De laatste dag
De laatste dag voor de uitvaart.
Tussen de dag van de condoleance en de uitvaart in, hebben we bewust een dag zonder bezoek, zonder moeten. Op één bezoeker na; E.J. zijn halfbroer. De avond op de dag van het overlijden van E.J. heb ik hem gebeld. Contact was er nooit, ze kwamen elkaar sporadisch eens tegen en maakten dan een praatje maar meer dan dat was het niet, dat vond E.J. altijd prima zo. Er schijnt in het verleden veel gebeurd te zijn binnen de familie waar ik geen weet van heb en op dit moment kon het mij ook helemaal niks schelen, het was onbelangrijk terwijl mijn man, de vader van mijn kindjes in een kist ligt en we hem nooit meer terug zouden krijgen. Ik wist alleen dat E.J. zijn ouders al jaren helemaal geen contact meer met hem hadden en dat graag zo wilden houden. Zijn halfbroer op zijn beurt wilde dat net zo en wenste dan ook een moment van afscheid van E.J. zonder dat zijn ouders er bij zouden zijn. Omdat ik vond dat hij daar het recht toe had heb ik dit voor hem geregeld en hadden we afgesproken dat hij die zaterdagmiddag langs zou komen. Die dag is mijn jongste broer met zijn gezin ook bij ons aangekomen. Waar mijn broer J. de kalmte in de storm is is mijn broer E. de gehele knokploeg in één als het nodig is. Vooraf spraken we over de naderende komst van E.J. zijn halfbroer. “Wij gaan wel binnen zitten, maar als er iets is of gebeurt wat jij niet wil dan roep je en regel ik het wel.” De felheid in zijn woorden samen met de zachtheid in zijn ogen spreken zijn bezorgdheid uit. Na een poosje wachten gaat mijn telefoon. Het is ‘m, hij geeft aan in de buurt te zijn maar niet te durven en pratend overtuig ik hem toch te komen. Dat ik geen wrok koester tegen hem, dat alles wat binnen de familie gebeurd is nu niet belangrijk is of meetelt, maar dat het belangrijk is dat hij wel afscheid kan nemen van zijn broertje. Ik loop naar de voorkant van het huis om hem te ontvangen en samen lopen we de tuin in. Mijn familie gaat naar binnen nadat M. En N. hem een hand gegeven hebben en horen wie hij is. Ze hebben hem immers nog nooit ontmoet. We gaan zitten en raken in gesprek, hij wil nog eens horen wat er nou gebeurd is en ik probeer hem dit zo rustig mogelijk te vertellen. Al snel rakelt hij van alles uit het verleden op en ik vertel hem dat ik begrijp dat dat hem hoog zit maar dat ik er geen weet van heb en niet wil hebben. “Je bent hier voor E.J.” zeg ik hem en hij word emotioneel. Het praten over E.J. helpt om beide iets minder gespannen te zijn. Na zo’n 1,5 uur vraag ik hem of hij bij E.J. wil kijken en dat wil hij. Ik loop met hem de schuur in, waarschuw hem dat ik de deksel van de kist ga halen en hij knikt. Hij huilt, het verdriet om zijn broertje is immens en op zijn verzoek laat ik hem een poosje alleen met E.J. Als hij de schuur weer uit komt gaan we nog even zitten. “Kom je morgen ook naar de uitvaart?” Hij knikt. “Ja, ik wilde eerst niet vanwege de familie en waar ik dan toe in staat ben maar ik neem iemand mee die me tegen gaat houden als er iets gebeurd.” Ik schrik inwendig van wat hij zegt en alle alarmbellen gaan af. “Hoezo zou je tegengehouden moeten worden?” “Als ik bepaalde mensen zie en die zeggen iets verkeerd sta ik niet voor mezelf in.” De alarmbellen gaan harder af. “Dat lijkt me niet de bedoeling, zeker niet de bedoeling.” Hij kijkt naar de grond en zwijgt terwijl ik met hartkloppingen naast hem zit te bedenken wat ik kan zeggen om er voor te zorgen dat hij geen herrie gaat schoppen. “Weet je, morgen nemen mijn kinderen voorgoed afscheid van hun papa, doe het voor hen. Denk aan hen.” Hij knikt en mompelt ja. En ik? Ik moet er maar vertrouwen in hebben. Als hij vertrokken is komt mijn familie ook weer buiten en bespreken we hoe het gegaan is. Als ik vertel over ons gesprek nadat hij afscheid genomen heeft van E.J. word mijn broer al witheet en verzekert mij er