#58 Het cadeau
We versnelden onze pas om zo snel mogelijk in het busje te stappen.
Hilda startte de motor van het busje en reed gelijk van het parkeervak af. Ze reed met een lage snelheid over het gehele vakantiepark om bij de uitgang te komen. De gehele weg van het vakantiepark was eenrichtingsverkeer. Bij de poort van de uitgang liet de bewaker ons door. Het was dezelfde als bij onze aankomst. Hilda reed het parkeerterrein af en reed vervolgens de straat op, in de tegenovergestelde richting van waar wij vandaan kwamen. 'Zeg Carmen, kun je mij echt niks vertellen over waar Dennis dat geld vandaan wil halen?' vroeg Nadia smekend. Ze zat naast mij op de bank en schuin achter Hilda. 'Nee, sorry. Dat moet hij zelf doen, vind ik.' 'Maar jij denkt te weten waar het vandaan komt.' hield Nadia vol. 'Dat denk ik ook, maar ik kan er pas iets over vertellen wanneer Dennis het aan jou verteld heeft.' 'Waarom toch zo geheimzinnig? Het is al net zo geheimzinnig als de sieraden die jullie dragen. Daar wil je ook al niks over vertellen.' 'Misschien is het verstandiger dat Dennis en Carmen daar eerst samen over praten voordat zij jou vertellen hoe het zit.' kwam Hilda tussenbeide. Ze keek in de spiegel naar ons. Anita keek bezorgd achterom. Zij zat op de bijrijdersstoel. Ik legde een hand op Nadia haar schouder te geruststelling. 'Als ik straks met Dennis erover ga praten, wil jij dan jouw nieuwsgierigheid nu laten voor wat het is?' 'Oké.' zuchtte ze. 'Kun je mij dat beloven?' Ik knikte. De mondhoeken van Nadia krulden iets omhoog. Haar ogen straalden echter onzekerheid uit. Alsof ze mij niet helemaal geloofde op mijn woord. Toch maakte ik belofte niet voor niks. Ik wou geen geheimen hebben tegenover mijn beste vriendinnen, ondanks dat ik die wel had. Alleen was het een onderwerp waar niet zomaar over gepraat kon worden. Zoiets stond zelfs in de brief van mijn ouders, die in het pakje zat welke Dennis en ik hadden gekregen van Jack. Daarom kon ik mij wel houden aan de belofte aan Nadia dat ik met Dennis ging praten, maar ik kon haar niet beloven dat ik haar ook maar iets over de afkomst van dat geld kon vertellen. Dat moest ik echt met Dennis bespreken. Dat gesprek moest wachten tot nadat wij weer terug waren in het huisje. Ik hoopte maar dat Nadia echt haar geduld daarvoor kon opbrengen. 'Dames, we zijn er.' onderbrak Hilda mijn gedachten. Ze reed langzaam door een winkelstraat, wat mij verbaasde. In alle winkels die we voorbijreden was het donker. Toch stonden er auto's in de straat. Achter één van die auto's parkeerde Hilda het busje en schakelde de motor uit. Ze draaide zich zodanig om dat ze iedereen aan kon kijken. Ze wees daarbij in de richting van wat er zich voor het busje bevond. 'Als jullie een stukje vooruit lopen zien jullie vanzelf de winkel die onze goede vriend runt. Hij is als enige open voor jullie drieën. In elk geval speciaal voor Carmen. ' legde Hilda uit met een glimlach. 'Ga jij niet mee mam?' Anita was verbaasd. 'Ik blijf in het busje op jullie wachten. Ik vind het beter dat jullie als vriendinnen met Carmen naar binnen gaan en haar bijstaan in haar keuze.' 'Oké. Laten we dan maar uitstappen.' zei Anita. Ze opende de deur naast zich, stapte uit en sloot de deur weer. Nadia kwam ook gelijk in actie en stapte kort na Anita uit. Ik volgde al snel en sloot de schuifdeur van het busje. 