Het leed dat huiselijk geweld heet
Mijn moeder kreeg een nieuwe vriend, dat ging helemaal mis
Tegenwoordig is een melding maken over huiselijk geweld erg makkelijk. Je kan bij verschillende organisaties terecht en meldingen worden sneller behandeld omdat er dan gelijk een meldcode wordt gestart zodat er vervolgens de juiste hulp ingeschakeld kan worden.
Vroeger, en dan heb ik het over 25 jaar geleden, werd je van het kastje naar de muur gesleept en je werd minder serieus genomen. Er werd weinig met een melding gedaan. Vooral als je als kind bij verschillende organisaties of in je mensenkring verteld wat je doormaakt lijkt het erop alsof ik en mijn zusje een hele rijke fantasie hadden, waarop wij maar snel beter onze mond konden houden. Want wie gelooft ons nou? Niemand zag aan ons wat wij meegemaakt hebben. Blauwe plekken op je armen en benen? Dat komt vast doordat ze allebei weer eens gevallen zijn. Kinderen worden immers groot met vallen en opstaan, dus die plekken en wonden horen erbij. Niemand wilde naar ons luisteren. Wij moesten ook heel voorzichtig zijn aan wie wij ons hart wilde luchten. Stel dat hij er vanaf zou weten dat wij ons verhaal wilde delen met iemand, dan was het huis te klein.
Mijn ouders zijn gescheiden toen ik en mijn zusje 6 en 4 jaar oud waren. Dat wij 9 en 7 jaar waren kreeg mijn moeder een nieuwe relatie. Deze man had een eigen appartement in hetzelfde dorp waar wij woonde, maar kwam al snel bij ons intrekken. Mijn moeder was ernstig ziek. Ze kreeg, dat ik 8 jaar was, de diagnose kanker. Dat was misschien de reden geweest waarom deze man heel snel bij ons kwam wonen.
Mijn moeder werkte af en toe om een extraatje te verdienen. Haar vriend werkte fulltime als vrachtwagenchauffeur. In het begin was alles erg leuk en gezellig thuis, maar langzamerhand werd mijn moeder steeds zieker en haar vriend veranderde in zijn gedrag naar ons toe, waarop er steeds meer fysiek geweld naar ons werd gebruikt.
Op momenten dat haar vriend aan het werk was konden ik en mijn zusje weer op adem komen. Wij ondernamen samen veel activiteiten, veel buiten spelen, naar de paarden toe, met vriendjes spelen etc.
Zodra mijn moeders vriend weer thuis kwam waren wij stil, teruggetrokken, durfde geen nee te zeggen, angsten, lichamelijke klachten zoals veel blauwe plekken en wonden.
Omdat mijn moeder op een gegeven moment nog weinig kon doen en volledig thuis zat, hebben mijn zusje en ik alle huishoudelijke taken op ons genomen. Van schoonmaken, stofzuigen, vaatwasser uitruimen, koken, ramen lappen etc. Daardoor konden wij op dat moment minder ‘kind’ zijn. We moesten van school naar huis om te helpen. Helaas deed de vriend van mijn moeder helemaal niks in het huishouden, kookte ook niet en zat alleen maar als een zoutzak op de bank. Mijn moeder was erg ziek. Elke drie weken moest ze naar het ziekenhuis voor chemokuren. Dit maakte haar erg misselijk, maar ook de pijnklachten die ze ervaarde van de ziekte ging ze aan onderdoor.
Als mijn zusje en ik iets niet hebben gedaan of het ging niet naar zijn zin dan werden wij geslagen, geschopt, geknepen en aan onze haren of oren getrokken. Mijn zusje is wel eens met de riem toegetakeld en met een biljartkeu op haar hoofd geslagen. Het geweld maakte wij wekelijks mee.
