Ik ben een rommelkont.
Mijn vrouw vroeg mij laatst of het vluchtgedrag is, dat misschien wel de reden is dat ik elke week het liefst bomvol plan. Zelf had ik het nog niet zo bekeken. Maar als ik er over nadenk heeft ze denk ik wel een punt.
Opruimen is nooit mijn sterkste kant geweest.
Toen ik nog kind was zat opruimen al niet in mij. Ik ben een echte geboren rommelkont. Ik zat altijd te dromen en had veel fantasie als kind. Waardoor ik al ons speelgoed door elkaar gebruikte en de slaapkamers van mij en mijn zusje veranderde ik in een compleet andere wereld. Ik nam mijn zusje compleet mee in mijn fantasie. Ik gebruikte baby badhandoeken als sluiers of het waren onze lange haren. Onze kamers hoorde bij een gigantisch paleis. En met lakens en handdoeken of de slierten van de ochtendjassen veranderde ik onze kamers in verschillende nieuwe werelden. een laken werd bijvoorbeeld een deur dat leidde naar een geheime kamer dat we hadden ontdekt. Zelf veranderde wij vervolgens in kleine mensen door magie en dan werden de barbiepoppen erbij gepakt. Nu was ons paleis enorm groot. Alles werd uit de kasten getrokken om het verhaal steeds wilder groter en mooier te maken. Ik zag geen rommel tussen al dat speelgoed dat werkelijk door de hele kamer verspreid lag. Ik zag een hele andere wereld door mijn ogen. Opruimen kon ik het dan ook niet want dan vernietigde je deze wereld die ik zojuist eigen had gemaakt. Het was mijn fantasie dat het allemaal heel echt maakte. Daarbij had ik totaal geen overzicht en geen idee hoe het weer terug op zijn plek moest komen. Die inzicht ontbrak mij. Dat ik dat inzicht niet had wist iedereen in mijn omgeving. Ik denk dat mijn ouders dat op een gegeven moment zelfs hebben opgegeven want ondanks hun vele pogingen lukte het mij totaal niet omdat inzicht aan te leren. Ook een vriend van mijn ouders deed vele pogingen om mij trucks en tips te leren hoe ik moest opruimen. Toen mijn ouders gingen scheiden en ik bij mijn vader ging wonen werd het er niet veel beter op. Ik deelde een kamer met mijn zusje. En ook zij had als kind het opruimen niet geheel onder de knie. Of misschien nam ik haar daar ook wel in mee. Inmiddels is zij een kei in het opruimen.
Als tiener werd het ook niet beter. Ik had nu steeds opnieuw de wil om onze slaapkamer om te toveren. Schilderde de muren in diverse kleuren. Versleepte de meubels en deelde alles steeds opnieuw in. Nog steeds bezat ik genoeg fantasie en had altijd inspiratie en de wil om er wat anders van te maken. Maar netjes kreeg ik het niet. Als de boel weer ontploft was kon ik wel op een lieve vriendin vertrouwen. Zij sleepte mij er wel door heen. Waar ik totaal geen overzicht had had zij overzicht in overvloed. Zij pakte het samen met mij grondig aan en gaf mij duidelijke instructies. Zij had er ook altijd veel plezier in en vooral als we klaar waren dan stond ze trots te stralen en te bewonderen naar wat we samen hadden bereikt door haar hulp. Vaak bleef ze dan logeren en hadden we dikke pret. Maar zonder haar zou mijn kamer gewoon een ontplofte bende blijven. Vele mensen hebben in mijn jonge leven pogingen gewaagd om het mij aan te leren, te laten zien hoe het moet maar het overzicht krijgen in het opruimen bleef ondanks al die pogingen uit.
Nog steeds een rommelkont.
