Mijn dagboek voor jou

Mijn dagboek voor jou

11-11-2021

6:55 uur. Ik heb vannacht heel diep geslapen. Het spijt me dat het lang duurt voor ik wakker genoeg ben om te beseffen dat ik jou hoor huilen. Zodra het tot me door dringt spring ik uit bed om je te gaan halen. 

Als je de deur van je kamertje hoort open gaan word je stil, en zodra je mij ziet ontvang ik je grootste glimlach. Ik loop naar je toe en til je uit bed. Met mijn droge ochtend mond geef ik je een dikke kus op je wang. Nog geen seconde later wurm jij je vakkundig uit mijn armen. Lopen is het nieuwe gedragen worden. Onhandig schuifel je in je slaapzak achter mij aan naar papa en mama's slaapkamer. Je kijkt er tevreden bij. 

In de slaapkamer til ik je op en leg je naast papa in bed. Wat zou ik er graag nog even bij kruipen, maar er moet gewerkt worden. Nog een kus en een knuffel, voor jullie allebei. Zo te zien komt er van samen kroelen met papa ook niet veel vandaag. Als ik de kamer uit loop trek jij je op aan het hoofdeinde van het bed en begint vrolijk op de muur te trommelen. Mijn kleine muzikant.

17:07 uur. Zodra ik onze straat in loop hoor ik je al. Op deze afstand kan ik nog niet onderscheiden of je gilt van verdriet of het uitgilt van blijdschap. Zonder na te denken versnel ik mijn stappen. Ik wil deel zijn van waar jij bent en wat jij voelt. Mee lachen of mee huilen. Zodra ik de deur binnen stap komt een heerlijke geur mij tegemoet. Papa is de beste kok, we boffen er maar mee. Jij staat in de box en bent duidelijk ontevreden dat je met pannen op het vuur en de oven aan niet vrij door de woonkamer mag rennen. Ik til je op en laat met een dikke kus mijn lippenstift achter op jouw wang.

Je grote zus is er vandaag ook, omdat zij straks met haar vriendinnen Sint Maarten gaat lopen. Wij gaan straks ook met jou naar buiten om het lopen met de lichtjes en liedjes mee te maken. Ik knuffel en kus haar en strijk door haar lange blonde haren.

 We gaan aan tafel en je zus heeft honderd dingen te vertellen. Ze praat snel en onsamenhangend, waarschijnlijk omdat ze opgewonden is dat zij straks met haar lampion mag lopen. Het is warm en gezellig. Even baal ik dat ik straks de kou weer in moet, maar ik doe het graag. Voor jullie doe ik alles.

De liedjes en jullie gelach schallen door de straat. Je zus en haar vriendinnen hebben op de liedjes zelfs een dansje gemaakt. De glinstering van blijdschap in jullie ogen bij het lampionnen licht. Ik probeer jouw hand vaste houden maar je trekt hem steeds los. Je hebt mij niet nodig en wil met de grote kinderen mee. De gekregen rozijntjes zijn jouw trofee.

Bedtijd. Met een fles warme melk wieg ik je in slaap in onze schommelstoel. Langzaam voel ik jouw lijfje steeds zwaarder worden, en bij iedere knipper blijven je ogen iets langer dicht. Ik verwissel de fles gauw voor jouw speen. Zodra ik je neerleg pak je jouw knuffel en draait je in een innige omhelzing op je zij. Weg ben je, onderweg naar hopelijk de mooiste dromen. Slaap lekker bink. Mama houdt van jou.