Snap
  • Mama

Mama is niet gek, maar wel goed!

Eigenlijk is het niks om me voor te schamen, de één heeft suikerziekte, ik heb toevallig een psychische stoornis, nou en!

Aangenaam! Hannah Marleen: moeder, geliefde, huisvrouw en psychiatrisch patiënt, maar bovenal: mezelf.

Bikkelhard. Zo zou je de maatschappij kunnen omschrijven als het gaat om psychische stoornissen. Want eerlijk is eerlijk. psychiatrie wordt vaak geassocieerd met gevaar, grensoverschrijdingen en vaagheid. Het stereotype beeld van een psychiatrisch patiënt is hierdoor vaak negatief. Niet zo gek dus, dat er voor veel mensen nog steeds een taboe rust op dit onderwerp. Met mijn blog(s) hoop ik eraan bij te dragen dit taboe, ook al is het maar een klein beetje, te doorbreken. Want nee, ik ben niet gek, gevaarlijk of wat dan ook. Ik ben gewoon Hannah Marleen. Moeder van Celine en Tristan, vrouw van Sander en toevallig ben ik ook psychiatrisch patiënt.

In het dagelijks leven weten maar een handjevol mensen (buiten de mensen die écht dicht bij mij staan) hier vanaf. Eigenlijk is het niks om me voor te schamen, de één heeft suikerziekte, ik heb toevallig een psychische stoornis, nou en! Jammer genoeg lukt het mij nog niet om zo te denken. Ik schaam me er niet meer voor, maar durf er ook niet voor uit te komen. Het taboe, de onwetendheid van mensen en het negatieve beeld dat veel mensen hebben, is voor mij reden genoeg om angstvallig mijn mond te houden. Elke keer weer als ik het pand van de GGZ-instelling binnen stap, ben ik bang dat bekenden mij daar zien. Als ik het pand weer verlaat, kijk ik nerveus om mij heen of de kust veilig is. Bang voor de reacties, bang om afgerekend te worden op mijn ziekte. Bang veroordeeld te worden voor iets wat ik niet ben.

Al zolang ik mij kan herinneren, is het in mijn hoofd een zooitje. Chaos alom. Altijd bezig met tien dingen tegelijk, nooit iets echt afmaken. Tel daarbij op dat mijn thuissituatie niet echt stabiel was door een vader met psychische problemen en de basis is compleet. Of totaal weggeslagen, het is maar hoe je het bekijkt. Ik was een kwetsbaar, weerloos meisje. Geliefd bij pesters, want ik was een ideale prooi. Regelmatig lagen de pesters als roofdieren op de loer om mij op wat voor manier dan ook te pakken te nemen. Dag in, dag uit, ruim 10 jaar lang, waande ik mij vrijwel nergens veilig. Overal konden roofdieren op de loer liggen, klaar om aan te vallen, klaar om mij nog kwetsbaarder te maken dan ik al was. Ik hield me stil, in de hoop dat het over zou gaan, dat ze weg zouden gaan. Soms gebeurde dat, dan verdwenen de pesters in de luwte. Voor even dan, om op een onbewaakt moment weer genadeloos toe te slaan. Om mij weer haarfijn te vertellen dat ik niet goed genoeg was. Om mij weer met de grond gelijk te maken.

Jarenlang wist ik te overleven. Ik was niet goed genoeg, soit. Totdat dat op een gegeven moment niet meer lukte. Onbewust had ik een enorm minderwaardigheidscomplex ontwikkeld. De combinatie van erfelijke belasting en jarenlang gekleineerd worden, presteren, compenseren en aan andermans verwachtingen voldoen, braken me volledig op. Sindsdien kamp ik af en aan met depressies. Soms wat heftiger, soms wat minder heftig, maar altijd als een roofdier op de loer. Klaar om op een onbewaakt moment toe te slaan en mij als prooi genadeloos in hun greep te nemen.

De afgelopen jaren bleef ik, tegen beter weten in, hopen dat dit vanzelf weer over zou gaan. Dit gebeurde niet. Een keiharde diagnose heb ik niet, maar langzaam maar zeker moest ik onder ogen gaan zien dat mijn problemen van dusdanige aard zijn dat ik er mee moet leren leven. Accepteren, dat ik niet aan mijn eigen eisen kan voldoen. Accepteren dat ik soms gas terug moet nemen. Dit betekent ook dat ik mijn enige houvast van vroeger, mijn perfectionisme, moet laten varen.

En zo probeer ik zo goed en zo kwaad als het gaat mijn rol als moeder te vervullen en een goede moeder te zijn. Want wat er ook gebeurt, mijn kinderen komen op de eerste plaats. Ik hou van ze en ga voor ze door het vuur. Ik luister naar ze, ik knuffel met ze en zeg dat ik van ze hou. Ik zorg voor fatsoenlijke maaltijden en schone kleren. Ik bied ze alle basisbehoeften en ik zorg met liefde voor ze. Maar ook al komen mijn kinderen op de eerste plaats, soms moet ik gewoon voor mezelf kiezen. Ik zou liegen als ik zeg dat dit gemakkelijk is, maar juist door dit te doen, kan ik er op andere momenten wél weer voor ze zijn.

Toegegeven, soms laat ik steken vallen. Soms word ik misschien iets te snel boos. En nee, hier thuis met vriendinnetjes spelen is niet altijd mogelijk, omdat het me soms gewoon te druk is. En ja, daar voel ik me schuldig over. Maar maakt me dat een slechte moeder? Vast niet. Al denk ik daar zelf soms anders over. Dan voel ik me een slechte moeder en vind ik mezelf als moeder enorm falen.

Toch denk ik dat ik het al met al helemaal niet slecht doe. Het liefst zou ik open zijn over mijn dagelijkse strubbelingen, maar ik deel het met vrijwel niemand. Hoe graag ik ook zou willen. Want open zijn, maakt kwetsbaar en kwetsbaar ben ik lang genoeg geweest. Zolang er taboes bestaan rondom psychische stoornissen, houd ik mijn mond. Zolang er mensen zijn die mij of mijn kinderen zullen ontwijken als ze de waarheid weten, zwijg ik. Ook al kan ik er zelf aan bijdragen dit taboe en de onwetendheid te doorbreken, ik durf het niet. Voor mijn kinderen niet. Mijn kinderen zijn nog wel kwetsbaar en zij hoeven niet het slachtoffer te worden van mijn problemen. Dus zwijg ik en houd mijn masker op. Alles voor mijn kinderen. Want mama is niet gek, wel goed!

7 jaar geleden

Herkenbaar!!

7 jaar geleden

Wat ontzettend stoer dat je dit zo plaatst!!! Je zou verbaasd zijn hoeveel mensen wel wat mankeren.. Ik heb in mn directe omgeving al 3 met psygische problemen.. Verder nog wat burn out.. Idd het lijkt wel of iedereen in stilte zwijgt terwijl het niet nodig is.. Je lijkt mij een goede moeder en dat het af en toe niet kan.. Tja van nee zeggen doe jij je kinderen echt niet te kort!! Dat hoort bij het leven!! Je zorgd goed voor jezelf en je gezin.. Wees er trots op!!