Het avondeten met kleine kinderen
My secret escape
Een werkdag. Meeste ouders kennen het, haasten naar huis, want dan begint eigenlijk pas de echte werkdag. En dan kom je thuis… Je maakt het eten wat je denkt dat ze lekker vinden, niet in eerste instantie waar je zelf trek in hebt. Maar je doet het, avond aan avond, elke keer weer. Want ze moeten gezond, vers en goed eten. Dus sta je drie kwartier na een werkdag in de keuken, precies dat te maken wat ze hebben uitgekozen. Ondertussen worden ze opgehaald van het kinderdagverblijf en de BSO. Elke dag maak ik dezelfde fout te denken dat we een harmonieus gezellig gezinsdiner gaan nuttigen. Ze komen binnen terwijl ik nog bezig ben. De toon is gezet, de sfeer zit erin. Twee huilende kinderen. De ene wilde de deur open maken, terwijl de ander dat al heeft gedaan en er hard bij lacht. Twee kinderen slaan elkaar. Hup, uit elkaar, filmpje aan dan maar. Snel het eten op tafel. We zeggen dat ze nog twee minuten hebben. Ruzie, wie mag de tv uit zetten. Een gevecht volgt, tussen de kinderen uiteraard, ze vallen over elkaar terwijl ze ruzie maken wie als eerst gaat zitten. Ze hebben een eigen stoel, maar dat maakt verder niet uit. “Gadverrrrr, dit is het goorste wat ik ooit heb gezien” “Oh, je hebt het zelf uitgekozen, dus ik dacht je blij te maken met dit eten”. “Bah, jakkes, gadver, ik ga niet eten”. “Oke, dan eet je niet, maar we zitten hier wel aan tafel met zijn allen, dat vinden wij zo gezellig om even samen de dag door te nemen”.
Ondertussen kan Mels alleen maar huilen. Hij wil zijn jas niet uit. Vin is ‘even’ zijn pakketjes halen bij de buren. Goede timing wel. Ik begin, het is warm en ik heb er dus wel drie kwartier voor achter de pannen gestaan, ook mijn avondeten. Mels is nog steeds aan het huilen, hij wil onder geen beding zijn jas uit. Prima, choose your battles. Ik probeer Alva een hap te geven. Mels veegt met zijn jas door de mayo. Nou ja, vegen, ondertussen is hij de tafel aan het vingerverven met de mayo. Doekje erbij. Huilen, want ja, de jas zit onder de mayo. Alva is al van tafel gestapt. Maar niet zonder de boontjes gepeld te hebben onder haar stoel. Adem in, adem uit. “Jongens, lekker eten!”. “Mam, dit smaakt naar kots”. Maar ze zijn alweer ergens anders mee bezig. Mayo op elkaar smeren, that’s fun. Huilen, want het blijkt geen leuk spel te zijn. Doekje erbij. Zelf nog een koude hap nemen. Ah gezellig, Papa komt er ook bij. Kinderen weer op de stoel, gaat het echt gebeuren?
Mel is ondertussen een paprikaatje tussen de naden van de tafel aan het raspen. Moet ook gebeuren. “Ik ben klaar”. “Maar Alv, je hebt een half aardappeltje op”. “Precies, nu wil ik een toetje”. Adem in adem uit, doekje erbij. Grappig hoe die tien minuten voelen als twee uur. “Oke jongens, gezellig, we gaan allemaal weer even zitten, geen honger prima, maar we zitten wel aan tafel met zijn allen tot we klaar zijn”. Alva kruipt op schoot “Mam, je bent echt de liefste moeder, nu wil ik een toetje”. Ik zwijg. Feedback van de man “ Is dit een groenteburger ofzo? Het is echt niet lekker”. Top jongens, dit heeft Alv uitgekozen. Precies dit, toen ze op de grond in de supermarkt lag te verkondigen dat ze niet verder zou lopen als ik dit niet zou meenemen. Ik wil schreeuwen. EET DIT. Maar ik adem in, en misschien niet goed uit, want er floept een heel erg ingehouden “Ga nu zitten en eeeeeeet” eruit.
