Snap
  • Mama

De langste nacht ooit...

Vervolg op; En dan ineens kun je niet meer plassen. Vanavond ben ik met spoed opgenomen in het ziekenhuis, ik ben bang, heel bang.

11 november 2014. We zijn net 35 weken zwanger als ik ineens niet meer kan plassen en acuut ziek word. Ik word direct opgenomen en in het ziekenhuis blijkt dat ik ontsluiting heb. Een achtbaan aan onderzoeken volgt.

Het is 23.00 als mijn man noodgedwongen naar huis moet. Er is onvoldoende plek op de afdeling gynaecologie waardoor hij niet kan blijven slapen. Ik lig op een klein kamertje en heb me in het kille bed genesteld. De tranen lopen nog steeds over m'n wangen en de onzekerheid en angst worden met de minuut groter. Wat is er met me aan de hand? Waarom kan ik niet meer plassen? Hoe gaat het met mijn kleintje? De vragen denderen door mijn hoofd, het is een chaos.

De verpleegkundige komt even bij me kijken en sommeert me te slapen. Rust zal me goed doen zegt ze. Ik snap haar bedoeling, maar weet ook dat ik in dit geval weinig slaap zal vatten. Nou goed, laat ik het proberen. Na een kwartier gedraai geef ik het op. Er zit gewoon teveel onrust in mijn lijf en zo'n prikkende katheter maakt het nu niet veel comfortabeler. Net wanneer mijn gedachten weer een loopje met me willen nemen, stapt de gynaecologe binnen, gevolgd door twee assistenten. Ze melden mij dat ik aan de monitor gelegd zal worden zodat zowel ik als de kleine goed in de gaten kunnen worden gehouden. Ook krijg ik antibiotica voor mijzelf en voor de kleine. Tevens een medicijn dat de longen van de kleine verder moet laten rijpen in een sneller tempo en een medicijn waardoor onze uk, bij een eventuele vroeggeboorte, meer weerstand zal hebben tijdens en na de geboorte. Ik probeer alles op te slaan en tegelijkertijd de vragen die bij me opkomen niet te vergeten. De gynaecologe vervolgt haar verhaal en draagt de verpleegkundige op om nog een zak vocht aan het infuus te hangen. Op de vraag of ik al geplast heb, moet ik helaas nee antwoorden. Ze geeft aan dat ze dit nu, na extra vocht, toch gehoopt had. 'Ja, ik ook.', zeg ik zacht. Ze bekijkt de katheter; leeg. Voor ik er erg in heb, heb ik het al gevraagd 'Waar blijft mijn vocht?' De gynaecologe beantwoordt mijn vraag niet, maar vraagt de assistent het echo-apparaat te halen. Zijzelf neemt plaats op de rand van mijn bed. Ik merk dat ik haar een sympathieke en vriendelijke vrouw vind en me op mijn gemak voel. Gelukkig. Ze vraagt mij de afgelopen twee tot drie weken te beschrijven. Of ik last heb gehad van harde buiken, gedacht heb aan weeën. Het kost me even moeite om de huidige situatie los te laten en terug te denken aan de laatste weken. Ik vertel haar dat ik de laatste paar weken weleens een harde buik heb gehad, maar dat ik dacht dat dit er bij hoort in het laatste trimester. Ze lacht en beaamt dit. Toch vraagt ze of ik de laatste tijd het idee heb gehad dat mijn buik 'vreemd' veranderde. Ik denk diep na en ineens, ja! Ik hoor het mijn vriendinnen op mijn babyshower eind oktober nog zeggen ' Jeetje Es, wat is je buik veranderd. '  Ik herinner mij dat ik dit toen moest  beamen en aangaf dat het ook zo anders, pijnlijker aanvoelde. Diezelfde week had ik mijn man al van de voetbaltraining gebeld met de mededeling dat ik zo'n buikpijn had en me beroerd voelde. De week erna had mijn moeder aan mijn buik gevoeld en opgemerkt dat deze wel heel hard was en diezelfde middag kroop ik bij mijn ouders thuis het bed in. 

Op het verzoek van de gynaecologe beschrijf ik hoe mijn buik aanvoelde en wat ik vanaf het moment dat ik niet meer kan plassen heb gevoeld. Niet veel later stapt de assistent binnen met het echo-apparaat. Mijn buik wordt ontbloot en de gynaecologe gaat op zoek naar mijn blaas. Het is even zoeken omdat de kleine hem lijkt te willen verstoppen, maar daar is hij dan. Ik verwacht dat hij helemaal vol vocht zit. Niets is minder waar. De blaas is leeg. Al het vocht van vandaag en de afgelopen uren is niet opgenomen in de blaas. Waar dan wel?! Gilt het door mijn hoofd. Samen met de assistent sluit de gynaecologe de banden van de monitor aan op mijn buik. De plakkers bevestigt de verpleegkundige. Niet veel later vult het geluid van een kloppend hart de kamer. Er wordt hier en daar wat ingesteld en het geluid minder hard gezet. Het scherm geeft meerdere, bewegende grafieken weer. Zoals ik begrijp kan ik hierop het zuurstofgehalte en de hartslag van de kleine zien, alsook mijn hartslag en bloeddruk. Een andere monitor geeft eventuele weeën aan. Ik  moet lachen, weeën. Die had ik dan toch zeker wel gevoeld? 

