Hoe ik het moederschap verloor
Deel 8 - Dolen en de eindmeet
Twee weken na mijn aankomst op de nieuwe afdeling, begon het bekende gevoel van misnoegd te zijn weer in mij te ontluiken. Ik lijk door de gangen te dolen, ik woon meer in mijn hoofd dan op de afdeling. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden was mijn enige individuele gesprek van de week er eentje van 10 minuten met de supervisor van de afdeling.
Tijdens een groepsgesprek er vlak voor vertelde een van de andere patiënten hoe zijn ontslag ingepland stond voor over 2 weken, dat hij zich er niet klaar voor voelde en druk bezig was te zoeken naar daginvulling. Hij had gehoopt meer duidelijkheid over de aard van zijn problematiek te krijgen tijdens zijn verblijf, maar het team had besloten geen diagnostiek bij hem uit te voeren. Toen de supervisor mij tijdens ons gesprekje vroeg hoe lang de diagnostiek bij mij zou duren, voelde ik de buitenlucht al bijna over mijn wang strelen. Het voelde aan alsof ik zo snel mogelijk ging buitengezet worden eens er een diagnose is gesteld. Je klaar voelen om naar huis te gaan is blijkbaar toch maar bijzaak.
Tot nu toe heb ik bitter weinig therapie gehad waar er ruimte was voor mijn verlies en schuldgevoel.
Ook bij de ergotherapie voelde ik me een nummertje. Ik moest eerst een vragenlijst invullen, gevolgd door een kort gesprek met de therapeut om deze te overlopen. Het eerste wat ze tegen me zei was “ik ga niet vragen waarom je hier bent, dat maakt niet uit”. Ik snap wat ze ermee bedoelde, maar ik voelde me onmiddellijk aan de kant gezet. Tot nu toe heb ik bitter weinig therapie gehad waar er ruimte was voor mijn verlies en schuldgevoel. Haar directe manier van communiceren deed me ongemakkelijk voelen. De kooktherapie, die ook door haar wordt gegeven, mocht ik pas meedoen als ik goed gestart was met de ergotherapie.
De volgende sessie besloot ik te schilderen, aangezien dat materiaal in het zicht lag en ik geen rondleiding of uitleg over de werking had gekregen. Een voor een werden er patiënten in haar lokaaltje geroepen, vaak zonder het project waar ze aan gewerkt hadden. Het leek alsof iedereen zich wat bezighield tijdens het wachten op een gesprek van 5 minuten. Ergens halverwege kwam ze uit haar lokaal, zag me schilderen en riep of we allemaal alsjeblieft een zeil op de - al erg bekladde - tafel wilden leggen als we gingen schilderen. Vervolgens kwam ze naar mijn tafel en vroeg me om -onmiddellijk- de verf van de tafel te schrobben. Ik was beschaamd en voelde me schuldig. Ook de volgende sessies werd ik niet binnengeroepen. Ik besloot het dan ook maar als knutseluurtje te zien en niet als therapie.
elke keer dat ik nu naar huis ga, voel ik me zo overspoeld, zo ongelukkig en zo incompetent
Ik ga nu elke woensdagnamiddag en in het weekend naar huis. Elke keer opnieuw word ik geconfronteerd met het feit dat ik het niet aankan. Vroeger kon ik nagenoeg alles, nu lijk ik soms de energie niet meer te hebben om mijn arm op te tillen. Laat staan dat ik aandacht aan de kinderen moet geven.
En dat maakt het nu net zo moeilijk. Ik heb alle vertrouwen in de psychiatrie verloren, het heeft me enkel dieper geduwd en 5 maanden van mijn leven verspild. Ik wil de diagnostiek nog afwerken, zodat het niet helemaal opnieuw moet als ik toch terug word opgenomen in de toekomst, maar zie niet hoe meer van dit mij zal beter maken. De volgende stap is me aanmelden op een wachtlijst van de afdeling waar ik het meeste baat zou hebben, met een wachttijd van enkele maanden tot 1,5 jaar. De afdeling die ik het waarschijnlijkst acht, heeft behandelprogramma’s van 6 maanden tot 1 jaar.
Die tijd heb ik niet met 2 kleine kinderen in huis. En dus zal ik maar naar huis gaan, zal ik thuis blijven en pik ik op mijn tempo de draad dan maar weer op. Maar elke keer dat ik nu naar huis ga, voel ik me zo overspoeld, zo ongelukkig en zo incompetent. Ik denk niet dat ik het ga aankunnen, maar ik lijk geen andere keuze te hebben. Behalve doodgaan dan natuurlijk. Dit gevoel houdt mij in zijn greep en sleurt mij mee de diepte in, want dat zou alles voor mij oplossen. Dan moet ik helemaal niks meer en kan ik me overgeven aan deze slepende vermoeidheid.
Mijn jongste zoon lijkt mijn gevoelens te onderstrepen. Hij is een guitig kereltje dat lacht naar alles en iedereen, maar ik denk niet dat hij mij nog als zijn mama herkent. Als ik hem kusjes geef in de auto voor ik het ziekenhuis inga, duwt hij me weg. Ik word er overstuur van, maar besef dan dat ik hem ook zo lang heb weggeduwd toen hij in mijn buik zat; vaak heb gedacht dat ik hem niet wou maar het kindje vóór hem. Ik heb geen recht om verdriet te hebben dat hij mij niet als mama wil. Ik heb zijn liefde niet verdiend. Als ik hem nu zijn eerste wankele, maar zelfverzekerde pasjes zie nemen, weet ik dat hij vertrokken is. Misschien is het ook tijd dat ik vertrek.
Duifjebetty
Wat verschrikkelijk naar om te lezen dat jij je zo voelt. Zou het helpen als je ook gewoon met iemand praat. Niet met iemand van de instelling, maar met iemand op dit platform. Al is het alleen maar om over je gevoelens te praten. Zo ja dan mag je mij altijd een berichtje sturen
Sarebaar
Ach lieve mama, ik wens je toe dat er iemand echt naar ja kan en wil luisteren. Zodat jij je gezien voelt en de uitnodiging krijgt om aam te geven wat je nodig hebt om te helen. Je bent te waardevol om zo stilletjes te verdwijnen!