Er was een keer een moment dat hij erg boos werd op mij. Ik rende heel hard naar boven en hij kwam mij achterna. Hij liep mank dus hij was niet zo heel snel. Ik ben heel snel mijn bed ingedoken en heb de deken over mij heen geslagen. De deur werd open gegooid en daar kwam hij aan. Met vuisten en platte hand is hij helemaal los gegaan. Ik was zo bang en schreeuwde het uit van de pijn dat ik zelfs in mijn bed moest plassen. Ik was helemaal bond en blauw geslagen. Zijn hand heeft wel twee weken in mijn bovenbeen gestaan. Alleen mijn gezicht heeft hij niet geraakt. Anders zou je natuurlijk vragen krijgen waar dit vandaan komt. Mijn moeder was op dat moment thuis. Zij heeft enorm gehuild en geschreeuwd of hij alsjeblieft kon stoppen. Nadat dit klaar was is hij naar beneden gegaan en ik bleef de rest van de dag op mijn kamer. Ik heb gewacht totdat hij weer naar zijn werk moest en vanaf toen ben ik weer naar beneden gegaan. Al die tijd zat ik vol met angsten en paniek in mijn kamer te wachten totdat hij weer weg was. Zodra hij weer thuis kwam ben ik weer naar mijn kamer gegaan. Ik wilde hem zoveel mogelijk ontwijken.
Ik was 12 jaar en ik was op, ik kon niet meer. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ik ben naar het politiebureau gelopen om aangifte te doen tegen huiselijk geweld. Ik heb gezegd dat mijn zusje daar nog woont en dat ze haar moeten ophalen. Ze is niet veilig. Mijn vader heeft mij opgehaald en vanaf dat moment kreeg ik veel meer rust. Ik mistte mijn zusje en mijn moeder. Elke dag spookte het door mijn hoofd. Hoe zal het met hun gaan? Kan mijn zusje niet naar me toe? Waarom wordt er niks mee gedaan?
Vier maanden later is mijn moeder overleden aan kanker. Mijn zusje kwam ook bij mijn vader wonen. Vanaf die tijd konden wij weer ademen, een nieuwe start voor ons met nieuwe kansen en wie weet waar het schip gaat stranden voor ons.
Hoe gaat het nu met ons?
Mijn zusje en ik zijn nog steeds vier handen op één buik. We hebben wel eens periodes gehad dat wij even geen contact hadden, maar zodra dat er weer was voelde dit gelijk weer goed. Wij kunnen heel goed met elkaar praten, vooral om vroeger. Het besef wat wij hebben meegemaakt is pas jaren later gekomen. Ook begrijp ik waarom mijn moeder de keus niet kon maken om hem de deur uit te schoppen. Ze wist dat ze zou overlijden. Ze wilde niet dat één van ons haar levenloos zouden vinden.
En heel eerlijk, wij hebben hieraan trauma’s aan over gehouden. Mijn zusje heeft hier IMRS (imaginaire rescripting) voor gehad. Haar heftigste herinnering moest ze omschrijven. Het moment dat ik bond en blauw werd geslagen lag mijn zusje in haar eigen bed met haar knuffel in de armen en ze hoorde mij heel hard schreeuwden van de pijn. Ze had veel angsten en paniek om mij. En nu nog voelt ze die angst nog steeds. Het zit bij haar zo diep dat ze hier veel last van heeft gehad. Het is de bedoeling dat ik deze behandeling ook ga krijgen. Hiervoor sta ik op de wachtlijst.
Er is zoveel gebeurd in het verleden. Wat wij hebben meegemaakt in die tijd, nemen we de rest van ons leven mee. En dit heeft ons gemaakt zoals we nu zijn.
Het overlijden van mijn moeder heb ik op mijn manier een plekje kunnen geven, maar merk wel aan mezelf dat ik dit nog niet helemaal verwerkt heb, omdat ik er nooit echt over heb kunnen praten. Ik mis haar nog steeds elke dag en zeker sinds ik zelf kinderen heb. Kon ze maar zien hoe mijn zusje en ik zijn gegroeid in het leven. Dat ze haar kleinkinderen mee mocht maken want ik weet zeker dat ze een hele leuke oma was geweest. Denk echt wel dat ze heel trots is op ons.