'Ik ben benieuwd over welke winkel mijn moeder het heeft.' Anita keek mij bedenkelijk aan. Nadia legde een arm over mijn schouders en een arm over de schouders van Anita. Ik keek in de richting van waar Hilda eerder heen gewezen had. Iets verderop zag ik licht in een aantal winkelramen. 'Daar is het volgens mij.' wees ik naar de ramen. Nadia haalde haar armen van onze schouders. Gezamenlijk liepen we erheen. Het bleek een juwelierszaak te zijn. Boven de ramen hing een gevelbord met de naam 'Het glanzende pareltje' erop. Wel een toepasselijke naam voor een juwelierszaak vond ik. Ik keek even opzij naar mijn vriendinnen en zag dat zij naar binnen keken. 'Dus hier werkt die goede vriend van mijn ouders?' vroeg Anita bedenkelijk. Het was meer een veronderstelling dan een vraag. 'Blijkbaar. Het is wel een luxe juwelierszaak.' veronderstelde Nadia. Ik keek naar binnen. Nadia had gelijk. Binnen zag het er erg luxe uit. Er stond een man met zijn rug naar de ramen gedraaid. Wat mij opviel was zijn lichaamsbouw. Die deed mij sterk denken aan de lichaamsbouw van Nick, maar deze man was kleiner dan Nick. 'Zullen we naar binnen gaan?' vroeg Nadia. 'Anders denken ze dat wij gluurders of zoiets zijn.' 'Je hebt gelijk, Nadia. Ik ben benieuwd of ik iets geschiktst kan vinden.' zei ik vertwijfeld. 'Hoezo? Je vindt vast wel het geschikte sieraad voor hem.' Anita’s stem klonk alsof ze heel overtuigd was van hetgeen wat ze zei.
Nadia opende de glazen deur van de juwelier. Er rinkelende een belletje boven de deur. De man die ik eerder zag draaide zich gelijk naar ons om. 'Aha, jullie zijn er. Welkom.' begroette de man ons met een lach op zijn gezicht. Hij stelde zich verder niet voor. Hij had een lichtgrijs pak aan met een wit overhemd en zwarte puntige lakschoenen. Een stropdas droeg hij niet. Doordat hij zich had omgedraaid kon ik hem beter bekijken. Zijn lichaamsbouw leek nog steeds op die van Nick, maar naast dat de man kleiner was dan Nick was hij ook iets breder dan Nick. Wat mij nog meer opviel was zijn haarkleur. Die was precies hetzelfde als dat van Nick, maar zijn haren vielen anders. Zijn gezicht leek ook veel op dat van Nick. Al was zijn gezicht breder en ouder dan dat van Nick. De ogen van deze man hadden een andere kleur dan die van Nick. Die waren groen. Ook zijn mond was anders. Ondanks dat deze man zoveel op Nick leek verwachtte ik niet dat hij misschien familie van Nick kon zijn. Ik verwachtte dat het kwam omdat ik de hele tijd aan Nick dacht en dat ik deze man met Nick aan het vergelijken was. Was ik dan zo geobsedeerd door Nick? Ik moest wel toegeven dat ik naar hem verlangde. Misschien kwam het daar wel door. 'Ik heb al begrepen dat jullie drieën zouden komen. Kijk toch niet zo verbaasd. Kom alsjeblieft verder.' De lach op zijn gezicht werd groter. Voorzichtig en onzeker schuifelden wij alle drie verder naar binnen. Verward door zijn ontvangst. Ik wist niet zo goed wat ik ervan moest vinden. Ik had zoiets nog niet meegemaakt. Ik voelde mij vooral ongemakkelijk en mijn vriendinnen leken zich ook zo te voelen. Geen van ons drieën zei iets. De enige die iets zei was de man. 'Ik heb begrepen dat één van jullie op zoek is naar een speciaal sieraad. Hoe kan ik jullie daarmee helpen?' 