Snap
  • Mama
  • geluk
  • verdriet
  • rouw
  • sterrenmama
  • levennaverlies

Leven met zonder Lou

Sterrenzusje ☆

Het is 3 maanden na de geboorte van Lou. Sinterklaas zit alweer een geruime tijd met zijn kont in de zon, de Kerstman is ‘m gevlogen en de goede voornemens zijn gemaakt. De kinderen zijn (goddank) weer naar school en de man is weer volop aan het werk. En ik, ik doe een beetje van alles tot helemaal niets.

De feestdagen waren hartverscheurend. We hadden ons daar al goed op voorbereid. En net toen wij dachten: “Nou kijk aan, weer een (feest)dag overleefd, wij kunnen dit gewoon”. Kregen wij weer een appje: “We denken aan jullie, de feestdagen zullen nooit meer hetzelfde zijn”. En huts, daar werd het beginnende korstje weer keihard open gekrabd. Nee, het zal zeker nooit meer hetzelfde worden, maar elke keer die dramatische, beladen woorden, daar wordt het ook niet veel beter van.

Als ik soms (vaak) helemaal niets doe, dan speel ik in mijn hoofd af wat de afgelopen maanden allemaal gebeurd is. Gek-ken-huis! Zoals die keer dat ik huilend op de bank zat, de nieuwe lading post door te nemen van al die lieve mensen die de moeite hadden genomen om een kaartje te schrijven. Wat Stephan en ik altijd deden was de stapel post verdelen, lezen en dan wisselen. Bij één kaart keek Stephan twijfelend mijn kant op. Hij wist duidelijk niet of dit het moment was om de kaart door te geven aangezien de tranen over mijn wangen gutsten en ik super prikkelbaar was. Toch besloot hij de kaart te geven en keek gespannen toe. Toen ik de kaart las, barstte ik in lachen uit. “Meine Güte! Wat is dit dan?!” Op het kaartje stond: “Gecondoleerd en heel veel sterkte met het verwerken van het verlies van jullie ZOON”. En dan met een andere kleur pen geschreven: “Lou”. Het kaartje kwam van een afdeling uit het Radboud. Typisch gevalletje van een voorgeschreven kaart, en dan nóg de verkeerde pakken.

Over post gesproken. Een andere keer toen ik ellendig, vol zelfmedelijden in bed lag kwam de postbode langs. Zij had een vrolijke dag en die werd versterkt door de hoeveelheid post die ze voor ons adres in haar hand had. Want wie krijgt anno 2021 nou nog zoveel post op de mat? Dat moet wel een speciale reden zijn moet zij hebben gedacht. En oh boy, dat was het ook. Het slaapkamerraam staat open en ik hoor de postbode op Stephan aflopen. “Oh ik heb zoveel leuke post voor jou!” zegt ze opgewonden. Stephan probeert het enthousiasme van de postbode een beetje in te dammen door op lage toon iets te mompelen. De postbode vangt de signalen van Stephan niet op. Zij ratelt vrolijk door. Inmiddels hebben mijn tranen plaats gemaakt voor gegniffel en nieuwsgierig luister ik naar dit hoorspel. “Ben je soms jarig of zo?” vraagt de postbode uiteindelijk aan Stephan. “Nee, onze dochter is overleden”. De postbode schrikt, zegt gegeneerd een gecondoleerd en loopt snel weg. Vanuit de slaapkamer roep ik giechelend naar Steef: “Ahhh, arme postbode.”

