Snap
  • Mama
  • boek
  • moederliefde
  • mijnverhaal
  • demooistester

De liefde van een moeder voor haar dochter

En het pas écht begrijpen van die liefde, als je het niet meer met je eigen moeder kunt bespreken

Het is weer even geleden dat ik mijn introductie op Mamaplaats schreef. Vol goede moed begon ik mijn blog, om het schrijven vervolgens weer te laten. Of... Toch niet? Ik begon mijn blog om dingen van me af te kunnen schrijven. Om emoties te kunnen uiten, maar emoties ook beter te kunnen begrijpen. En hoewel ik niet vaak op Mamaplaats in de pen ben geklommen, ben ik wel degelijk bezig geweest met schrijven. Maar dan... Voor een eigen boekje! 

De mooiste ster

Zoals jullie in mijn introductie hebben kunnen lezen, vertelde artsen mij in december 2018 dat ik wel eens niet op de natuurlijke manier zwanger zou kunnen raken. Na heel wat tranen had ik het geaccepteerd en hadden we het even laten rusten - mijn vriend en ik zouden wel verder gaan kijken als we écht toe waren aan kinderen. Maar plotseling stond ik in februari met een positieve zwangerschapstest in mijn handen. Wat?! Die zomer vol cocktails die we hadden gepland bleek ineens een heel andere zomer te worden. Maar man, wat waren we na de eerste shock gelukkig. En wat hebben we uiteindelijk in september een prachtige dochter mogen verwelkomen! 

Een stukkie terug

Toen ik zwanger raakte (december 2018), kreeg mijn moeder het nieuws dat ze kanker had. Lymfklierkanker. Maar als je dan kanker had, dan bij voorkeur deze kanker (Hodgkin). De kans op genezing was enorm. In januari zou ze starten met chemotherapie. 12 behandelingen. In de zomer zou ze klaar zijn. De chemo's liepen goed, maar vielen mijn moeder emotioneel zwaar. En logisch ook. Het nieuws dat haar jongste dochter zwanger was, was een lichtpuntje aan de horizon. Iets waar ze vreselijk naar uitkeek. Eén dag in de week had ze al gereserveerd om op te passen. 

In april hadden we een controle afspraak bij de oncoloog. Met gierende zenuwen (en ik inmiddels met een klein baby buikje) stapten we met heel het gezin de spreekkamer in. Zouden de chemo's aanslaan? En ja hoor, dat deden ze. De uitslag was onwijs goed. Klieren die eerst heel groot waren, waren nu veel kleiner of zelfs onzichtbaar. Wat een goed nieuws! Nog een paar chemo's te gaan en dan zouden we er vanaf zijn. Dan zou mijn moeder de zomer kunnen vieren als gezonde vrouw. Met iets minder haar, maar wel vol trots. Mijn moeder en ik zouden allebei een grote hoed dragen: zij om haar kwetsbare, met donshaar bedekte hoofdhuid te beschermen, ik om een zwangerschapsmasker te voorkomen. Heel toevallig hadden we allebei precies dezelfde hoed gekocht. 

Ineens ging het mis

Maar ineens ging het mis. Mijn moeder werd moe. Kortademig. Kon geen twee meter meer lopen zonder te moeten zitten om uit te rusten. Ziekenhuis. Controle. Opname. Oncologie afdeling. Longafdeling. Uiteindelijk de Intensive Care. Overal waar mijn moeder kwam, zat ze binnen no time op het maximale dat ze haar aan extra zuurstof konden toedienen. 

Terwijl Jaap en ik genoten van een mini babymoon in Sluis (Zeeland), appten we regelmatig met mijn moeder. Het was zwaar en ze voelde zich afhankelijk. Vreselijk om niet zelf naar het toilet te kunnen - dat was te vermoeiend. Toen we thuiskwamen van ons tripje gingen we meteen naar het ziekenhuis. Ik met een nieuwe - nog grotere - hoed op mijn hoofd. Mijn moeder zou hem van de zomer wel mogen lenen. 

Op een dinsdagavond werden we ineens gebeld door mijn vader. Huilend hing hij aan de telefoon. Het was echt goed mis. We moesten naar het ziekenhuis komen. Snel pakten we onze spullen en raceten we zo hard als we konden naar het ziekenhuis. Daar bleek dat het echt heel erg mis was. Omdat mijn moeder op het maximale aan extra zuurstof zat, moesten ze haar intuberen. Zo zouden ze haar longen extra kunnen helpen met ademen en zou mijn moeder minder mee moeten ademen, waardoor de longen meer rust zouden krijgen. 

Tijdens het intuberen kwamen ze erachter dat de longen van mijn moeder voor nog maar 5% werkten. Ze hielden haar in diepe slaap en belden ons meteen op. Of ze de nacht zou halen, wisten ze niet. Lang bleven we in het ziekenhuis aan haar bed zitten. Bang voor het ergste. Ze leek te stabiliseren. We gingen naar huis met al onze telefoons op het hoogste volume. Als ze zouden bellen, zouden we het hoe dan ook horen. Met zijn allen sliepen we bij mijn vader. Samen sta je sterker. 