van dat hij de kans niet gaat krijgen omdat hij hem in de gaten zou houden. “Dit kan er ook nog wel bij natuurlijk.” Zegt mijn moeder. En dat is precies wat ik denk maar ik probeer altijd uit te gaan van het goede in de mens dus ook bij hem. “Zou de uitvaartleider niet langs komen voor controle?” Oh shit, ja.. er zou een vervanger langs komen en ik wilde graag dat diegene langs zou komen om zijn handen te bedekken. Doordat de kist de dag er voor veel open geweest was en het rond de 30 graden was, waren zijn vingers nogal verkleurd of zoals M. zei; het lijkt wel alsof papa met een hamer op zijn vingers geslagen heeft! Ik vond dit een minder fijn gezicht dus belde toch maar om te checken of er nog iemand langs zou komen. Enkele uren later zitten we eigenlijk heel gezellig met familie in de tuin de gekste herinneringen op te halen en keihard te lachen, ook dat hoort er bij. Dan staat ineens een in zwart geklede vrouw bij het hek maar door het schaterlachen om mij heen en de kinderen die met water speelden kon ik niet verstaan wat ze zegt en loop ik naar haar toe. “Ik kom voor een controle, ben ik hier wel goed?” Zonder na te denken flap ik er uit met een extreem serieus gezicht; “Controle? Waarvoor?” De vrouw kijkt verschrikt en begint al sorry te roepen terwijl ik begin te lachen en haar vertel dat ze wel goed zit. “Sorry, humor is ook een vorm van omgaan met toch? Loop maar mee.” Als ze van de schrik bekomen is en we bij E.J. staan hebben we een fijn gesprek. Ook over hoe E.J. nu waarschijnlijk over de grond zou rollen van het lachen door de grap die ik uithaalde, omdat hij dat zelf ook zou doen. Ondertussen bedekt ze zijn handen en komt mijn broer binnen en heb ik ineens een besef moment. “Dit is gewoon de laatste dag, de laatste avond. Ik heb nog helemaal niet alleen bij hem kunnen zijn.” Het overvalt me als paniek. “Dan neem jij vanavond je tijd, als de kinderen wakker worden zijn wij er ook.” Ik blaas een flinke teug lucht uit als opluchting. De mevrouw is klaar en de deksel gaat weer op zijn kist. “Ik zie jullie morgen.” Zegt ze. “Ik ben de chauffeuse van de rouwauto morgen.” Ik bedank haar en met een tot morgen nemen we afscheid.Als de kinderen in bed liggen en ik beneden kom staat er een koude fles wijn op tafel en staat de televisie aan op de finale van het songfestival waar S10 Nederland vertegenwoordigt. Ik kijk heel even mee en drink een glas. “Ga nou maar.” Zegt mijn broer en ik knik. Zodra ik opsta begint het optreden van Nederland. Eenmaal bij E.J. overvalt alle emotie me weer net zo hard als op het moment in het ziekenhuis dat ik te horen kreeg dat hij er niet meer was. Ik praat tegen hem, ik aai hem over zijn wang, kus zijn voorhoofd en mijn God… wat zou ik er alles voor over hebben om op dat moment een aanraking van hem te voelen, dat het allemaal wegtovert en hij er gewoon weer is. Dat we morgen niet naar het crematorium hoeven gaan maar dat hij gewoon zijn ogen open doet en we weer verder gaan waar we gebleven zijn. Zoals het hoort: hij, ik en onze twee kinderen samen in dat kleine huisje in dat dorpje. Of zoals S10 zingt in haar lied: Jij en ik toch samen, dat zou altijd zo zijn….. oh mijn lief wat moet ik nou, ik zit DIEP en ik wil jou NIET laten gaan.-
Anoniem
Zo herkenbaar voor mij. Op 3 november 2014 overleed mijn lieve man Maarten aan de gevolgen van Taaislijmziekte en ernstig nierfalen. Maarten is 33 jaar geworden, ik zelf was 38 en 27 weken zwanger van ons zoontje Tim. Als ik terug denk aan die rollercoaster.
Anoniem
Heel veel sterkte gewenst voor jullie allemaal. Het raakt me.. Sterkte
Anoniem
Zo herkenbaar ik verloor mijn man 7 jaar jaar geleden bleef achter met mijn zoontjes van 4 en 7.. heel veel sterkte
Patoke
Zo herkenbaar voor mij. Heb mijn man jaren geleden ook plots verloren op zijn 32ste. Ik bleef achter met een dochter van pas 2 jaar en 1 van 8 jaar. Heel veel sterkte