De Tie- nee Vijft- nee wacht Eenentwi- eh wacht effe Zevenentw- ah fuck it De ONUITPUTTELIJKE Lijst Van Dingen Die Ze Je Er Niet Bij Vertellen Als Je Kinderen Krijgt
Kinderen krijgen is voor velen een grote wens die uit mag komen en voor anderen een onverwacht cadeautje.
Dat er veel verandert als er kinderen komen is niet bepaald ‘rocket science’. We kunnen ons immers allemaal wel een voorstelling maken bij dingen als volle luiers, slapeloze nachten en van die *koetsjiekoetsjie*ieniemienie vingertjes en teentjes.
Maar… er zijn ook Dingen Die Ze Je Er Niet Bij Vertellen.
En laat dat nu precies zijn wat ik van plan ben. Hier zijn er alvast 37.
Komen ze.
1. Dat je
‘Mamaaaah hij pest me’ ‘Niet!’ ‘Wél!’ ‘Niét!’ ‘Jij bent stom! ‘Jij bent zelf stom!’ ‘Ik moet plassen’ ‘Mag ik drinken?’ ‘Oh ik heb mijn drinken gemorst en nu is alles nat’ ‘ik heb mijn knuffel laten vallen’ ‘Mogen we naar de mac?’ ‘MAMAAAAHHHH’
‘dag!’ kan zeggen tegen roadtrippen zoals je dat kende; met jouw eigen muziek in plaats van K3 of Nijntje de musical en rustig uit het raam kijken en een beetje peinzen in de stilte. En maken die van jou ook nog eens onafgebroken ruzie? Dan mag je jezelf na elk ritje dat je ze niet in een berm langs de snelweg hebt achtergelaten een schouderklopje geven. Chapeau.
2. Dat, hoe kleiner het kind is, hoe groter de berg meuk en aanverwante zaken is die je mee moet zeulen. Denk hierbij aan overvolle luiertassen met daarin extra setjes kleding want je weet maar nooit, extra voedingen want je weet maar nooit, extra luiers want je weet maar nooit, extra knuffels want je weet maar nooit, die loodzware maxi cosi, het wipstoeltje (dat je niet gaat gebruiken), het campingbedje (dat je niet gaat gebruiken), een driewieler, een loopfiets en in geval van zindelijkheidstraining ook het potje. Oh en de kinderen zelf, natuurlijk.
3. Dat de smaak van eten en drinken sterk afhankelijk is van de kleur van het bord of de beker waar het op of in geserveerd wordt. Wist je niet hè? Is wél zo. Kennelijk.
4. Dat als je baby slaapt, jij er ook goed aan doet om te slapen. Dat zijn de gouden momentjes. Pak ze. Die wasmand kan wachten. En de stofzuiger ook.
5. Dat het minimaal de eerste drie verjaardagen eigenlijk geen zak uitmaakt wat je koopt, omdat ze toch vooral met het inpakpapier spelen.
6. Dat een gesprek voeren terwijl er kinderen in de buurt zijn verandert in hordelopen op Olympisch niveau.
7. Met welke borst je ook alweer was geëindigd bij de laatste voeding. Luiers kopen. Lampionstokje voor Sint Maarten. Gymspullen. Een foto voor in dat vriendenboekje dat daar al 3 maanden ligt.
Met andere woorden: dat je steeds meer dingen moet onthouden terwijl je geheugencapaciteit recht evenredig afneemt. En dat is nou echt superslecht geregeld van Moeder Natuur.
8. Dat je je, als je weer eens een uitje hebt, omkleedt op het, en dit is belangrijk: aller aller aller ALLERLAATSTE moment. Want: snot en tranen en uitgesmeerde banaan.
Ga je op stap? Dan hang je je jurkje aan de voordeurklink of je kleedt je om in de auto of: beter nog, bij die kinderloze vriendin met wie je op stap gaat.
