"In beter worden ben jij de beste"
Herstellen van een burn-out
Op de verjaardag van onze middelste zoon, drieëntwintig augustus afgelopen jaar, meldde ik mij ziek in verband met burn-out klachten. Anderhalve week later schreef ik daarover een blog. Deze blog werd enorm goed ontvangen. Ik kreeg vele warme reacties en bemoedigende woorden. Ook zag ik enorm veel herkenning om mij heen. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. Het schrijven op mijn blog stond op een laag pitje. Zo nu en dan deelde ik een blog over ons gezinsleven maar bij mijn herstel stond ik nog niet eerder stil. Al die maanden was ik echter wel druk bezig met “beter worden”. En “in beter worden ben jij de beste”, aldus de kaart die ik van mijn werk ontving. Een goedbedoelde kaart die onbedoeld totaal een verkeerd signaal afgeeft aan iemand die overspannen is, maar dat terzijde. Toen ik mij net had ziekgemeld was één van de eerste gedachten: en nu..? Hoe word ik beter? Wanneer je een flinke griep hebt weet je wat je te doen staat: in je bed of op de bank, gewapend met neusspray, keelpastilles en kippensoep, uitzieken. Maar bij overspannenheid of een burn-out is het te doorlopen pad niet zo duidelijk. Toen ik googelde op de woorden ‘herstel’ en ‘burn-out’ las ik dat het herstel uit drie fases zou bestaan. Eerst de acceptatie en uitrust-fase, dan de fase waarin je je problemen begint te begrijpen en oplossingen gaat bedenken en tot slot de fase van het uitvoeren van die oplossingen. Appeltje-eitje toch? Maar de werkelijkheid is natuurlijk vele malen weerbarstiger. In deze blog vertel ik wat meer over welke stappen ik tot nu toe heb gezet en waar ik nu sta.
"Al is rust maar een relatief begrip met een gezin met drie jonge kinderen".
Ik begon mijn herstelproces volgens het boekje met twee weken “rust”. Al is rust maar een relatief begrip met een gezin met drie jonge kinderen. Op dat moment betekende het zoveel als: niet werken en de tweeënhalve dag dat de kinderen volledig van huis waren gebruiken om te bepalen welke stappen ik ging zetten en afspraken in te plannen. Hoewel ik mij niet goed voelde was ik er nog wel ‘op tijd bij’. Ik was niet finaal onderuit gegaan zoals je soms ook hoort. Daardoor was ik in staat om al vlot weer wat te gaan werken. Na twee weken begon ik dan ook met twee dagen per week twee uurtjes werken. De uren die overbleven op mijn oorspronkelijke werkdagen zaten meestal redelijk vol met afspraken met mijn leidinggevende, de verzuimconsulent, een praktijkondersteuner van de huisarts of een coach. Tijd om niks te doen bleef er eigenlijk amper over. Tot zover dus de voorgeschreven rust.
"Net als bij kerstverlichting die in de knoop zit ben ik gewoon maar ergens begonnen en uiteindelijk werd de weg vanzelf duidelijk".
Redelijk vlot bouwde ik toch mijn werkuren op. Ondertussen probeerde ik ook te werken aan de oorzaken van mijn overspannenheid. Dit deed ik met behulp van coaching maar ook door zelf veel te lezen, te schrijven en te reflecteren. Een burn-out krijg je niet van de ene op de andere dag. Meestal is er ook niet maar één oorzaak aan te wijzen. Dat betekent ook dat je om er vanaf te komen met verschillende zaken aan de slag zult moeten gaan. Het is soms echter lastig te bepalen waar te beginnen. Net als bij kerstverlichting die in de knoop zit ben ik gewoon maar ergens begonnen en uiteindelijk werd de weg vanzelf duidelijk. Een van de zaken waar ik mee aan de slag moest was mijn jarenlange zoektocht naar het juiste werk. Ik had in een korte periode veel verschillende functies gehad. Steevast begon ik met veel enthousiasme maar na niet al te lange tijd sloegen de twijfels toe. Is dit het nu? Wat het extra verwarrend maakte was dat andere mensen wel erg tevreden waren met wat ik deed. Het werk ging mij goed af maar wat eerst nog energie gaf begon mij al gauw vooral energie te kosten. Met een jong gezin dat al veel energie vraagt loopt je batterij dan versneld leeg. Zodra de twijfel te groot werd en de daaraan gekoppelde onrust in mijn hoofd toenam ging ik weer op zoek naar een volgende uitdaging.
