Floor schrijft Fictie #22
Ik heb het goed voor elkaar; leuke vriend, dito baan en een rijk sociaal leven. Spanning? Mwah, hoeft niet, mag wel.
Ergens heel ver weg hoor ik iemand roepen. Mijn hoofd voelt zwaar aan en ik verstijf als ik een hand op mijn arm voel. 'Floor, wakker worden.' Ik herken de stem en probeer mijn ogen open te doen. 'Floor?' Ik hoor nog een bekende stem en voel een tweede hand, deze voelt anders aan. Groter, sterker. Er wordt zachtjes aan mij geschud en langzaam open ik mijn ogen. Het is donker en mijn ogen moeten even wennen aan deze duisternis. 'Ze is bij kennis,' hoor ik de eerste bekende stem zeggen.
'Misschien moeten we een ambulance bellen?' zegt de tweede stem en ik voel de hand verplaatsen naar mijn hoofd. 'Ze heeft geen koorts.'
Zodra mijn ogen zijn gewend aan het donker zie ik de bezorgde gezichten van Coen en Berend. 'Waar ben ik?' mompel ik en mijn ogen vallen langzaam weer dicht. Ik geef mij over aan de duisternis en merk dat ik wil slapen. 'Zo moe,' fluister ik. 'Dorst.'
'Geef haar water, er staat een glas in de badkamer,' hoor ik Coen zeggen. Langzaam begint het door te dringen dat ik thuis ben en niet meer in het appartement. 'Hoe ben ik thuis gekomen?' vraag ik en open mijn ogen opnieuw. 'Hebben jullie het adres op de ballon gevonden?' Ik ga rechtop zitten en Coen knipt de lamp op het nachtkastje aan. Berend reikt mij een glas water aan en deze drink ik in een keer leeg. 'Wil je meer?' vraagt Berend. Ik schud mijn hoofd en Berend gaat aan het voeteneind zitten.
'Wat bedoel je met het adres op de ballon?' vraagt Coen.
'Ik moest van hem naar een adres komen en ik heb het op de ballon gekrabbeld die ik aan Lodewijk heb gegeven.' Zowel Coen als Berend kijken mij niet-begrijpend aan en wisselen een snelle blik.
'Floor, waar heb je het over?' vraagt Coen en kijkt mij indringend aan.
'De stalker, ik... ik moest naar een adres komen, hij heeft me geboeid en gedrogeerd. Ik...' Wanhopig kijk ik naar Coen maar hij zegt niets.
'Je bent op het werk flauwgevallen, Floor,' zegt Berend met een bezorgd gezicht. 'Je hebt vorige week bijna 100 uur gewerkt en het overwerken gisteravond was de druppel. Ik heb je naar huis gebracht. Je mompelde in je slaap en zei iets over servers, firewalls en Hans.'
'Hans?' vraag ik verbaast. 'Hans werkt er niet meer, hij heeft ontslag genomen.' Berend trekt zijn wenkbrauwen omhoog en schud zijn hoofd. 'Het enige dat is gebeurd is dat ik Hans in functie terug heb gezet. Jij hebt zijn taken overgenomen, weet je nog? Je vroeg nog aan Femke of je droomde toen ze het je vertelde.' Berend buigt even naar Coen en fluistert iets in zijn oor. Coen knikt en kijkt mij daarna aan. 'Ga nog maar even slapen, ik bel straks de huisarts en vraag of hij nog even bij je komt kijken.'
'Wacht! Mijn baby! Ik ben gedrogeerd, ik moet zeker weten of het met de baby goed gaat!' Ik wil uit bed stappen, maar mijn benen kunnen mij nog niet dragen. Ik ga weer zitten en trek Coen aan zijn arm. 'Wil je alsjeblieft Lydia bellen? Ik moet weten of alles goed is.' zeg ik en sta op het punt om in huilen uit te barsten.
'Baby? Voor zover ik weet ben je niet zwanger, Floor. We willen het wel, maar tot op heden hebben we nog geen succes. Er ligt nog wel een zwangerschapstest in de la, als je het per se wil controleren...' zegt Coen.
'Ik ben al 14 weken zwanger, we hebben het aan Lodewijk verteld en inmiddels weten mijn ouders het ook. Oh hemel! Lodewijk! Is hij al uit het ziekenhuis?' Wederom probeer ik op te staan, Coen vangt mij net op tijd op.
'Voor zover ik weet ben je niet zwanger. Je moet nog even gaan slapen, je slaat wartaal uit,' zegt Coen en duwt mij terug in bed. 'Met Lodewijk gaat het prima, ik heb hem gisteravond gesproken. Hij was bij de groothandel om inkopen te doen. Theo komt straks ook nog even langs, en je ouders zijn vanochtend geweest.'
'Ik wil je de rest van de week niet op kantoor zien, Floor,' zegt Berend streng. 'Je hebt veel te hard gewerkt. Die fusie kan ook wel een paar dagen zonder jou.'
'Fusie?'
'De fusie met Global Enterprise, we zijn er al maanden mee bezig. Of nou ja, jij vooral,' zegt Berend en ik zie paniek in zijn ogen.