9. Dat kinderen eerlijk zijn. Altijd. Ook en voorál als jou dat niet zo goed uitkomt (‘is dat nou een meneer of een mevrouw?’ ‘Ieuw zag je dat, die meneer had HEUL VIEZE TANDEN’, ‘hè mama, maar jij vindt die mevrouw toch helemaal niet lief?!’). Ze kennen ook geen gêne trouwens. Een uitdagende combinatie van factoren.
10. Dat kinderen manipulatieve mofo’s zijn. Van lachstuipjes midden in de nacht waardoor jij in een paar seconden van ‘godver’ naar een vertederd ‘aaaawww’ gaat tot dat knipperen met die veel te lange wimpers van ze tot en met krokodillentranen: ze zetten alles op alles. Op alles.
11. Dat je de schaamte voorbijgaat. En serieus ver ook. Het begint al bij je kraamweek waarin alles en iedereen naar je onderkantje en je tepels komt kijken en het feit dat poepen zonder publiek iets wordt van vroeger.
12. Dat je dingen gaat zeggen als: ‘Een film kijken?! Maar het is al na negenen!’
13. Dat je leven zoals je het kende totaal voorbij is. Dat ALLES anders wordt. Dat dat echt heel gaaf is. Maar misschien nog niet meteen. Dus dat je dat zo nu en dan best wel even køt kan vinden. En zelfs ook serieus om mag rouwen. En dat het helpt om daarover te praten. Omdat er echt geen enkele reden is om je daar schuldig over te voelen. Dus doe dat vooral, dat praten.
14. Dat het heel normaal is dat jij, onder invloed van hormonen en structureel slaapgebrek, je wasmiddel in de koelkast zet of driftig naar je telefoon loopt te zoeken – die je in je hand hebt.
15. Dat je een soort MacGyver wordt. Of eigenlijk: blijkt te zijn.
Want jij kan alles oplossen, verhelpen, fixen, rijgen, kleien, ontknopen, ontwarren en weer aan elkaar maken. En dat kan je ook nog eens altijd nét voordat je de deur uit moet, of vanaf de wc.
16. Dat je intens gelukkig kan worden van kleine dingen die je vroeger heel normaal vond. Zoals langer dan 2 minuten douchen.
17. Dat de prijs van een kinderwagen zomaar hetzelfde kan zijn als die van een leuke tweedehandsauto. Dat het vervolgens zomaar kan zijn dat je ‘m vervolgens niet in- en uitgeklapt krijgt, al ben je nog zo streetwise of hoogopgeleid. En dan moet je ‘m nog zelf duwen ook.
18. Dat je jezelf zomaar terug kan vinden, achter je computer, terwijl je fanatiek op verversen verversen verversen zit te drukken.
Nee, niet voor concertkaartjes, dat was vroeger. Maar voor de inschrijvingen voor de minst køtte tijd van de basisschool-oudergesprekken, die altijd op køttijden plaatsvinden.
19. Dat je, zolang je kinderen klein zijn, nooit naar de sportschool hoeft. Aangezien je elke dag EEN MILJOEN calorieën verbrandt.
20. Dat je lijf verandert. Het rekt uit, geeft mee, maakt plaats en ruimte. Je vel krijgt tijgerstrepen. Jij wordt het omhulsel van dat stralend middelpunt in je buik. Er zijn vrouwen die na de bevalling slinken waar je bij staat en die in no time weer op hun eigen geboortegewicht zitten, maar dat is vaker níet dan wél het geval.
En ook al zie je het zelf misschien niet altijd, je bent prachtig.
21. Dat al je oude zekerheden worden vervangen door nieuwe. Zoals dat kinderen altijd willen uitslapen op schooldagen maar tijdens de vakantie voor dag en dauw wakker zijn. Of dat ze altijd direct ‘aan’ gaan wanneer jij nét even moet bellen.