Ondertussen is er een waterbeker over de bonenshow van Alva heen gegaan. Er vliegt een komkommertje over tafel en er wordt hard gelachen. Niet door mij. Er zitten exact twee halve aardappeltjes en een likje aan de bonen in. “Lieverdjes, dit is het moment waarop we eten, en als je straks honger hebt, dan is dat jammer, want dit is het moment om te eten”. Ik weet niet tegen wie ik het precies zeg, Alva zegt namelijk niet meer naar mij te luisteren want ik ben de aller aller aller stomste moeder. Ze roept “Ik ga jullie inruilen, ik wil liever dat jullie dood zijn”. Adem in, adem uit. Iedereen is moe, op, klaar met de dag. Het is pas dinsdag. Nog een poging “Jongens, laten we even opnoemen wat de leukste dingen van de dag zijn”. Geen respons. Mel ligt onder de tafel, mayo uit te smeren op de vloer. Nog een koude hap. Ik ben klaar. Misschien is een leven op magnetron maaltijden nog zo gek niet. Ik heb alleen mijzelf ermee.
Ik kijk naar de tafel, een ravage. Snel schat ik in hoe lang het kost dit op te ruimen, maar eerst nog het bed ritueel. Ruzie, wie mag als eerst de trap op. Jawel, er dondert eentje van de trap. Huilen. Troosten. Ademen. Tandenpoetsen. Een gevecht met tandenborstels, tandpasta en kinderen. Pyjama aan. Niet de goede, een andere. Nee weer een andere. Oh toch een andere. Knuffel kwijt. “Hey mam, weet je nog dat ik ooit dat hondje had..die wil ik..” “Ai, dat is vervelend lieve schat, die zijn we al een tijdje kwijt”. Adem in. Niet genoeg. Welke webshop levert binnen tien minuten? Geen. Oke, door, liedjes, verhaaltje, slapen. Huilen, huilen huilen. Dat wil ik zelf ook. Even huilen. Elke avond weer. Ik mis ze zo ontzettend gedurende de dag, ik kijk er zo naar uit ze te zien. Maar elke dag is het drama als ze thuiskomen. Elke avond drama om het eten. Gek genoeg zijn precies die twee uur van thuiskomen, eten, naar bed brengen de uren die mij slopen. Die twee uren voelen als tien.
Vervolgens ga ik vlak na de kids naar bed. En dan soms, lees: elke avond, fantaseer ik erover. Hoe ik stiekem na het wegbrengen van de kids in de ochtend, naar huis ga, niet naar werk. Hoe ik mijn backpack opsnor op de vliering, tussen de gigantische hoop babymeuk, tussen de baby stokke set en de doos ‘voor als er nog een baby komt’ de ‘toen we nog geen kinderen hadden’ box aantref. Met mijn backpack, een lekker sneldrogend handdoekje en een eenpersoonstentje. Dat ik ‘m inpak, met allemaal jurkjes die ik ooit heb gepast en een bikinibroekje zonder bovenstuk. Verder niks, want op Schiphol pin ik mijn spaarrekening leeg. Ik stuur een bericht; Lieverds, even tijd nodig voor mijzelf, geen zorgen, ik heb geen telefoon en ben snel terug, ik hou van jullie. En dan ga ik, in een limousine met champagne die mij naar Schiphol brengt. Ik laat mijn telefoon per ongeluk achter in de limousine. Ik bestel nog twee champagne in het vliegtuig en ik ga twaalf uur slapen om en kleine beetje vijf jaar slaapgebrek in te halen. Ik stap uit in Bangkok. De zon, de warmte, de vrijheid. Niks geboekt, kijken waar ik ga uitkomen. Alles open. Ik ga in de tuktuk naar Bangkok city. Ik bestel een cocktail. Ik loop rond, laat mij masseren, eet wat bij een lokaal tentje. Op zoek naar een leuk hotelletje. Kom reizigers tegen, drinken wat. Drinken meer. En dan ga ik naar mijn hotel. En daar lig ik, op naar weken rondreizen in de zon.. Was dit alles wat ik wilde? Was ik hier zo aan toe? En dan boek ik de volgende dag een ticket terug. Want ik mis ze zoooo. Zo zo ontzettend erg. Waar had ik last van? Zij zijn alles. Echt alles. Niks kan op tegen paprikaatjes raspend op een tafel. Ik mis de ruzies, het geschreeuw, de chaos. Maar het was exact wat ik nodig had, dat ene avondje.