'We gaan fuseren met jouw werk?' vraag ik aan Coen. 'Waarom?'
'Dit is nu niet belangrijk. Neem nog even wat rust, je herinnert je het straks vast allemaal weer,' zegt Berend en hij staat op. 'Ik kom vanavond nog wel even langs,' zegt hij tegen Coen. 'Ik kom er zelf wel uit, blijf jij maar hier.'
Coen gaat naast mij zitten en legt het dekbed over mij heen. 'Slaap nog even, je bent erg in de war.'
'De stalker, Coen! Weet Klaas-Jan hier wel van? Ik was gister nog in een appartement in Oost, vlakbij het ziekenhuis waar Lodewijk ligt. Ik... Coen, wat is er allemaal aan de hand?'
'Klaas-Jan? Is dat een collega? Valt hij je lastig?'
Vermoeid sluit ik even mijn ogen, mijn hersenen draaien op volle toeren. 'Ga met me mee naar het adres in Oost, dan zal ik het je laten zien. Ik kan het bewijzen. En zoek even in de prullenbak, daar ligt mijn simkaart. En onder het koffiefilter mijn telefoon. Alsjeblieft?'
'Kijk eens naast je, daar ligt je telefoon. Je vriendinnen hebben minstens 50 keer gebeld om te vragen of alles goed met je gaat. Ze willen morgen even langskomen,' zegt Coen.
'Dit is mijn oude telefoon,' mompel ik en pak hem op. Automatisch toets ik de code in en zoek de berichtjes op van de stalker. Er staat niets in. 'Wacht eens even,' zeg ik en sla het dekbed van mij af. Dit keer doen mijn benen wat ik wil en ik open de kledingkast. Daar hangen en liggen al mijn oude kleren. Ik zie mijn geliefde spijkerbroeken en onderin staan 4 paar Allstars, allemaal afgetrapt. 'Ik had allemaal nieuwe kleren gekregen,' stamel ik en kijk Coen aan. 'Je moet me geloven, Coen! Ik werd gestalkt, moest de meest verschrikkelijke opdrachten uitvoeren. Ik heb het sponsorgeld van de vereniging gestolen en ben zelfs op zijn verzoek met Berend naar bed geweest!'
Coen staat op en houdt mij even stevig vast. 'Ik hou van je, Floor,' zegt Coen schor. 'Ga alsjeblieft nog even slapen, anders moet ik andere hulp inschakelen.'
'Andere hulp? Wat bedoel je?' vraag ik scherp en ineens voel ik mij niet meer vermoeid maar juist heel sterk. Ik moet bewijzen dat ik niet lieg.
'Het lijkt erop alsof je weer terugvalt in het oude patroon,' zegt Coen zacht.
'Ik ga douchen en daarna wil ik dat je meegaat naar Oost. Ook wil ik naar Klaas-Jan en naar het ziekenhuis,' zeg ik vastberaden en loop naar de badkamer.
Als ik beneden kom voert Coen een telefoongesprek maar hij hangt op zodra hij mij ziet. 'Ga je mee?' vraag ik en pak mijn autosleutels. Tot mijn opluchting zie ik dat mijn oude Corsa op de oprit staat.
'Ik rij wel,' zegt Coen en hij pakt zijn autosleutels. 'Wat is het adres?'
Mijn geheugen is prima en ik toets het adres in op zijn navigatiesysteem. 'Weet je dat zeker?' vraagt Coen zacht. Ik knik en Coen start de auto.
De rit daar naartoe brengen we in stilte door en ik herken het gebouw als Coen parkeert. 'Deze kant,' zeg ik en versnel mijn pas. Zoals verwacht staat de deur van de hoofdingang open en de trap neem ik met 2 treden tegelijk. Coen rent achter mij aan en heeft moeite om mij bij te houden. Ik sta stil voor nummer 37 en bel aan. Een vrouw van middelbare leeftijd doet open. 'Ja? Wat kan ik voor u doen?' Ze kijkt mij en Coen vragend aan met een vleugje wantrouwen.
'Het spijt me dat ik u stoor, mevrouw. En het klinkt misschien gek, maar ik ben een paar dagen vastgehouden in dit appartement en ik wil graag even rondkijken als dat mag. Ik hoop mij dingen te herinneren,' leg ik uit en probeer erbij te glimlachen.
'Eh, nou... Ik weet het niet. Het klinkt een beetje, eh.. vreemd allemaal. Hoe weet ik of u er niet mijn spullen vandoor gaat? Is dit een nieuw soort babbeltruc? Ik trap daar niet in hoor! Ik kijk ook naar het programma Opgelicht.'
'Hier hebt u mijn portemonnee en mijn autosleutels, mijn auto staat daar beneden,' wijst Coen en drukt op de afstandsbediening. De vrouw doet een stap achteruit al kijkt ze nog steeds erg wantrouwend.
'Dank u wel, mevrouw. Dit gaat enorm helpen,' glimlach ik en stap de hal binnen. Het ruikt naar verf. 'Mag ik vragen hoe lang u hier al woont?'