"Ik nam afscheid van bepaalde taken die onvoldoende bij mij pasten en kon mij richten op zaken die mij meer energie gaven".
Ik wilde dit patroon doorbreken. Ik wilde mij voor langere tijd kunnen binden aan werk waar ik energie van kreeg. Ik vond een methodiek, de kerntalentanalyse, die mij hielp beter te begrijpen waarom bepaalde werkzaamheden mij in het verleden meer energie hadden gekost dan ze gaven en hierdoor kon ik in mijn werk beginnen met andere keuzes maken. Ik nam afscheid van bepaalde taken die onvoldoende bij mij pasten en kon mij richten op zaken die mij meer energie gaven. Dit betekende bijvoorbeeld concreet dat ik stopte met werken aan een groot onderzoeksproject dat in eerste instantie zo interessant voor mij leek en dat ik mij op dat moment volledig ging richten op het lesgeven bij een nieuwe opleiding.
"Ik werd geconfronteerd met mijn eigen grenzen en soms voelde ik mij daardoor erg onzeker".
Zo op papier lijkt dit relatief simpel. Maar dat was het zeker niet. Ik werd geconfronteerd met mijn eigen grenzen en soms voelde ik mij daardoor erg onzeker. Dat wat jarenlang vanzelf ging (of leek te gaan), gaat niet meer vanzelf. Daardoor ga je eerst aan jezelf twijfelen. Heb ik mijzelf nu voor de gek zitten houden? Waarom lukt het nu ineens niet meer? Als dat waar ik goed in was, toch niet zo goed blijkt te zijn, waar ben ik dan wél goed in? Wat past dan wel? Hoe mooi sommige dingen misschien ook lijken, misschien zijn ze gewoon niet bestemd voor mij. Ik begon het verschil te zien tussen dingen kunnen, dingen willen en dingen daadwerkelijk doen. Dat je iets ‘goed’ kunt betekent niet automatisch dat je het ook daadwerkelijk wilt doen of moet doen. Daarin moet je eerlijk gaan zijn naar jezelf, maar ook naar anderen. Dat laatste is ook niet altijd makkelijk. Naast je eigen verwachtingen heb je dan ook met de verwachtingen van anderen te doen, én met verwachtingen die jij dénkt dat de ander heeft. Als er dan ook nog wat loyaliteitsgevoelens om de hoek komen kijken is het niet altijd makkelijk om goede keuzes te maken. Dit blijft ook nu nog een uitdaging voor mij.
"Ik kan me voorstellen dat het voor de buitenwereld lijkt alsof ik er weer (bijna) ben".
Gelukkig lukte het mij wel om de keus te maken weer meer te focussen op het onderwijs en die keus beviel goed. Redelijk vlot breidden mijn taken uit en bouwde ik mijn uren verder op. Inmiddels zit ik qua uren weer bijna op waar ik zijn wil. Ik kan me voorstellen dat het voor de buitenwereld lijkt alsof ik er weer (bijna) ben. Maar voor mijn gevoel begint het echte werk misschien pas nu. Hoe meer ik weer werk, hoe meer ik weer in situaties kom die lijken op de situaties waardoor ik ben uitgevallen. Zowel situaties in het werk zelf als daarbuiten, waarbij de balans tussen werk en privé bijvoorbeeld op de proef wordt gesteld. Als je heel weinig werkt is het niet zo lastig om je energie te sparen, om stressvolle situaties te mijden of er op een goede manier mee om te gaan. Juist wanneer de druk toeneemt komt het erop aan. Kan ik het nu anders doen dan voorheen? En kan ik ook blijvend veranderingen doorvoeren?
"Waar mijn uren nu weer bijna helemaal “op peil” zijn, geldt datzelfde nog niet altijd voor mijn gevoel".
