Snap
  • Mama

Jolijne's verhaal - deel 11

Het verjaardagsfeest van Amber nam een andere wending aan. Een ruzie tussen Stefan en mij waardoor ik vertrok.

Jolijne: Mijn oren suizen en mijn hoofd doet zeer. Als ik mijn ogen open is het beeld wazig. Het besef van tijd en waar ik ben is weg. Ik draai mijn hoofd naar rechts waar het geluid van gekreun vandaan komt. Ik knijp mijn ogen samen om te focussen. Ik ben misselijk en zo ontzettend moe waardoor ik mijn ogen weer sluit. 'Mevrouw? Mevrouw?' Ik voel hoe iemand tegen mijn schouder duwt en open mijn ogen weer. Het is een wildvreemde, wat wil hij van mij? 'Ze is bij kennis!' Roept hij en wendt zich weer tot mij. 'Wat is er?' Zeg ik zachtjes als ik een blauw flitsend licht zie die mijn hoofd nog harder laat bonken. 'Mevrouw, u heeft een ongeluk gehad. We gaan u en uw partner uit de auto halen. Blijf rustig zitten.' 'Auto? Partner?' Ik kijk opzij en verwacht Stefan naast me, maar het is Dave. 'Dat is Dave, niet mijn partner.' Dave kreunt onophoudelijk. 'Wat is uw naam?' 'Jolijne.' 'Hoe ver bent u?' Ik doe een oog open om te kijken naar het gezicht van de man. 'Wat?' 'U bent zwanger, hoe ver bent u?' 'Bijna 31 weken... het is een jongen.' De man gaat aan de kant en iemand anders neemt het over. 'Probeer wakker te blijven, we gaan u er nu uit halen.' Ik krijg een stug ding om mijn nek en vanaf dat moment ben ik te moe en val in slaap.

Stefan: Met hoge snelheid zijn Lynn en ik naar het ziekenhuis gegaan. Het telefoontje dat je nooit hoopt te krijgen, zeker niet als je vrouw zwanger is, kwam daar middenin de nacht. Jolijne heeft een auto ongeluk gehad. Het lijkt er op dat ze probeerde uit te wijken en zo zijn zij en Dave tegen een boom beland. Dave heeft geluk gehad, ze raakten de boom aan zijn kant. Gelukkig komt hij er af met een gebroken bovenbeen en een hersenschudding. Jolijne daarentegen heeft minder geluk. Ik zit ondertussen alweer drie dagen naast haar bed te wachten tot ze haar ogen opent. Naast een gebroken arm en sleutelbeen heeft ze hoofdletsel opgelopen. Gelukkig gaat met de baby alles goed behalve dat het ongeluk ervoor gezorgd heeft dat de weeën begonnen. Gelukkig doen de remmers hun werk en nu een paar dagen verder bouwen ze de medicatie die haar in slaap houden af.

'Stefan?' Ik hoor de stem van mijn schoonmoeder. Amber speelt nu bij Esmeralda zodat Sonja haar dochter kan bezoeken. 'Nog niets?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, maar ze komt hier wel uit. We moeten geduld hebben.' Sonja legt haar jas over de stoel en buigt zich over Jolijne om haar een kus te geven. Ze aait over haar wang en praat tegen haar. 'Wat een ellende.' Zucht ze en ze kijkt naar mij. 'Ben jij al wel thuis geweest? Je ziet er uit als een zwerver.' Ik wrijf met mijn hand over mijn kin en voel de lange stoppels prikken in mijn vingertoppen. 'Nee, ik wil hier zijn.' Ze knikt en gaat zitten. 'Sonja ik..' ze heft haar hand omhoog. 'Als je met een uitleg wil komen of excuses dan bewaar je die maar voor later, voor Jolijne. Niet voor mij.' Snauwt ze. 'Ik ben hier wel een poosje, ga naar huis. Scheer je, was je en ga ook even je dochter knuffelen. Ik ben er wel.' Het klinkt meer als een bevel dan een voorstel en als ik mezelf in de spiegel bij de wastafel bekijk zie ik dat ze gelijk heeft.

Het voelt raar om thuis te komen. De laatste keer dat ik hier was hadden Jolijne en ik ruzie. Een ruzie die onnodig was als ik gewoon eerlijk tegen haar zou zijn. Op een van de kritieke momenten dat ik alleen was met haar heb ik het in haar oor gefluisterd want hardop zeggen als ze bij kennis zou zijn, dat durf ik niet. God vergeef mij, wat heb ik een spijt. Spijt van al die jaren stiekem zijn zodat niemand er maar achter komt waaronder Jolijne. Ik ben zo bang dat ik haar en de kinderen verlies als ik het vertel, maar verzwijgen voor de rest van ons leven dat kan ik ook niet. Lynn is er inmiddels bij betrokken, zij begrijpt het en helpt waar kan. Maar dat kan ik niet van Jolijne verwachten. Ik ga onder de douche staan in een poging om alles, inclusief mijn schuldgevoel er af te wassen. Ik weet niet hoe lang ik er sta als ik mijn telefoon over hoor gaan. Ik draai de douche snel dicht en ren naar het gerinkel. 'Stefan. Ja. Ik kom er aan.' Nog nat van het douchen trek ik mijn kleding weer aan en spring in de auto.

Aangekomen op de afdeling waar Jolijne ligt zie ik haar moeder op de gang staan. Ze staart naar de deur waarachter haar dochter ligt. Ik ren naar haar toe en roep haar. 'Wat is er gebeurd?!' Ik pak Sonja vast als ik de tranen zie rollen. 'Het lijkt er op dat de weeën terug zijn, heftiger. Zodra dat apparaat begon te pingen begon Jolijne te kreunen van de pijn.' De angst slaat mij om het hart. Het leek de goede kant op te gaan. De minuten die voorbij gaan voordat de deur open gaat lijken uren te duren. Ik vraag Sonja te wachten en ga naar binnen. Drie verpleegkundigen en de arts zijn bij haar, ik verwacht een paniek op hun gezicht maar deze staan blanco. Dan kijk ik naar Jolijne en zie dat ze met haar ogen knippert. Een van de verpleegkundigen maakt plaats zodat ik bij haar kan. Ik pak haar hand vast en ga met mijn gezicht dicht bij het hare. 'Jo? Jolijne... Schatje je bent er weer.' Als ze mijn ogen gevonden heeft trekt ze haar hand los. Ik verwacht blijdschap, tranen van geluk zoals je in de slechte films ziet. Ze probeert iets te zeggen. 'Ik versta je niet schat, wat zeg je?' Verwachtingsvol kijk ik haar aan en dan komt het uit haar mond. 'Klootzak.'