Een moeders wens
Veiligheid, liefde en de wens dat ze zichzelf mag zijn
Onze dochter Noï werd 11 weken te vroeg geboren, midden in de eerste coronagolf. Door de strenge maatregelen mochten we niet eens samen bij haar zijn op de NICU. Ze kreeg twee klaplongen en lag aan de trilbeademing, waardoor we haar de eerste week van haar leven niet mochten vasthouden. De talloze pijnlijke behandeling die volgden en de maanden die ze alleen in een couveuse doorbracht, hebben diepe sporen nagelaten. Tot op de dag van vandaag kampt ze met de gevolgen van die moeilijke start.
Onlangs, tijdens de informatiemiddag van groep 1/2, kregen we als ouders de vraag wat onze wens was voor het schooljaar voor je kind. De meeste ouders wensten een leuk en gezellig jaar voor hun kind. Natuurlijk is dat prachtig en begrijp ik die wens volledig. Maar toch raakt het me. Mijn wens voor Noï is anders. Ik wil vooral dat ze zich veilig voelt in de klas. Dat ze zich prettig genoeg voelt om zichzelf te durven zijn.
Basisveiligheid
Iets wat zo vanzelfsprekend lijkt, maar voor kinderen zoals bijvoorbeeld Noï is het dat niet altijd. Dit besef is confronterend, maar ergens ook mooi. Want ondanks haar moeilijke start zie ik haar kracht: ze is vastberaden om haar weg te vinden in een wereld die haar nog niet altijd vanzelfsprekend omarmt.
Het belang van basisveiligheid lijkt zo logisch, maar voor Noï is het een essentiële voorwaarde om te kunnen groeien. En dat is mijn grootste wens voor haar: dat ze ruimte voelt om op haar eigen manier te stralen, in haar eigen tempo.