 Uiteraard hebben wij ook momenten die steken en waar niet om te lachen valt. Zelfs niet over 10 jaar, 20 jaar óf later. De dag na Lou’s slechte nacht zitten Stephan en ik snel even te lunchen in het ziekenhuis voordat we weer richting Abel en Faas gaan. Ik word gebeld, het is het consultatiebureau. Zij vragen wanneer ze langs kunnen komen. Verward vraag ik of zij dan voor mij komen, Lou is immers nog nooit thuis geweest. “Nee we komen voor Lou!”. Huilend, middenin het restaurant, geef ik door dat Lou ernstig ziek is en dat ze het waarschijnlijk niet gaat halen. De vrouw van het consultatiebureau schrikt, wordt stil en wij spreken af dat ik contact opneem wanneer ik daar aan toe ben. Naderhand krijg ik zelfs nog een mail met hun gegevens en een sterktewens. Twee dagen later komen wij thuis van een bezoek aan Lou en staat mijn moeder met tranen in haar ogen in de woonkamer. “Ik wist niet of ik je dit wel moest zeggen maar...”, “Er stonden hier net 2 meisjes van het consultatiebureau aan de deur voor de hielprik van Lou”. Wat was ik blij dat mijn moeder op dat moment thuis was en niet ik. Want hoe zachtaardig en vredelievend karakter ik ook heb, ik had die twee aan hun oren uit de tuin gesleurd. En geschreeuwd. Dat had ik ook gedaan. Als op dat moment Faas ook nog intens verdrietig gaat huilen, omdat hij bang is dat hij geen adem kan halen tijdens de zwemles, barst ik in huilen uit. Want “Ademhalen” is momenteel natuurlijk wel een dingetje bij ons thuis.

 Wij hebben heel bewust gekozen het verhaal van Lou openbaar te maken. Bespreekbaar te maken, maar vooral de vragende blikken op afstand te beantwoorden. Die van: “Jij was toch zwanger, waar is je baby dan?” blikken. En ik moet zeggen dat dit aardig gelukt is. Toch ontkom je nooit helemaal aan de vragen en sprak een lieve oude man mij op straat aan. “Ik wil jou toch eens vragen hoe het met jou gaat, en met de kleine”. Aftastend, want inmiddels wist het hele dorp het eigenlijk wel, vraag ik of hij met “de kleine” de baby bedoelt. “Ja natuurlijk!” zegt hij. “Nou… de baby is overleden”. En op dat moment heb ik zoveel medelijden voor de lieve oude man. Mijn baby is overleden, maar ik slik mijn tranen weg voor het verdriet in de ogen van de man. “Dat is het ergste wat je kunt meemaken” zegt hij. Dat kan ik alleen maar beamen. Ik loop snel door naar huis en daar laat ik mijn tranen achter gesloten deuren weer de vrije loop.

 Deze gebeurtenissen omtrent Lou komen de laatste tijd weinig tot niet meer voor. Lou is deel van ons gezin zonder dat ze fysiek aanwezig is en dit voelt steeds “normaler”. Wij hebben het met elkaar als gezin iedere dag over Lou. Van de zon, de hagel, de sterren, de regen, de maan tot het kleine glittertje dat Faas en Abel vinden op de grond. Alles is Lou. Onze naaste omgeving gaat door en dit vind ik eigenlijk wel fijn, veilig. Meer moeite heb ik met “nieuwe momenten” met mensen die ik nog niet (in het echt) heb gesproken na Lou’s geboorte. Bijvoorbeeld bij de dokter waar ik afgelopen week heen ging voor een uitstrijkje. De assistent was heel lief, maar het onderwerp Lou was niet te vermijden. En dus lag ik daar half naakt inclusief eendenbek op de behandeltafel huilend mijn verhaal te doen.

Maandag ga ik weer even naar mijn werk, mijn verlof zit er precies vanaf vandaag op. Iets waar ik dus ook een beetje tegenop zie maar ook wel weer naar uit kijk. Nieuwe, andere mensen om mij heen, afleiding.

We kijken steeds meer een beetje vooruit, plannen dingen. “Ademhalen”.

(Oh, en Faas heeft inmiddels gewoon zijn A diploma gehaald! ;-) )

2 jaar geleden

Heel veel sterkte,het verdriet wordt na jaren draaglijker. En wat was ze prachtig. Wat had ze als ik vragen mag? Hier 2zoontjes verloren door een genetische afwijking