Binnen een week was het klaar

Mijn moeder leek hier en daar iets te stabiliseren, maar vrijdagavond zagen we een verhoging op de monitoren. Beginnende koorts? De artsen hielden het nauwlettend in de gaten. Zaterdag leek de koorts niet erger te worden en hier en daar gaven de artsen zelfs het positieve bericht dat, als mama zo stabiel zou blijven, ze dinsdag zouden kijken of ze haar in een iets minder diepe slaap zouden kunnen brengen. 

Zondagochtend werden we weer gebeld. We moesten naar het ziekenhuis komen. We hoefden ons niet te haasten, maar we moesten wel komen. Zou het dan... Goed zijn? Of juist heel slecht? Zou ze wonder boven wonder ineens heel erg hersteld zijn? Krampachtig hield ik me vast aan het idee dat mijn moeder de sterkste persoon was die ik kende. Ze liet zich niet zomaar kennen. Het zou kunnen. Toch? 

Helaas.

Eenmaal in het ziekenhuis bleek dat de koorts nog erger was geworden. Dat haar hele lichaam niet meer wilde. We mochten iedereen die we wilden uitnodigen om afscheid te nemen, maar zondag 2 juni zou haar sterfdag worden. 

Fast forward naar september

In september werden Jaap en ik trotse ouders van Noortje. Een gebeurtenis waar je je ouders het liefst allebei bij wil hebben. Ik kon me zo goed indenken hoe trots mijn moeder zou zijn geweest. Hoe ze zou pronken met haar kleindochter. Hoe ze bijna 24/7 als kraamhulp zou hebben geholpen. Hoe we haar hadden moeten wegsturen, omdat we ook wel eens wat tijd zouden willen met alleen ons gezinnetje. Even met alleen ons gezin genieten van die bijzondere periode. Oh, had ik haar maar weg kúnnen sturen. Had ik haar maar kunnen bellen als ik met mijn handen in het haar zat. Had ik maar, had ik maar, had ik maar. 

Rond Kerst kwam ik erachter dat ik veel begon te vergeten. Hoe de laatste weken met en van mijn moeder waren, maar ook bijvoorbeeld hoe de schopjes in mijn buik voelde. Hoe bijzonder het was. Hoe graag ik tegen het eind van mijn zwangerschap onze dochter wilde ontmoeten en vasthouden, maar hoe ik haar ook heel graag veilig in mijn buik wilde houden. Ik vergat wat er was gebeurd in misschien wel één van de belangrijkste jaren van mijn leven. En daarom begon ik het op te schrijven. 

Ik schrijf een boek

Avonden zat ik achter mijn laptop. Mijn vingers raasden over het toetsenbord, de tranen rolden over mijn wangen. Ik schreef op hoe het voelde, hoe het allemaal ging. De kleinste details kwamen naar voren. Hoe ik voor een laatste keer de hand van mijn moeder op mijn buik legde. Hoe we het hartje hadden opgenomen, hoe Jaap bij het opnemen van de hartslag nog grapte dat de hartslag van Noortje (of Inieminie, zoals mijn moeder haar noemde toen ze nog in de buik zat) even snel was als die van mijn moeder... Hoe we bloemen uitkozen, de kist afsloten, hoe ik nauwelijks door de ruimte durfde te kijken tijdens de crematieplechtigheid. Hoe trots ik was op mijn vader, die ineens alles zelf moest doen. Hoe trots ik was op Jaap, die zijn emoties zo goed kon tonen en mij zo goed steunde. Hoe trots ik was op Lars, de zoon van Jaap, dat hij alles zo vreselijk goed begreep en dat hij zo vreselijk lief voor me was. 

Door mijn woorden op te schrijven, wilde ik iets creëren waarmee Noortje later haar oma kan leren kennen. Waardoor ze leert wat voor mens haar oma was. Hoe bijzonder de was, hoe gastvrij, hoe geliefd. En hoe erg ze ernaar uitkeek om oma te worden. Uiteindelijk leverde het schrijven van mijn boek mij ook een onwijs waardevol inzicht op: hoe sterk de liefde van een moeder voor haar dochter is. En hoe vreselijk verschrikkelijk het is als je daar pas achter komt, als je het niet meer met je moeder kunt delen. 

Binnenkort geef ik het uit

Het verhaal van hoe ik niet zwanger kon worden, maar dat toch ineens was. Hoe mama zou genezen, maar er toch ineens niet meer was. Ik vind het nog steeds doodeng om hardop te zeggen dat ik een boek schrijf, maar ik ben ook behoorlijk trots op mezelf. We zijn nu druk bezig met de vormgeving en het uitzoeken van het hoe en wat, maar dit jaar komt het. Mijn boekje, 'De mooiste ster.' Mijn bundeltje vol liefde. Voor Noortje, voor mijn moeder en voor iedereen die het wil lezen. Binnenkort deel ik de pre-order link op mijn Instagram. Met knikkende knietjes, zenuwen gierend door mijn lijf en waarschijnlijk een dikke traan op mijn wang. Maar het komt. 

Aaaaah!