee had moeten komen’. De weken misschien maanden erna waren raar. Ik ging niet meer met hun mee lopen naar school en al helemaal niet meer mee in het busje van hun vader. Ze vertelden aan een paar andere klasgenootjes wat ik had verteld en er kwam een tijdje een kloof want ik was uiteraard een leugenaar. Ik heb het denk ik met een ander buurmeisje besproken maar daar liet ik het bij.
De tijd verstreek, we spraken wel met elkaar maar gingen niet meer met elkaar om. Ik werd vaker gepest, ik werd onzeker en langzaam aan merkte ik dat ik aan het veranderen was. Ik was niet meer dat vrolijke meisje die elke dag met veel plezier naar school ging en onbezorgd buiten speelde. Ik kreeg interesse in jongens en alles wat kriebelde. Wat misschien op een bepaalde leeftijd normaal is maar dit ging veel verder. Dit was wat hij had aangewakkerd bij een meisje dat net aan haar tienerjaren begon. Het leven ging verder, ieder ging zijn eigen weg en ik deed alsof er nooit iets gebeurt was. Vanaf mijn 13e zocht hij weer contact. Ik ging naar het voorgezet onderwijs en kwam hem buiten onze wijk tegen. Dan groette hij mij maar ik gaf geen antwoord terug. Als ik met iemand samen was deed hij dit niet. Dit ging zo een jaar door en ik werd er steeds naarder van. Wat wilde hij van mij? Dacht hij nou echt dat ik zou zeggen:’Haaaai, was lekker hè toen?’ Of ‘Zullen we wat afspreken?’ Deze man was over de 60, intussen een oude vieze man in mijn ogen en was door hem getraumatiseerd. Ik probeerde verder te gaan met mijn leven maar elke keer als ik hem had gezien, had ik de dagen erna nachtmerries. Op een dag groette hij mij in onze wijk, terwijl ik met een vriendin samen was. Dit was mijn kans om het te stoppen. ‘WIE DENK JIJ WEL NIET WIE JE BENT,GROET MIJ NOOIT MEER!’ en ik spuugde naar hem. Ik voelde mij sterk omdat als hij iets zou zeggen, was er een getuige. Maar hij zei niets en liep door. Hij groette mij nooit meer maar tot de dag van vandaag kijkt hij mij nog altijd na als hij mij ziet.