Hoewel ik een stap terug kon nemen van mijn werk, kon dat natuurlijk niet van het “gewone” leven. De herfst en winter met bijbehorende virussen hielden geen rekening met mijn gemoedstoestand. We moesten gewoon dealen met zieke kinderen, slapeloze nachten, corona, (vervroegde) vakantie, zwemlessen, kinderen die zindelijk moeten worden en doorkomende tandjes. Het leven gaat door. Het was natuurlijk fijn dat ik niet volledig onderuit was gegaan. Hierdoor konden de meeste dingen des levens gewoon doorgang vinden. Maar zeker nu ik weer meer werk en dat wat zichtbaar is voor de buitenwereld goed lijkt te gaan, geeft dat soms een vertekend beeld. Waar mijn uren nu weer bijna helemaal “op peil” zijn, geldt datzelfde nog niet altijd voor mijn energie en mijn gevoel. Dat schommelt nog. Er zijn steeds meer dagen dat ik mij heel goed voel maar er zijn ook nog dagen dat mijn hoofd overloopt, ik weinig kan hebben en ik enorm geconfronteerd word met mijn eigen grenzen. Vaak krijg ik dan ook weer wat meer last van fysieke klachten die ik eerder ook had. Ik ga de goede kant op maar ik ben er nog niet. Wat of waar dat ‘er’ dan ook mag zijn.
"Zonder dat ik het merkte was ik opeens heel intensief bezig met zingevingsvragen".
Juist nu de druk weer toeneemt probeer ik extra stil te staan bij de situaties die het mij lastig maakten en soms nog steeds lastig maken. Hoewel je het natuurlijk niemand gunt om uit te vallen en voorkomen beter is dan genezen ben ik ergens ook blij dat het gebeurd is. Het proces dat ik nu doormaak heeft mij een stuk bewuster gemaakt. Ik sta stil bij onderwerpen waar ik eerder onvoldoende bij stilstond en dat levert mooie inzichten op. Voorheen was zingeving een woord waar ik weinig mee had. “Veel te zweverig voor een rationeel denkend mens als ik ben”, dacht ik. Maar inmiddels heb ik wel iets bijgeleerd en sta ik veel meer stil bij de “zin en onzin” van het leven. Zonder dat ik het merkte was ik opeens heel intensief bezig met zingevingsvragen. Vragen die niet altijd makkelijk te beantwoorden zijn. Waar je op moet kauwen en het dan weer even moet laten voor wat het is. Waar je denktijd voor nodig hebt. Maar de realiteit is dat die denktijd er niet altijd is. Want net wanneer in mijn hoofd een aantal puzzelstukjes op hun plaats lijken te vallen of ik mijn gedachten wil delen met mijn partner, begint er spontaan een kind doorheen te praten, moet er boterhammen worden gesmeerd of luiers verschoond. De mentale eieren die ik op dat moment wil leggen, moeten dan gewoon weer even wachten. Met kleine kinderen is er nu eenmaal beperkte tijd en (mentale) ruimte voor jezelf.
"Gaandeweg krijg ik het gevoel dat de controle steeds meer terugkomt, dat ik de juiste kant op beweeg".
Maar dat geeft niet. Hoewel het niet altijd zo snel gaat als ik zou willen en ik soms gewoon enorm de behoefte heb om eindelijk eens mijn gedachtengang af te kunnen maken ga ik vooruit. Gaandeweg krijg ik het gevoel dat de controle steeds meer terugkomt, dat ik de juiste kant op beweeg. De spanning neemt af en ik ervaar meer mentale rust. Er zijn nog zeker momenten dat het stormt in mijn hoofd en daar baal ik dan ook van. Maar ik weet ook dat de storm sneller dan voorheen gaat liggen. Ook thuis keert de rust steeds meer terug en kunnen we nog meer genieten van ons gezin. Spitsuur is nog steeds spitsuur, we hebben nog steeds te maken met driftbuien omdat het eten alwéér vies is, ruziënde broertjes en een klein meisje dat we continue weg moeten plukken bij de kattenbrokjes of de plantenbak. Maar alles loopt gewoon veel soepeler. De kinderen worden groter en makkelijker. We kunnen weer fatsoenlijk slapen én de zon begint letterlijk weer te schijnen. Net zoals mijn buik nooit meer zal worden als voor mijn drie zwangerschappen zal ik ook op dit mentale vlak niet meer dezelfde worden. Overspannenheid heet niet voor niets zo. Ik heb mijn elastiekje de afgelopen jaren zo aangespannen dat de rek er letterlijk uit is geraakt. De oude vorm komt niet meer terug en dat is ook helemaal prima. Hoewel ik niet weet welke vorm mijn elastiekje uiteindelijk zal aannemen voel ik mij goed bij de kant die het op gaat.
Op mijn blog www.ishetalzevenuur.nl deel ik met enige regelmaat blogs over mijn leven als werkende moeder met drie jonge kinderen. Wil je meer lezen? Volg mij dan hier of op instagram: www.instagram.com/is_het_al_zeven_uur