Als kind ontbrak mij dus dat inzicht in het opruimen. Inmiddels ben ik nu 36 jaar en moeder van drie kinderen. En ondanks dat het niet meer zo erg is als vroeger ben ik nog steeds geen held in het opruimen. En ik geloof dat twee van onze drie kinderen net als ik dat inzicht niet hebben mee gekregen. Beide jongens spelen het liefst met alles tegelijkertijd. Het maakt ze net als toen ik kind was niet uit dat hun kamer bezaaid ligt met speelgoed ze maken gewoon een plekje. Wanneer ik vraag of ze hun kamer willen opruimen slaat net als bij mij een beetje paniek erin want ze weten simpel gezegd niet goed hoe. Alleen onze jongste dochter heeft die inzicht wel. De jongens hebben het in ieder geval niet van een vreemde. Ook ik zelf heb nog steeds grote moeite met het goed opruimen. Kasten liggen snel overhoop maar het voordeel van kasten is dat ze deurtjes hebben. Je doet ze dicht en je ziet het niet meer. Onder de trap is zo'n verzamelplek geworden van spullen waarvan ik denk, dat ruim ik later op. Maar eigenlijk komt het erop neer dat ik dat pas doe op het moment dat het de gang in komt rollen. Er hangt een gordijn voor en dat verbergt het op een gegeven moment niet meer. Mijn vrouw is geen held in het doen van de was, de was doen is zo'n taak dat onder haar naam staat. Gevolg ze wast als er heel veel is en vervolgens heb ik stapels schone was dat ik niet goed weg gevouwen krijg. Kortom ik ben nog steeds een rommelkont. Ik heb nog steeds niet genoeg inzicht om het netjes te houden. Alleen nu is er een verschil met vroeger. Als kind kon ik er best goed tegen want ik keek met hele andere ogen. Ik zag geen rommel maar een andere wereld. Maar nu kan ik er eigenlijk helemaal niet meer tegen. Ik stoor me er mateloos aan. Maar vind ook niet altijd de energie mede door mijn fibromyalgie of fut er voor om te blijven rennen. Het voelt ook vaak zo nutteloos dat opruimen. Je hebt net die woonkamer compleet op orde loopt naar de keuken voor dat bakkie thee om te genieten van je net opgeruimde woonkamer en je dochter stort de eettafel vol met verf glitters kleurplaten scharen ect.., of je middelste zoon komt thuis met schoenen vol met zand en trekt ze zonder na te denken boven je net gestofzuigde vloerkleed uit. En daarna komt je oudste binnen die net in de tuin met hout bezig geweest is en nog compleet onder de zagelsel snippers zit. Stofzuiger er weer bij en hop we gaan weer door. Maar ook die was voordat je alles weg hebt gevouwen ligt die nieuwe stapel al klaar. Ik wordt er soms stapel gek van.
Vluchtgedrag
Ik raak steeds meer gefrustreerd over onze rommel. Steeds vaker denk ik, ik wil een container voor de deur hebben staan en er van alles in gooien en opnieuw beginnen. Alleen waarschijnlijk gaat dat maar tijdelijk helpen. Soms denk ik dat ik gewoon stuk ben. Ik mis het opruim gen. Op andere dagen probeer ik het te accepteren en maak ik de boel schoon en lach me er door heen. Het zou er ook wel bij horen met drie kinderen in huis. Weer andere dagen raak ik gefrustreerd en ga ik als een orkaan door het hele huis heen. Alleen ervaar ik daarna veel pijn en was dat niet de beste optie. Dus op dit moment heb ik de laatste tijd de neiging om er gewoon veel erop uit te gaan. Ik plan het liefst heel de week vol met activiteiten. Lekker naar buiten waar ik niet hoef na te denken over de rommel in huis en alle klusjes dat er nog gedaan moet worden. Wanneer ik weg ben vergeet ik dat compleet. Ik geniet er van om weg te zijn. Ik geniet er van om de kinderen buiten te zien genieten. En ja ik denk dat het ook een stukje vluchtgedrag van mij is. Dus misschien heeft mijn vrouw gelijk. En plan ik de weken niet alleen maar vol voor de kinderen om leuke dingen te ervaren. Maar is het ook een stukje vluchtgedrag van mij.
Ben jij net als ik ook een rommelkont ?