'Door ze eerst te laten rondkijken. Wat dacht je daarvan, schat?' onderbrak een vrouwenstem hem vriendelijk. Waarschijnlijk was dat zijn partner, omdat zij hem schat noemde. In de deuropening achter de toonbank stond een vrouwelijke gedaante. Haar gezicht was net niet te zien. Zij stond in de schaduw van de deurpost achter de toonbank. 'Maar natuurlijk.' antwoordde de man gehoorzaam voordat hij opzij stapte. Hij sloeg zijn ogen neer. 'Ga jullie gang. Als jullie hulp nodig zijn hoor ik het graag.' De man boog zich iets voorover waarbij hij met zijn armen gebaarde dat wij hem voorbij mochten lopen. Hij stapte nog verder opzij en nadat wij hem voorbijliepen liep hij naar de deuropening achter de toonbank. Anita en Nadia draaiden zich naar mij toe. De man kon ik nog net zien. Hij stond in de deuropening achter de toonbank te praten. Waarschijnlijk met die dame, maar die was uit het zicht verdwenen. 'Wat voor sieraad zou je hem willen geven?' vroeg Nadia zacht. 'Ik dacht aan een ring of een ketting met een hangertje eraan. Bij beide kan mijn naam erin gegraveerd worden. 'In die etalages heb ik ringen gezien. Zullen we daar gaan kijken?' Nadia wees naar de etalages voorin de winkel, rechts naast de deur waardoor wij naar binnen kwamen. Ik knikte en liep er als eerste heen. Nadia had gelijk. Ik bekeek de ringen aandachtig, maar ik kon geen geschikte ring voor Nick vinden. Het waren grotendeels trouwringen en verlovingsringen in één van de drie etalages. In een andere lagen zegelringen en kinderringen en in de derde verschillende sieraden. 'Hier zit niks tussen geloof ik.' zei Anita terwijl ze een hand op schouder legde. 'Nee, een zegelring is misschien een mooi cadeau, maar ik zie er geen een die ik zou willen geven.' gaf ik toe. 'Zullen we dan achterin de winkel kijken?' stelde Nadia voor. 'Daar liggen volgens mij kettingen en hangertjes.' 'Ja, prima.' Nadia liep al weg voordat ik daarop kon reageren. Anita nam mij aan de arm mee naar de andere hoek van de winkel. Terwijl we naar de andere kant van de winkel liepen passeerden we een aantal vitrines. In die vitrines zag ik andere sieraden, waaronder oorbellen en armbanden. 'Daar wil ik zo ook nog even kijken.' zei ik zacht tegen Anita. 'Oké.' zei ze alleen maar. 'Al is het alleen maar voor mijzelf.' voegde ik er zuchtend aan toe. Nadia stond al uitgebreid te kijken bij de kettingen in een muurvitrine. Alsof ze iets interessants zag voor zichzelf. Anita en ik kwamen naast haar staan. Alles wat er in de drie muurvitrines aanwezig was zag er prachtig uit, maar er was geen één ketting met hanger die ik aan Nick wilde geven. Enigszins teleurgesteld keek ik naar mijn vriendinnen. Nadia zag mijn blik. 'Hier zit ook niks tussen, of wel soms?' Ik schudde mijn hoofd. 'Ik wil nog even bij die zegelringen kijken. Misschien dat ik eentje vind die ik mooi genoeg vind om aan mijn grote liefde Nick te geven.' Die laatste woorden werden opgevangen door nog iemand anders dan Anita en Nadia. In mijn ooghoek zag ik de man met grote ogen naar mij kijken. Zijn mond was deels geopend alsof hij midden in een zin gestopt was met praten. 'Ik blijf nog even hier kijken, als je dat goed vindt. Ik zie iets moois.' zei Nadia zelfverzekerd. 'Tuurlijk, joh. Je hebt nu de kans. Dan ga ik met Anita weer bij de zegelringen kijken.'
