Snap
  • Mama
  • #abortus

Niet op één lijn

Hoe we tot de keuze kwamen

Mijn man was blij. Zo blij dat er weer een nieuw mensje aan ons gezin toegevoegd zou worden. "Dat doen we gewoon, schat," zei  hij met een enthousiaste blik op zijn gezicht. Shit. Hoe kwamen we hier in godsnaam samen uit? Want iedere vezel in mijn lijf schreeuwde nee. Ik wilde deze zwangerschap niet.

Die dag zouden we samen met onze oudste naar de Koningin Julianatoren gaan. Wat een leuke dag had moeten worden, veranderde voor mij in een verwarrende, sombere dag. Het was zo lastig dat ik steeds het gevoel had dat mijn man mij probeerde te overtuigen dat we er goed aan zouden doen om het kind te houden. Ik voelde me alleen en onbegrepen en ontwikkelde een schuldgevoel. Want waarom voelde ik die blijdschap niet? Waarom kon ik er niet vol voor gaan? Dat is misschien wel het meest overheersende gevoel als je een abortus neemt. Dat knagende, verwoestende schuldgevoel. Maar daarover later meer. 

Op de terugweg kregen mijn man en ik ruzie. Toen sprak ik namelijk voor het eerst helder en overtuigd uit dat ik het niet wilde. Ik zag dat het hem verdriet deed. Boos vroeg hij zich hardop af waarom hij er geen inspraak in had. En hoewel ik dat begreep, vond ik die opmerking ook kort door de bocht. Immers zou hij niet degene zijn die de baby ging dragen. Ervaarde hij niet de lichamelijke nadelen. Een gevoel van eenzaamheid overviel me weer. Want ik moest hem troosten, maar had zijn troost nodig. 

Mijn nieuwe werk begon. En hoewel het een afleiding was, sluimerde de situatie op de achtergrond natuurlijk mee. Tijdens een van mijn eerste werkdagen belde ik de abortuskliniek. Ik maakte een eerste afspraak. Ik vergeet nooit meer dat gevoel van schaamte wat ik toen had. Terwijl die vrouw aan de lijn dagelijks waarschijnlijk zoveel vrouwen sprak met dezelfde vraag. Misschien kwam het omdat ik al moeder was. Hoe kan een moeder nou een kind weg laten halen? Bizar dat je gedachten zo met je kunnen spelen. 

Ik belde vervolgens mijn man om het door te geven. Hij klonk ineens lief. Begripvol. Ook verdrietig, maar wel weer toegankelijk. Hij had met iemand gesproken die kort op elkaar twee kinderen had gehad. Die persoon had hem verteld hoe zwaar het herstel was geweest. Mijn man was hierdoor wakker geschud. Hij stond er voor me. Ik was niet meer alleen.