Rota-watte?
Geduld staat centraal in het ziekteproces van Luuk. Na twee jaar krijgen we onverhoopt antwoorden. Goede en minder goede.
Ik krijg het Spaans benauwd als ik de hal van het ziekenhuis betreed. Ik trek Luuk, die zich van geen kwaad bewust is, een stukje dichter naar me toe en speur naar een veilige route tussen de mensenmassa.
De ruimte is in twee delen gesplitst middels een rood-wit lint. Het touw moet de mensen met Corona klachten scheiden van het ‘gezonde’ publiek om deze tegen elkaar te beschermen. Bijna hardop vraag ik mezelf af of het virus boodschap geeft aan een simpel stuk afzettape.
Plotseling zie ik een opening en stuif naar de andere kant van de gang. Gelukt. De rest van de route naar de kinderpolikliniek is vele malen rustiger. Ik durf Luuk zijn hand zelfs weer los te laten.
In de wachtkamer zijn we alleen. Na een paar minuten al mogen we doorschuiven naar het volgende station. Wegen en meten. Ik ontbloot Luuk zijn lijfje en plant hem op de apparatuur. ‘Hij is niet veel bijgekomen hè?’ zegt de verpleegkundige terwijl ze de gegevens in de computer invoert. Ik schud instemmend mijn hoofd. Twee weken terug zat hij nog over de dertien kilogram, maar helaas door een slechte periode zijn we bijna terug bij af.
We verplaatsen ons naar de spreekkamer van de kinderarts. ‘Hoe is het?’ vraagt hij en kijkt met een half oog naar Luuk en met het andere naar de statistieken op zijn beeldscherm. Ik vertel hem over de goede en slechte dagen. De tot in den treuren besproken problematiek. En de dagelijkse struggles. Mijn verhaal wordt ontvangen met knikjes en hummende geluiden. Zijn beurt.
De kinderarts weet te vertellen dat de operatie, waarbij de sonde van Luuk vervangen wordt voor een praktischer model, eindelijk terug ingepland is. Nog twee-en-een-halve week geduld en dan is Luuk van een deel van de narigheid in zijn jonge leven verlost. Er valt een grote last van mijn schouders.
‘Ik vermoed dat Luuk ooit het rota virus doorgemaakt heeft’, gaat de arts verder ‘dit maagdarmvirus brengt in sommige gevallen nog jaren klachten met zich mee’. Ik luister aandachtig naar het verhaal dat dichter bij een diagnose komt dan ooit tevoren. De symptomen zoals we die nu kennen bij Luuk waarbij de lediging van zijn maag trager is als gebruikelijk, zijn darmen die vlug geïrriteerd zijn met spugen, diarree en koorts tot gevolg en Luuk’s magere hongergevoel zouden binnen dit plaatje moeten passen.
Hoezeer ik de conclusie van de arts ook waardeer kunnen mijn gedachten het niet laten zich af te vragen waarom deze opheldering nu pas komt. Ik moet mijn lachen inhouden bij het beeld van de man die in deze gekke tijd teveel tijd omhanden heeft gekregen en al zijn dossiers er nog eens op nagelezen heeft.
Een pasklare oplossing heeft de kinderarts helaas niet voor ons. Geduld. Nog meer geduld. Minstens twee jaar geduld. De problematiek moet langzaam verdwijnen en op zijn zesde verjaardag is Luuk hopelijk van zijn nieuwe sonde verlost. Tot die tijd doen we aan symptoombestrijding. Luuk start met een nieuw medicijn dat ten goede kan komen aan de werking van zijn maag- darmstelsel. Althans, zodra dit middel beschikbaar is. Corona bedankt. Ook in deze zullen we weer even op onze kiezen moeten bijten. Ach. We hebben nog een paar jaar!