Ik draaide me om en liep terug in de richting van etalages. Anita was al voor mij uitgelopen. Ik keek in de vitrines die we passeerden. Mijn lichaam vertraagde bij het zien van de armbanden. Er was één armband die mijn aandacht trok. Gelijk stopte ik bij de vrijstaande vitrine waarin de armband in lag. De armband viel op door de plek waar het lag. Die lag in een soort minivitrine op ooghoogte in de vrijstaande vitrine. Alsof die daar met een speciale bedoeling lag. 'Dat is 'm. Die wil ik Nick geven!' riep ik bijna uit. Mijn beide vriendinnen draaiden zich vliegensvlug om. Geschokt door wat ik uitsprak. Anita, die al bijna bij de etalages was, kwam naar mij toegesneld. Terwijl ze naast mij kwam staan zag ik in de weerspiegeling van de vitrine de man in de deuropening staan. Zijn ogen werden groter. Ik keek opzij naar Nadia. In plaats van dat zij naar mij toekwam keek zij perplex naar mij en naar waar ik stond. 'Wat heb je dan voor hem gevonden?' vroeg ze voordat ze naar mij toe kwam. 'Deze armband.' Ik wees naar de armband die ik bedoelde. Nadia kwam in beweging. De armband werd zowel door mij als door mijn vriendinnen aandachtig bekeken. De armband was echt prachtig en vooral heel stoer. De armband bestond uit vele schakels die heel dicht in elkaar zaten en een mooi langwerpig naamplaatje. Daar kon dan mijn naam in gegraveerd worden. 'Die is echt prachtig.' beaamde Nadia. 'Ik weet niet wat zijn smaak is, maar ik denk dat hij deze armband zeker prachtig zal vinden. Wat is de prijs?' zei ze. Het viel mij nu pas op dat er geen prijs aangegeven werd bij de armband, wat wel bij alle andere sieraden het geval was. Nadia draaide zich om naar de man. 'Ze heeft iets gevonden. Kunt u ons helpen?' 'Maar natuurlijk. Ik kom er gelijk aan.' antwoordde de man enthousiast. Al snel stond hij nieuwsgierig bij ons. 'Om welk sieraad gaat het?' 'Om die armband.' antwoordde ik wijzende naar de armband die ik aan Nick wilde geven. 'En we zijn nieuwsgierig naar hoeveel die moet kosten, want er staat geen prijs bij.' viel Nadia me bij. 'Bedoelt u de armband in die aparte display?' vroeg de man verbaasd. 'Ja.' knikte ik zonder dat ik mijn blik afwendde van de armband. 'Maar die is eigenlijk niet te koop.' zei de man met een hoge stem. 'Hoezo niet te koop?!' riep Nadia uit. 'Daar kan ik u niet mee helpen…' ging de man verder. 'Waarom ligt die armband dan in de vitrine? Als decoratie?' onderbrak Nadia hem verontwaardigd. 'Die is speciaal bedoeld voor iemand in het bijzonder...' 'Wat raar zeg! Wat heeft het dan voor zin dat die armband daar ligt.' De blik in Nadia haar ogen spraken boekdelen. Ik sloeg mijn ogen teleurgesteld neer. 'Dan kunnen we net zo goed teruggaan... Die armband was het perfecte cadeau voor mijn Nick...' Ik kon mijn teleurstelling niet onderdrukken. Anita wreef zacht over mijn schouders. 'Is Nick uw vriend?' hoorde ik de man verbaasd vragen. Ik knikte en draaide mij om. Ik hief mijn hoofd omhoog zodat ik de man aan kon kijken. 'Wat is zijn achternaam?' Pardon? Waarom wilde hij dat weten? Ik kende de man helemaal niet en hij mij ook niet. Laat staan dat hij Nick ook maar ergens van kon kennen. Hoe belangrijk was mijn antwoord op zijn vraag? Hij had een smekende blik in zijn ogen die ik niet zo goed begreep. Toch wist hij mij over te halen met zijn blik. 'Datema, Nick Datema is zijn naam, maar waarom wilt u dat weten?' Ik verwachte een duidelijk antwoord van de man, maar in plaats daarvan draaide hij zich in de richting van de toonbank. 'Lieverd, wil je even komen?!' riep hij.