Door alle draadjes, banden, het infuus en de plakkers is er van even lekker gaan liggen geen sprake. Het zal op de rug liggen worden vannacht. De nacht is inmiddels alweer even geleden ingegaan, zie ik wanneer de gynaecologe mij een hand geeft en uit de kamer vertrekt. De assistenten volgen en dan ben ik weer alleen. Ik ben totaal versleten. De medicijnen tegen de pijn en misselijkheid werken en ik merk voor het eerst vanavond dat er wat rust in mijn lijf komt. Mijn ogen zijn zwaar en ze vallen dicht.

Abrupt schrik ik wakker. Wat is dat geluid, wat is er aan de hand? Waar ben ik? Ik moet in slaap gevallen zijn, maar wat een herrie naast me. Het duurt even voordat ik besef dat de herrie uit de monitor naast me komt. Ik kan er geen wijs uit. Het blauwe lijntje van daarnet is nu rood. Rood is niet goed, dat weet ik dan weer wel. Het lijntje knippert en een fel signaal maakt dat de verpleegkundige binnen een paar tellen in m'n kamer staat. 'Wat is er? Wat is er aan de hand?' roep ik. Mijn stem trilt en ik ben alles behalve rustig op het moment. Dat laat het lijntje bovenin ook goed zien, m'n hartslag is hoog. De verpleegkundige zegt tot mijn grote ergernis niet veel, maar beveelt mij te gaan liggen. Alle banden om mijn buik worden gevoeld en ze houdt de monitor in de gaten. 'Wat is er?' vraag ik nogmaals. Het knipperende lijntje op de monitor knippert nu ik lig iets minder heftig  en ook de verpleegkundige lijkt weer wat te ontspannen. Niet veel later is het lijntje weer zoals het was voor ik in slaap viel. Nu mijn eigen lijntje nog. De verpleegkundige vertelt mij dat het zuurstofgehalte van de kleine even hard terug liep. Meer zegt ze niet. Ze voert iets in en zegt me welterusten. Hop, licht uit, deur dicht. Lig ik dan. De klok zegt mij dat ik een goed uur geslapen heb. Mijn blaas zegt me dat ik moet plassen. Die gekke blaas. Wel zeggen dat ik moet plassen, maar niets geven. Daar trap ik niet meer in. Mijn ogen vallen dicht. Ik heb het warm.

Weer hels gepiep. Een ander gepiep, of twee piepjes? Ik weet het niet. Ik kijk op de monitor en spot het lijntje van het zuurstofgehalte van onze uk, weer rood. Er knippert iets naast. Daaronder het lijntje van de hartslag van onze uk, ook die knippert. Weer een verpleegkundige. Ik moet gaan liggen, proberen te ontspannen. Ja hallo! Ze drukt in mijn buik en de hartslag van ons kleintje komt wat bij. Niet veel later herstelt ook het lijntje van de zuurstof zich. Jemig, wat een nacht. De verpleegkundige vraagt mij of ik pijn heb. Nee, geen pijn. Angst, dat wel. En emoties. Heel veel emoties. Ik wil gillen, huilen, schreeuwen, slaan, schoppen misschien wel. Ik wil naar huis, naar mijn man. Weg hier. Toch ook weer niet. Ik wil antwoorden, uitleg, dat wil ik. Maar ik zeg niets, geheel lamgeslagen door wat er allemaal tot nu toe is gebeurd. De verpleegkundige zegt dat ze even gaat overleggen en zo weer terugkomt. Ik wacht, mijn ogen laten de monitor niet los. Ik leg m'n handen op m'n buik, praat zachtjes tegen onze uk. Tranen spetteren op mijn pyjama.

Een andere gynaecologe komt binnen en bekijkt de monitor. Ze drukt op een knop en een lange lijst met een grafiek rolt naar buiten. Ze bekijkt hem, bril op het puntje van haar neus. ' Heb je pijn?'  Niet meer zo erg sinds de medicatie. 'Heb je het gevoel dat je buik hard is?' Niet anders dan anders. 'Heb je een drukkend gevoel?' Nee, ook niet. 'Heb je het koud?' Af en toe, dan weer erg warm. 'Hoe voel je je?'  Knap beroerd, en moe. 'Je hebt weeën.' Nee hoor, dat niet. Het duurt even tot het tot me doordringt.   'Sorry, wat zegt u? weeën?!'  Ze knikt. ' En flinke ook'. Ik stamel wat. Mijn buik heeft immers al vaker zo gevoeld. Dat zeg ik haar ook. 'Dan loop je al langere tijd met weeën rond.'  

