Crisis met de R in de maand
Geachte mijnheer Rutte en mijnheer de Jonge,
Ik maak mij zorgen om de komende 8 maanden vanwege alle maatregelen rondom de corona crisis. Sinds 7 dagen zit de R namelijk weer in de maand. Dat betekend 8 maanden lang snotteren, hoesten en kans op griep.
Als moeder maak ik mij dus grote zorgen.
Ik hoor nu al verhalen over werkgevers die eisen dat snotterende kinderen van medewerkers worden getest en 7-jarigen die zelfstandig door een corona teststraat moeten. Een test die voor een volwassene al niet leuk is, maar voor kinderen op deze manier traumatisch te noemen is. Aangezien we nog 8 maanden te gaan hebben zullen er nog wel vaker testen als deze geëist worden voor deze kinderen.
Ik maak mij zorgen om de leerachterstanden die kinderen oplopen door telkens 1 of 2 weken school te missen. Ik maak mij zorgen om de leerkrachten die straks niet 1, maar 30 verschillende lesprogramma's moeten draaien omdat kinderen regelmatig lessen zullen missen en het niet meer mogelijk is om ze gelijk te laten lopen in de lesstof. Ik maak mij ook zorgen om hun leerkrachten die straks geen les mogen geven omdat ze zelf snotteren of omdat ze met een snotterend kind thuis moeten blijven. Ik maak mij zorgen om de banen van de ouders van deze kinderen.
Ik maak mij zorgen om de banen van mensen in het algemeen en over de financiële lasten voor bedrijven vanwege mensen die straks regelmatig thuis zitten.
Ik maak mij zorgen om de zorg die mensen nodig hebben en straks waarschijnlijk weer niet gegeven kan worden.
Ik maak mij zorgen om de ouderen die straks misschien weer opgesloten worden 'in hun eigen belang', maar waar de ouderen zelf heel ongelukkig van worden.
Ik vind het bewonderenswaardig hoe u de afgelopen maanden hebt geprobeerd om de ouderen te beschermen, maar tegelijkertijd maak ik mij ernstige zorgen om de overige 80% van de bevolking.
Aangezien u als politicus graag cijfers en statistieken hoort heb ik die ook voor u. Zoals u mag verwachten gebaseerd op de informatie van het CBS.
Tot nu toe zien we dit jaar 107.117 sterfgevallen tot en met week 34 geregistreerd. Hiervan zijn 13.762 tussen de 0 en 64 jaar, dat is 12,8% van alle sterfgevallen (in de afgelopen jaren ging het om 14,4% in 2017 , 14% in 2018 en 13,8% in 2019). Al een aantal jaren een afnemende lijn, maar dit jaar wel een exponentiële afname. In de rest van mijn cijfers zal ik uit blijven gaan van 12,8% in deze leeftijdsgroep.
We hebben nog 18 weken en 4 dagen te gaan tot het einde van 2020. Als we kijken naar de gemiddelde sterftecijfers dan zit dat rond de 3000 per week. Toen COVID-19 nog niet onder controle was zien we dat er 6 weken meer dan 3500 sterfgevallen waren met een uitschieter van 5084.
Als we uitgaan van wekelijks tussen de 3000 en 5000 sterfgevallen betekend dat dat er dit jaar in totaal tussen de 162.609 en de 199.617 mensen dood zullen gaan. Hiervan zal tussen de 141.795 en 174.066 in de risicogroep behoren van 65 jaar en ouder.
In het volgende stuk heb ik elk jaar berekend met het aantal 65 plussers uit december van het jaar ervoor.
Belangrijk is dat we een enorme toename zien in de hoeveelheid 65 plus in de afgelopen jaren. In december 2016 was 18,1% 65 jaar of ouder, in december 2017 was dit 18,5% en in 2019 ging het om 19,2% van onze bevolking. Een behoorlijke stijging. 2018 heb heb uit de berekening gelaten omdat er geen speciale griep heeft gespeeld in 2019.
Nu het aantal sterfgevallen onder deze groep.
In 2017 zijn er 128.583 op 3.086.000 sterfgevallen geweest, wat neerkomt op 4,2% van de groep.
In 2018 (het jaar van de Mexicaanse griep) zijn er 131.795 op 3.159.000 sterfgevallen geweest, wat ook neerkomt op 4,2% van de groep.
In 2020 zullen we waarschijnlijk tussen de 141.795 en 174.066 sterfgevallen zien op 3.313.000 wat neer zal komen op 4,3-5,3% van de groep.
Een verschil van 0,1-1,1% ten opzichte van de vorige jaren.
Nu komt de vraag waar het allemaal op neerkomt. Hoeveel meer sterfte is acceptabel en hoe mag zich dit verhouden tot andere belangen zoals het leerrecht van kinderen en behoud van werkgelegenheid in Nederland.
In de eerste helft van dit jaar zijn 72.000 mensen werkeloos geworden. Het is de vraag hoeveel kinderen er een klas opnieuw moeten doen aan het einde van dit schooljaar. Er zijn duizenden studenten met een achterstand van minstens een half jaar en het is nog maar de vraag hoe mensen met een (corona) diploma uit 2020 of 2021 zich staande kunnen houden op de arbeidsmarkt.
Dit zijn maar een paar voorbeelden van de gevolgen die de genomen maatregelen hebben.
We redden misschien 30.000 mensenlevens op deze manier, maar ruïneren er veel meer op de korte en lange termijn.
Ik neem jullie niks kwalijk, maar ondertussen weten we steeds meer over dit virus en is het gelukkig veel minder dodelijk dan aanvankelijk werd gedacht en ik realiseer me dat het in een deel van de gevallen een heel ernstige ziekte is, daarop roep ik u op om in te zetten op een socialere aanpak. Een aanpak waarin de belangen van alle inwoners in Nederland centraal staat in plaats van een aanpak waarbij we alleen de ouderen en mensen met een zwakkere gezondheid beschermen.
Ik stel graag mijn tijd en expertise beschikbaar om vanuit het oogpunt van een moeder met jonge kinderen mee te denken in het belang van deze groep.
Zij verdienen het namelijk ook om beschermd te worden.
Met vriendelijke groet,
Een bezorgde moeder