De dame die zich eerst niet liet zien kwam door de deuropening en liep naar ons toe. Door het licht die op haar huid scheen werd ze zichtbaar. Het vreemde was dat haar uiterlijk mij op de een of andere manier bekend voorkwam. Ook zij leek wel wat op Nick, maar haar huidskleur was veel lichter en haar haarkleur was anders. Zij had halflange goudblonde lokken die over haar groene jasje vielen. Onder het groene jasje had ze een witte top met kant over haar decolleté. Ze had een donkergroene pantalon aan met lage hakjes eronder. Ze was een mooie verschijning voor een wat oudere dame. Ik schatte haar zo rond dezelfde leeftijd als mijn eigen ouders. 'Wat is er aan de hand? Kan ik de dames ergens bij helpen?' vroeg ze met een vriendelijke glimlach. 'Deze dame wil die armband kopen voor Nick Datema.' legde de man uit wijzend naar mij en naar de armband. Waarom moest hij per se Nick zijn naam uitspreken? Ik keek verward van de man naar de dame. De gezichtsuitdrukking van de man zag ik niet, maar de blik in de helderblauwe ogen van de dame veranderde gelijk naar ontzetting bij het horen van Nick zijn naam. 'Is dat uw vriend?' Weer knikte ik. 'Ik zou die armband, met mijn naam erin gegraveerd, heel graag als cadeau aan hem willen geven zodat hij aan mij kan denken wanneer hij weer vertrokken is...' op wereldreis wilde ik eraan toevoegen, maar ik vond dat het deze twee mensen helemaal niks aanging waarom ik die armband wilde geven. 'Maar natuurlijk. Heel begrijpelijk. Jij mag de armband aan hem geven.' zei de dame. Haar glimlach was weer terug, maar dan anders. In plaats van de vriendelijke verkopersglimlach straalde haar glimlach meer iets van zorgzaamheid uit. Mijn vriendinnen en ik keken haar verward aan. De dame stak een arm naar mij uit en ze legde vervolgens haar hand op mijn linkerschouder. Zowel Anita als Nadia stapten opzij. 'Kom maar mee jongedame.' zei ze terwijl ze mij meenam naar de toonbank. 'Wil jij de armband pakken, schat?' 'Zeker, met alle plezier.' antwoordde de man achter mij. Ik hoorde dat er een sleutel in een slot gestoken werd en vervolgens hoorde ik een klik. De man had de vitrine geopend. De dame liet mij voor de toonbank achter en liep er vervolgens zelf omheen waardoor zij aan de andere kant van de toonbank kwam te staan. Ze wenkte naar mijn vriendinnen dat ze erbij moesten komen. 'Wat is jouw naam?' vroeg ze mij vervolgens. Ik reageerde niet gelijk. Ik was verbluft door wat er allemaal gebeurde. Eerst mocht ik de armband niet kopen en dan ineens wel? Kwam het door Nick zijn naam? 'Ehm... waarom wilt u mijn naam weten?' vroeg ik voorzichtig. 'Dat is voor... de factuur die... u voor de armband krijgt.' Aan haar gezicht was te zien dat ze loog. Welke juwelier maakte er nou facturen voor het kopen van sieraden? Daar kreeg je toch gewoon een kassabon en een garantiebewijs voor, of zoiets dergelijks? Ik geloofde haar dan ook niet. 'Is alleen mijn voornaam voldoende...?' Ze schudde haar hoofd. 'Ik ben je voor- en achternaam nodig.' hield ze vol. Ik twijfelde en hield mij even stil. 'Carmen Sluyter.' zei ik uiteindelijk met een zucht. 