Snap
  • Mama
  • wiebenik
  • Corona

Wie ben ik in godsnaam

Zie de foto hieronder. Ik ben altijd weg, altijd bezig en altijd onder de mensen. Ik bezoek maandelijks een nagelstyliste en ik breng zo nu en dan uren door in de kapsalon. Maar, dat kan nu niet en dat geeft inzichten jongen!

Ja, hier zit ik dan. In mijn stinkende badjas. Het is 12 uur ‘s middags en ik heb nog niet eens de moeite genomen om mijn tanden te poetsen. Terwijl ik dit zo opschrijf walg ik toch wel een beetje van mijzelf. Het interesseert mij zelfs niet eens dat mijn nagels beginnen uit te groeien en dat mijn haar al een tijd niet geknipt is. Buiten dat zie ik er natuurlijk nog steeds FANTASTISCH uit. *knipoog* 

Ik heb altijd gedacht dat ik de buitenwereld nodig had om mij op mijn gemak te voelen. Ik hunker normaal gesproken naar aandacht. Ik wil mensen zien, aanraken en aangeraakt worden. Niet teveel hoor, je kan ook overdrijven natuurlijk. De hele dag laat ik mijzelf overspoelen met prikkels en neem ik amper de tijd voor mijzelf om echt even bij te komen. Een hele avond alleen op de bank ken ik nauwelijks en als dat eens voorkomt dan pak ik mijn telefoon erbij en ga ik vluchtig opzoek naar digitaal contact.

De eerste twee dagen dat de horeca dicht ging en het rustig werd op straat kreeg ik lucht. Ik ging een blokje om en ik hoorde de vogels fluiten. In plaats van auto’s die voorbij racen hoorde en voelde ik de wind op mijn wangen en viel het mij ineens op hoe de voortuinen er in mijn straat uitzien. Mooi verzorgde tuintjes wel. Ik kreeg oog voor detail en die details bevielen mij ontzettend goed. Ik ging schoonheid zien in kleine dingen. Nu weet ik dat de begin van de lente er altijd hoopgevend uitziet, dus ik probeer het niet te over romantiseren, maar normaal gesproken moet ik mijn kleuter om de paar meter aan haar capuchon trekken om ervoor te zorgen dat ze niet omver wordt geblazen door fietsers en automobilisten. Deze keer konden we zowaar op ons gemakje buiten lopen.

De dagen die daarop volgde werd ik onrustig. Ik had de neiging uit gewoonte om het huis te verlaten. Niet voor een wandeling, maar om de drukte op te zoeken. Waar zijn al die geluiden en al die mensen nu ineens gebleven? Normaal loop ik kennelijk weg van al mijn gedachtes die continue oppoppen en al die emoties die ik op dit moment, maar ook voor Emy’s overlijden, bij mij kan dragen. Ik ging mijzelf afvragen: vind ik het nu moeilijk om alleen te zijn omdat ik niet alleen kan zijn of vind ik het nu moeilijk omdat ik opzoek ben naar mijn gewoontes? Hoe voelt dit nu eigenlijk? Ik kwam eigenlijk al vrij vlug tot de conclusie dat het wel best voelt. Ik ben gewend om mijn veiligheid bij andere mensen te zoeken en op dit moment wordt ik gedwongen om die veiligheid bij mijzelf te zoeken en dat gaat mij eigenlijk best goed af.

Maar wie ben ik nu dan eigenlijk? Heb ik mijzelf altijd voorgedaan als een persoon die ikzelf heb vormgegeven of hoe zit dit nu? Ik heb altijd gedacht dat ik continue mensen en prikkels nodig had om mijzelf op te laden. En nu leer ik eigenlijk een hele andere kant kennen van mijzelf. Af en toe een dag met mijzelf optrekken is eigenlijk heel gezond voor mijn innerlijke rust. In plaats van contact te maken met andere, kan ik nu sinds een paar dagen contact maken met mijzelf. En dat bevalt mij eigenlijk prima. Zonder al te zweefteverig te willen klinken vraag ik mij toch af of er meer mensen zich hierin herkennen. Corona geeft mij eigenlijk een hele fijne les. Eentje waar ik eigenlijk al best lang naar hunkerde. 

Over hunkeren gesproken, tijd om mij maar eens op te frissen en nog even lekker naar buiten te gaan en de wind niet alleen te voelen, maar ook te horen.