Snap

Gewoon , Guusje! 1.4

Het nummer heeft ze niet in haar telefoon staan. Maar wacht eens even? Is dit niet dezelfde persoon die mij geappt heeft?

Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en vergelijk de nummers met elkaar. Huh?! Wat is dit nu weer?

Eenmaal thuis gekomen besluit ik het nummer onbekend te bellen. De telefoon schakelt meteen over naar de voicemail. Shit, hier kom ik dus ook niet verder mee. Ik heb de politie wel doorgegeven dat ik zelf ook geappt ben door dit nummer, maar achteraf heb ik er spijt van. Wie weet wat voor een psychopaat hierachter zit? Straks staat hij in mijn slaapkamer. Ik plof op de bank en pak mijn telefoon.

- Hey schatje. Waarom moest je nu de politie bellen? Ik neem sowieso mijn telefoon niet op hoor al bel je 20x onbekend. Je weet best ik wie ben. X –

Say what?! Wat is dit! Ik twijfel nog steeds wat ik moet doen, maar besluit uiteindelijk toch terug te appen.

- Voordat jij mij schatje noemt wil ik graag weten wie je bent. Groet Guusje –

- Niet zo afstandelijk schatje. Gisteravond was je dat ook niet. X –

- Ik heb gisteravond met niemand gesproken behalve mijn vriendinnen. Wat heb je eigenlijk met Lena gedaan?!-

- Moppie toch! Dat is ze toch helemaal zelf schuld? Ze is een klikspaan en die mogen niet door mijn straatje gaan x –

Ikbegin steeds meer het vermoeden te krijgen dat Donny hierachter zit. Er is niemand zo gek als Donny! Hij moet het wel geweest zijn.

- Hey Don. Waar slaat dit op?! –

- Hey sexy legs. Waar slaat wat op? Het appje van gisteravond waarin ik vroeg waarom jij je verstopte? Het was een doodnormale vraag hoor xxx –

- Nee niet dat appje, maar wel de rest!-

- Welke rest? Wat is er aan de hand Guus?? –

Ik leg mijn telefoon weg en alle spanning komt eruit. De tranen blijven maar komen. Een dikke 20 minuten later slaat de voordeur met een knal open. Donny, een kast van 2 bij 2 zoals iedereen hem altijd noemt, stormt naar binnen.

“Hoe, hoe, hoe kom…” stamel ik

“Ik heb je sleutel nog Guus! En nu wil ik weten wat er aan de hand is! Niemand komt aan mijn meisje”

De rillingen lopen over mijn rug bij het horen van de woorden “mijn meisje”

“Don, één ik ben je meisje niet. En twee ik weet niet wat er aan de hand is!”

Weer stromen de tranen over mijn gezicht. Donny sluit de deur en komt naast me zitten op de bank. Hij grist mijn telefoon van de hoogglans witte salontafel.

“Wachtwoord?”

Al snikkend geef ik hem met veel tegen zijn mijn wachtwoord. Zijn gezicht wordt als maar roder en hij kijkt steeds bozer naar mate hij de appjes leest.

“En wie mag dit dan wel niet zijn?”

“Ik, ik, ik weet het niet Don! Ik weet het echt niet”

“Ik wil dat je NU alles verteld wat er gisteren gebeurd is. Ik moet weten wie dit is en ik beloof je Guus hier komt een einde aan.”

Het is voor mij moeilijk om Donny te vertrouwen. In onze relatie is hij meerdere keren vreemdgegaan en haalde allemaal ongure types in huis. Dit werd mij gewoon allemaal teveel en heb hem het huis uitgegooid. Dagen, weken, maanden heeft hij mij gestalkt. Ik kon niet eens rustig naar de sportschool, want daar kwam meneer ook binnenlopen. Ik kon niet alleen naar de supermarkt, want daar liep meneer ‘toevallig’ ook naar binnen. Hij woont 2 dorpen verderop en verscheen telkens overal waar ik was. Hij ziet de twijfel in mijn ogen en loopt naar de keuken.

“Guus, staat alles nog op dezelfde plaats?”

“Ja, ja ga je gang. In de koelkast staat vast nog wel iets te drinken”

“Wil je ook wat te drinken?”

“Nee dankje”

Ik veeg mijn tranen weg en snuit mijn neus. Ondanks alles voelt het wel vertrouwd. Precies de reden waarom ik dus geen contact meer met hem wilde. Als hij weer naast me gaat zitten besluit ik dat het beter is om Donny in te lichten over wat er gebeurd is. Tenminste voor zover ik het me allemaal kan herinneren. Gisteravond is een groot zwart gat op dit moment, terwijl ik daar normaal nooit last van heb. Het enige wat Donny doet is mij met open mond aankijken.

“Maar hoe gaat het nu met Lena dan?”

“Ik heb geen idee. Ik kon morgenvroeg bellen. Haar moeder is met haar mee naar het ziekenhuis en haar vader zit op de eerste vlucht richting huis”

Op de tafel trilt mijn telefoon. Ik excuseer me en neem, zonder te kijken wie het is, mijn telefoon op. Aan de andere kant hoor ik ietwat gekraak. Met een vervormde stem hoor ik.

“Meisje, meisje, meisje toch… wat doet hij nu bij jou? Zo zonde dat zo’n mooie vrouw zich laat gebruiken door zo een man… Nee wacht door zo een hufter”

Geschrokken kijk ik Donny aan. Hij gebaart ‘wat is’. Met open mond staar ik naar mijn telefoon.