'Dank je wel.' zei de dame. Ze sloeg haar ogen neer en draaide zich naar het uiteinde van de toonbank. Ze bukte zich om iets uit de kast eronder te pakken. 'Wacht eens even... Als jij Carmen Sluyter bent, dan...' De dame kwam weer overeind met een notitieboekje in haar hand. Ze draaide zich weer terug en keek mij met een brede glimlach aan. Haar helderblauwe glunderden enorm, maar waarom ineens? 'Je kwam mij al bekend voor, Carmen. Nog gecondoleerd met je ouders.' Mijn mond viel open. Hoe wist zij dat mijn ouders niet meer leefden? 'Kent u mijn ouders?' 'Zekers, we zijn nog op de begrafenis geweest, maar jij en Dennis hebben ons niet herkend. Sorry dat ik je hiermee overval. Ik ga je nu niet uitleggen hoe het allemaal precies zit. Jij bent hier nu om een armband voor jouw vriend Nick te kopen, toch?' Ik knikte. Mijn verbazing was zo groot geworden dat ik niks meer kon zeggen. 'Hoe kom jij trouwens aan de sieraden die jij nu draagt?' Het antwoord daarop wilde ik geheimhouden. 'Waarom wilt u dat weten?' 'Gewoon nieuwsgierigheid. Ik denk wel te weten waar die vandaan komen en wie ze gekocht heeft. Ik ben er zelfs wel zeker van.' Ze keek mij bedenkelijk aan. Ik hoefde mij toch niet te verantwoorden tegenover haar? Zij was gewoon een verkoper van een juwelierszaak en niet mijn moeder. Toch voelde het wel een beetje zo door haar blik. 'Wil je het me niet vertellen?' Ik schudde mijn hoofd zonder haar een antwoord te geven. De dame keek ineens Anita aan. 'En jij bent Anita. Jij kwam mij ook al bekend voor.' zei ze met toegeknepen ogen. 'Anita ten Kate is jouw naam.' Anita's ogen werden nog groter dan ze al waren en haar mond viel open. Net als bij Nadia, die stomverbaasd toe stond te kijken. 'Hoe…?' kon Anita alleen maar uit haar mond krijgen. 'Jij en Carmen zijn van kleins af aan al vriendinnen. Wij hebben jullie vooral in jullie kinderjaren meegemaakt. Dat was tot jullie ongeveer tien jaar oud waren. Jouw ouders zijn goede vrienden van ons, maar dat weet je toch Anita?' Vol ongeloof staarde Anita naar de dame. Ik begreep haar wel. Deze dame kende ons, maar wij haar niet. Er rezen heel veel vragen rondom deze dame die zo ver weg, van waar ik ooit met mijn ouders woonde, in een juwelierszaak stond waar ik nog nooit geweest was. Anita gaf stamelend antwoord. 'M… mam heeft pas vandaag… iets over een goede vriend verteld die Carmen kan helpen... en dat zou...' 'Mijn man zijn en dat klopt. Jouw moeder Hilda heeft mijn man daarover gebeld.' vulde de dame aan. Haar man was dus die goede vriend van Anita haar ouders. 'Maar wat is uw naam dan?' vroeg Anita. 'Mijn naam is nu niet belangrijk en die van mijn man ook niet. Daar komen jullie vanzelf nog wel een keer achter.' Haar man was inmiddels naast haar komen staan. 'Ik had al een vermoeden dat jullie twee Anita en Carmen zijn.' zei de man glimlachend en wijzend naar Anita en mij. 'Maar jou heb ik nog niet eerder gezien en daardoor twijfelde ik.' richtte hij zich tot Nadia. Nadia sloot haar mond en hield zich stil. Waarschijnlijk niet wetende hoe ze daarop moest reageren. Niemand van ons drieën leek dat te weten.