"Hij wilde ook door papa opgehaald worden"
Als antwoord op de vragen hoe het met ons gaat.
Vanwege de vele vragen hoe het nu met ons gaat, een sprong naar het hier en nu.
Het was weer lang wachten op de lente, de grijze dagen die veranderen in de (meer) zonnige dagen, het vrolijke gezicht van dartelende lammetjes, vogels die weer uit volle borst hun lied zingen en alles dat groeit en bloeit. Waaronder het fluitenkruid. De grote groene stengels met de witte bloemetjes die je nu weer overal in de berm op ziet komen. Normaal gesproken vind ik het prachtig maar nu.. nu hekel ik het. Het fluitenkruid herinnert mij er aan dat we er bijna weer zijn, hoe prachtig het bloeide op die zonnige dag in mei nu bijna twee jaar geleden. Het herinnert mij aan de dood, de dood van E.J.
Net zoals afgelopen weekend mij terug bracht naar twee jaar geleden, onderweg naar mijn moeder om daar een weekendje te verblijven en haar verjaardag te vieren. Met de kinderen, nu 10 en 4 jaar op de achterbank, vrolijk zingen ze met alle liedjes mee en vraagt N. Zoals ieder 4-jarig nieuwsgierig kind wat we onderweg allemaal zien. Twee jaar geleden waren we ook onderweg naar oma, maar toen nog met ons viertjes. En dat fluitenkruid bloeit en bloeit.
De asperges die in de avond op tafel staan, zouden op die noodlottige dag óók op tafel staan. Ze waren heerlijk maar geven mij een nare smaak. De smaak van verdriet, terug gaan naar het gevoel van toen. Als de kinderen op bed liggen na een leuke, drukke dag met familie, springkussens en met oom C. Lekker keutelen bij de diertjes, gooit mijn moeder het op.
“Goh.. het is toch ongelooflijk dat het nu bijna twee jaar geleden is.” Ik knik. “De tijd tikt door.” Mijn moeder vraagt naar enkele mensen waar e.j. En ik mee om gingen, hoe het met ze gaat en of ik ze nog wel eens spreek of zie. Ik voel een hardheid naar boven komen, mijn schild. “Ik zie en spreek zo ongeveer 80% niet of nauwelijks.” Mijn moeder perst haar lippen tegen elkaar aan en zegt dan enigszins sarcastisch. “Je bent niet zielig genoeg geweest en nu nog niet.” Ik lach als ze dat zegt en dat is waar. Vanaf het moment dat ik er alleen voor kwam te staan met M. en N. Heb ik gezegd dat ik niet zielig ben, dat niemand mijn taken over kan nemen.
We zijn door een hel gegaan, vooral voor M. Was het ontzettend moeilijk. Zo moeilijk, dat ze zelfs stopte met eten en drinken en dood wilde gaan. Het was zo moeilijk om dat kleine ventje met grote ogen te zien kijken naar andere kindjes die met hun papa samen waren, in huilen uitbarstte omdat hij ook door papa opgehaald wilde worden bij de opvang. Het was zo moeilijk om al rijdend in de auto een paniekaanval in goede banen te leiden omdat ik een trauma helikopter zag of een ambulance. Het was zó moeilijk om alle mensen die er zouden zijn, gewoon verder zijn gegaan en het allemaal verwaterde tot de put droog kwam te staan.
Maar ook zijn er mooie en zelfs geweldige momenten geweest. Bijvoorbeeld het lotgenotenweekend van stichting achter de regenboog waar M. en ik aan deel mochten nemen, het nieuws dat het eindelijk gelukt was dat we in ons huis konden blijven wonen. N. die vier jaar geworden is en het ontzettend fijn heeft op school. Alle nieuwe mensen die we hebben mogen leren kennen en in ons leven zijn, en dan met name mijn vriend. Het leren leven zonder en mét.
Een aardige update, waarover binnenkort vast meer. Maar voor nu gaan wij die ontzettende rotperiode tegemoet, en dat kunnen wij drietjes heel goed want we hebben elkaar en plukken de dag én het fluitenkruid.
Kimmeulendijks
Ook ik heb me nog regelmatig afgevraagd hoe het nu met jullie zou gaan. Wat fijn, om te lezen dat je de liefde weer hebt gevonden en dat jouw 2 kanjers het zo goed doen! Heel veel sterkte voor jullie met de periode die er weer aankomt. Maar zoals je zegt, Pluk de dag en het Fluitenkruid ❤️
Anoniem
❤️