Een voortdurend trauma
De hele dag zit in het WKZ. Dit keer niet voor iets ernstigs maar ‘gewoon’ voor allergietesten voor mijn andere dochter. Bij binnenkomst wordt ons gevraagd onze handen met blauwe gel te desinfecteren. Een hele normale vraag in het ziekenhuis en een hele normale handeling maar voor mij… voor mij geeft het flashbacks. Ik reuk de geur van het ontsmettingsmiddel en ik ben meteen terug in de tijd. Vijf jaar geleden toen ik voor het eerst een NICU op liep en mijn handen moest desinfecteren. Nog niet wetende wat er zou komen. Mijn maag draait zich om en ik voel de angst en paniek weer die ik toen voelde. Meteen ben ik van slag. Ik schrik van mijn lichamelijke reactie. Ik schrik ervan dat ik wil wegrennen en mij zo ver mogelijk wil verstoppen. De pijn en de angst zit geworteld in mijn lichaam en ondanks dat ik rationeel heel goed weet dat ik hier vandaag mijn prachtige grote dochter gewoon mee naar huis neem, lijkt mijn lijf terug in overlevingsstand te schieten. Mijn eetlust is direct weg en mijn hoofd voelt wattig. Naast ons wordt een ziek kindje binnengebracht. Ik zie de paniek in de ogen van de ouders. Wat is dit herkenbaar, wat zou ik graag een toverstafje willen hebben en ieder ziek kind beter willen maken, maar ik ben verlamd. Verlamd door angst, verlamd door het overweldigende verlies. Dit is wat het verlies van je kind met je doet. Nog weken na de dag in het ziekenhuis ben ik volledig van slag. Ik huil bijna iedere dag omdat ik Juliëtte* zo ontzettend mis en heb continue last van flashbacks. Wat verlang ik ernaar om haar terug te hebben, om haar nog even vast te mogen houden, om te zien hoe ze zou zijn als ze vijf was…. Maar dat is niet onze realiteit. De realiteit is dat ze dood is… en dat ik dat ergens zal moeten accepteren maar ik kan het niet.