Snap

De periode van afleiding is voorbij.. Wat nu>?

Hoe gaat het met mij wanneer ik thuis ben. Wanneer ik alleen ben en geen afleiding heb...

Het is nog niet eens maandag wanneer het eigenlijk al voor de eerste keer mis gaat. Ik ben deze ochtend op de bank geploft en eigenlijk niet meer opgestaan om iets anders te doen dan plassen of Tijs een flesje geven. Wanneer Frank langs loopt zie ik zijn bezorgde blik en ik krijg een knuffel. Daarna begin ik te huilen en vertel dat ik mij echt niet goed voel. Ik ben moe, moe en nog eens moe.

Deze week veranderd er eigenlijk vrijwel niets en wordt alles met de dag erger. Geen fut, weinig eten en naar buiten gaan. Nee liever niet. Zelfs boodschappen is teveel. Als ik om mij heen kijk zie ik alleen maar muren en ik hou de gordijnen bewust dicht. Wanneer ik denk aan volgende week kan ik alleen huilen. Die maandag heb ik de telefoon gepakt en heb ik mijn teamleider opgebeld. Ik heb haar constant vertelt hoe het met mij gaat en zij begrijpt dat ik 11 april(volgende week) niet in staat ben om te werken. Ik geef ook aan dat ik er over denk om hulp te gaan zoeken want ik kom hier echt niet meer uit. Hierna knuffel ik veel met Tijs en als ik al ga aankleden doe ik dat in een nieuwe trainingsbroek en een schoon shirt.

Aan het einde van de week geef ik aan dat het echt niet meer zo kan. Ik kan alleen maar huilen. Ik kom niet vooruit en zelfs voor Tijs zorgen wordt mij soms teveel. Hij komt niets tekort laat ik daar even duidelijk in zijn. Hij krijgt mijn laatste restje energie. Ik voel mij ook erg schuldig naar hem toe. Ik ben geen vrolijke moeder en ik ga niet veel met hem naar buiten. Wanneer ik dit typ krijg ik opnieuw kippenvel. Ik pak deze vrijdag de telefoon. Frank ik dan namelijk thuis aan het werk en dan kan hij bij Tijs blijven. Hij besluit mee te gaan naar de huisarts.

MAANDAG 11 APRIL

Deze ochtend is het zover ik ga aan mijzelf werken en ik hoop dat het dan beter met mij gaat. Vlak voordat ik wegga komen mijn opa en oma binnen. Zij zijn hier om ons te helpen met onze tuin. Die is in het afgelopen jaar nogal een wildernis geworden.

Onderweg naar de praktijk ben ik best een beetje zenuwachtig en ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten. In de wachtkamer zit een oude man. Deze man zag ik ook toen ik met Tijs hier was. Hij is er vaste klant. Na een kort gesprekje wordt ik geroepen door de praktijk ondersteuner. Wanneer we boven komen vraagt ze of ik het heel erg vindt als er een stagiere bij zit. Ik geef aan dit niet een groot probleem te vinden omdat zij het ook moet leren.

Ik vertel in het kort wat er allemaal is gebeurd en ik vind nu dat ik redelijk rustig blijf. Maar wanneer ze na het verhaal vragen stelt schiet ik toch vol. Ze begrijpt dit maar al te goed en geeft mij een zakdoekje. Ze snapt waarom ik hier ben maar vind mij niet zozeer een depressieve houding hebben. Zij denkt dat de gespreken met haar alleen voldoende zijn. Na afloop vraag zij wat ik ervan vond maar ik geef aan dat ik dat niet zo goed weet. Ik heb zoveel meegemaakt dat ik niet zo goed meer weet wat ik wel of niet goed vind. Ik zal er over denken en wij maken een vervolg afspraak voor volgende week maandag..

7 jaar geleden

Goed dat je hulp hebt gezocht. Hopelijk werkt het ook en voel je je al wat beter.