Een half uur later zit de gynaecologe klaar om mij te toucheren. Het is midden in de nacht, veel mensen slapen en ik lig hier met mijn benen wijd met daartussen een gynaecologe. Ik kan er zowaar om lachen. Nog steeds vier centimeter ontsluiting. De zak vocht is leeg, de tweede inmiddels sinds de opname. Ze belt en even later komt het echo-apparaat weer binnen rijden. Gaan we weer. Wel of geen vocht in de blaas. Onder de deken houd ik mijn vingers gekruist. Laat er vocht in die blaas zitten.

Niets, noppes, nada. Het is inmiddels half vijf in de ochtend. Drie vochtzakken verder en mijn blaas speelt nog steeds voor joker. Ik kan er alleen niet meer om lachen. De medicijnen zijn uitgewerkt en de stekende pijn komt terug. Ook de misselijkheid neemt weer toe. Alle spanningen doen het alles niet veel goeds en ik moet overgeven. De gynaecologe pakt een bakje en ik dank haar hartelijk. 'Kijk zegt ze, je hebt een wee. Voel je dat?' 'Nee, huil ik, ik voel het niet.' Ik voel het echt niet. Ik wil het voelen! Waarom laat mijn lichaam mij, wat zeg ik, ons, zo in de steek?! 

Zes uur, mijn kamer is weer leeg. Ik lig op mijn rug en bekijk het plafond in de hoop dat het de aandacht afleidt van de stekende pijn in mijn buik. Mijn blaas lijkt te gaan ontploffen, maar daar zit wonderlijk niets in. Mijn urine zweeft letterlijk ergens in mijn lijf. Waar? Geen idee. Ik hoor de geluiden van het ziekenhuis langzaam wakker worden. Meer voetstappen op de gang en dan... weer dat helse, beangstigende geluid uit die monitor. Dit keer hoef ik het de verpleegkundige niet te vragen en zie al snel dat de hartslag en het zuurstofgehalte van de kleine dalen. Weer dat paniekgevoel;  raak ik je kwijt? Ik krijg iets via het infuus en gelukkig, de kleine stabiliseert weer. Ik word getemperatuurd: 38,7. Niet heel fijn dat dit er nu bij komt. Al had ik gemerkt dat ik me langzaamaan weer beroerder ga voelen. 

Om half 8 wordt ik nogmaals getoucheerd, nog steeds 4 centimeter ontsluiting. De kleine laat geregeld van zich horen door de monitor af te laten gaan en iedereen in rep en roer te brengen. Elke keer duurt het stabiliseren net wat langer. Het maakt me bang en mijn lichaam doet niet wat ik wil. Ik ben op, huil. De verpleegkundige pakt mijn hand 'Ach meisje toch.' zegt ze. En dan kan ik het niet langer tegenhouden, ik huil en huil en huil. Als een klein kind. Ze troost me. 'Komt het goed?' Vraag ik tussen het snikken door. 'We doen ons uiterste best'. Dit is absoluut niet het antwoord wat ik wil horen en ik huil nog harder.  Mijn temperatuur blijkt inmiddels 39.0 te zijn en de verpleegkundige hoor ik op de gang overleg plegen. Wat ze zegt versta ik niet. 

Half negen. Ik wil onder de douche, warmte. De pijn en deze nacht wegspoelen door het putje. Vergeten. Het mag, maar aan de meeste toeters en bellen moet ik vast blijven zitten. Dit maakt dat echt douchen niet lukt. Opfrissen dan maar. Ik probeer nog een keer zelf te plassen. Het lukt weer niet. Woede overvalt me en ik schop zonder pardon het krukje door de badkamer. Het ketst tegen de muur en geeft een harde klap. In de spiegel zie ik mezelf; warrige haren, uitgelopen make-up, randen onder m'n rood doorlopen ogen. Wie is dit? Ik herstel wat mogelijk is en loop met behulp van een verpleegkundige terug naar bed.

Om negen uur in de ochtend bel ik mijn man op. Ik doe huilend verhaal van de nacht en vertel dat ik vandaag, zoals ze gister hebben gezegd, wederom een echo krijg en er onderzoek zal worden gedaan naar m'n nieren. 'Ik stap onder de douche en kom eraan', zegt hij. Hoewel ik niets liever wil, zegt mijn mond totaal iets anders. Wat gebeurt er met me?  'Hoeft niet, ik ben zo weg voor de onderzoeken dus doe het maar op je gemak. Ik bel je als ik meer weet.' hoor ik mezelf zeggen. De deur van mijn kamer gaat open. 'Schat ik bel je zo terug, de gynaecologe komt net binnen.' Ik hang op en zie achter de gynaecologe nog een paar witte jassen binnen komen. 'Goedemorgen. Bel je man maar op dat hij direct hier heen moet komen. Jullie worden vandaag papa en mama.'  Ook goedemorgen...

7 jaar geleden

jeetje wat moet jij je eenzaam en angstig hebben gevoeld! Ik vind het niet normaal dat er in zo'n situatie 'geen ruimte' is voor je man... Zulke dingen moet je toch niet ellaan mogen meemaken? En wat als je bevalling wel ineens heel snel was gegaan? Dan was hij er dus niet eens bij geweest... Ik hoop dat alles goed is gekomen!