22. Dat je een absoluut gehoor krijgt. En Alwetend wordt. Dat je aan de koppies van je kinderen kan zien welke snode plannen ze aan het smeden zijn. Dat jouw kinderen vervolgens denken dat jij gedachten kunt lezen. Een illusie die je, geloof mij, zo lang mogelijk in stand wil houden.
23. Dat dingen als een stukje rennen, hard lachen, plotseling hoesten, op de trampoline springen met je kinderen, veranderen in een soort Russisch roulette met je sluitspieren. Hou je het droog of niet? Het is elke keer weer spannend.
24. Dat je lichaam echt serieus enorm veel aankan, zelfs zonder slaap.
25. Dat dingen die je vroeger voor lief nam, zoals plassen of boodschappen doen, óf dingen die je vroeger als vervelend beschouwde, zoals werken op kantoor en in de file staan, me-time worden waar je oprecht van kan genieten.
26. Dat, vooral in de eerste jaren, ‘vrij’ niet meer bestaat en dat ‘vakantie’ een totaal andere betekenis krijgt.
27. Dat andere volwassenen bijzonder kinderachtig kunnen zijn. Vooral van die volwassenen die de hele tijd ongevraagd commentaar leveren, die het de hele tijd beter weten, of die de hele tijd bezig zijn met vergelijken. Snel aan voorbij lopen, jij weet het zélf het beste.
28. Dat uitgaan heerlijk goedkoop wordt, omdat je na een paar uur al moe bent en na twee wijn al dronken.
29. Dat ‘nooit’ op een of andere magische wijze in ‘wél’ verandert: nooit een huispak, nooit een bakfiets, nooit een nieuwbouwwijk, nooit mijn kinderen voor een iPad, nooit zwichten voor een driftbui, nooit tosti’s als avondeten, etc.
30. Dat je overal, en dan bedoel ik dus werkelijk overal, om moet huilen.
31. Dat je vriendinnen méga belangrijk zijn.
32. Dat jij misschien denkt ‘ah heerlijk, ze gaan naar de basisschool’, maar dat je er vervolgens al snel achter komt dat je ze dus niet zomaar af kan leveren. Dat jij ook serieus aan de bak moet met traktaties, dat je nú ineens ergens een schoenendoos of 24 lege wc-papier rolletjes vandaan moet toveren, of een paasdoos, kerstdiner, de linker gymschoen of oudergesprekken.
En dat je ze ook elke dag weer op moet halen.
33. Dat je als de sodemieter moet leren om kindertekeningen te interpreteren. Want als jij lukraak een potje gaat zitten raden en er vervolgens naast zit, bereid je dan maar voor op een trillend onderlipje, van die veel te grote, volgelopen ogen en een guilt-trip van het allerhoogste niveau.
34. Dat moeder worden betekent dat jij een heel nieuwe wereld gaat betreden. Een wereld zonder ook maar enige vorm van structuur, waarin het soms voelt alsof je de gebruiken niet kent, de regels niet weet en de taal niet spreekt en waarin niets is wat het lijkt. Maar geloof me: dat komt allemaal goed.
35. Dat kinderen ALLES kopiëren. Zoals jouw gebaren. Jouw taalgebruik. Ook en voorál wanneer dat jou even niet zo goed uitkomt. Op het consultatiebureau, ofzo.
36. Dat Smalland in IKEA dus GEEN kinderopvang is. Kinderen kiezen zelf wanneer ze eruit willen. Net als bij de bevalling.
37. Dat ‘uitjes’ een heel andere invulling krijgen. Kijk maar:
Uitjes vroeger:
Festival
Schuimparty in Salou
Ongepland nachten doorhalen Kroeg
Ongegeneerd shoppenAd hoc… whateverBoek uitlezenUitslapen
Uitjes nu:
wc
Albert Heijn
Ongepland nachten doorhalen (maar dan anders) (heel anders)
Monkeytown