'Op de kop af 25 jaar en ik ben nog niet van plan om te gaan verhuizen. Zoals je misschien al hebt geroken heb ik onlangs wel alles laten opknappen,' zegt ze en opent de deur naar de woonkamer. Er staan nieuwe meubels, er hangen gordijnen met een vrolijk motiefje en de ramen zijn niet afgeplakt. Een golf van teleurstelling stroomt over mij heen en ik laat mijn schouders hangen.
'Bedankt dat ik even mocht kijken, het heeft niet geholpen, maar toch bedankt,' glimlach ik verdrietig en geef de vrouw een hand.
'Het spijt me dat ik je niet heb kunnen helpen.'
Coen heeft al die tijd niets gezegd en knikt alleen even naar de vrouw.
'Ik breng je naar huis, het is genoeg geweest voor vandaag,' zegt Coen.
'Breng me naar Klaas-Jan of Lodewijk, alsjeblieft?'
'Nee, we gaan naar huis. Theo komt straks ook nog, dan kan jij eerst nog even slapen.'
'Ik wil niet slapen! Ik wil bewijzen dat ik niet sta te liegen!' krijs ik. 'Ik wil een echo bij Lydia en ik wil naar Klaas-Jan! Als jij me niet brengt ga ik zelf wel!' Ik open het portier en stap uit. Ik loop naar de tramhalte die ik in de verte zie.
'Floor! Stop! Stap in!' zegt Coen en pakt mij bij mijn arm.
'Nee, laat me gaan. Ik zoek zelf de bewijzen wel op,' zeg ik boos en klem mijn tas stevig onder mijn arm. Ik ruk mijn arm los en ga op een drafje naar de tram, ik zie dat hij er al aankomt. Ik ga harder rennen en voel dat Coen niet achter mij aankomt.
Wat is er toch allemaal aan de hand, denk ik als ik ga zitten. Mijn trillende handen stop ik in mijn zakken en langzaam dringt het tot mij door dat Coen en Berend misschien allebei wel in het complot zitten. Ik pak mijn telefoon en bel Lodewijk, hij neemt direct op.
'Lieve Floortje, hoe gaat het met je? Ik hoorde dat je een serieuze meltdown hebt gehad op het werk,' zegt Lodewijk en ik hoor de bezorgdheid in zijn stem.
'Lig je niet meer in het ziekenhuis?' vraag ik.
'Ziekenhuis? Mijn god, gelukkig niet zeg. Daar heb ik helemaal geen tijd voor. Ik heb het pand naast de lunchroom ook gekocht, ik ga uitbreiden!' roept Lodewijk enthousiast. 'En ik hoorde van Coen dat jullie straks collega's worden, leuk allemaal zeg! Zullen we uit eten gaan zodra jij weer bent opgeknapt? Lijkt me enig, zus! Oh, ik moet gaan. Tata!'
Lodewijk heeft abrupt opgehangen en een van mijn laatste bewijzen zie ik in rook op gaan. Als ik vlakbij het politiebureau ben aarzel ik toch nog even. Wat nou als dit ook op een dood spoor uitkomt? Wat als dit ook niet blijkt te kloppen? Ik haal diep adem en loop het bureau binnen. Ik herken de dame bij de balie niet, maar dat zegt niet. 'Goedemiddag, wat kan ik voor u doen?' vraagt de mevrouw vriendelijk.
'Ik kom voor Klaas-Jan van der Boom, is hij aanwezig?'
De receptioniste knikt en ik heb weer een beetje hoop. 'Ik bel hem even voor u, moment.'
Even later komt Klaas-Jan aangelopen, ik herken hem in ieder geval, hij moet mij ook kennen.
'Floor? Wat kom jij hier doen? We hadden toch afgesproken dat jij je hier niet zou laten zien? Je moet nu weg!' sist Klaas-Jan en ik kijk hem met grote ogen aan. 'Ik bel je vanavond als mijn dienst erop zit, we spreken snel weer wat af. Je bent zo mooi, Floor. Ik heb je gemist, en niet alleen dat verrukkelijke lichaam van je.'
Ik kijk hem verbouwereerd aan en ik ben met stomheid geslagen. 'Waar heb je het over,' fluister ik en nu is het de beurt van Klaas-Jan om verbaast te kijken. Hij hersteld zich en glimlacht. 'Ik bel je vanavond, dag!' Hij draait zich om en laat mij in verwarring achter. Ik kom pas weer in beweging als de receptioniste mij iets te lang aankijkt en ik mijn telefoon hoor piepen.
“Oh, oh! Wat nou, Floor? Je maakt er wel een potje van... Geheugenverlies? Ik help je wel herinneren. Het wordt tijd dat ik ga ingrijpen”
B23
Wat? Echt heel raar ja. Zitten ze allemaal in een complot?
Anoniem
Oooo compleet in de war en weer zo nieuwsgierig. Kan niet wachten op de volgende!
Floor Schrijft
Ook al in de war? ;-)
Floor Schrijft
Nog even geduld!