Club van Overbezorgde Moeders
Laat ik even beginnen bij het begin. Of toch wat ik zie als begin van dit verhaal. De geboorte van Aster.
Aster’s zwangerschap was zwaar.
Aster’s zwangerschap was mentaal en fysiek enorm zwaar. Na een eerste zwangerschap met zwangerschapsvergiftiging en een tweede eindigend in een gemiste miskraam was het mentaal een enorme beproeving.
Ook fysiek schommelde mijn bloeddruk, ondervond ik veel stress en kon ik amper eten binnen houden.
Mijn bevalling werd ingeleid. Mijn eerste gevoel na de arbeid was geen roze wolk, maar totale opluchting. Een euforisch gevoel dat ik uit mijn lijden verlost was.
Toen ik na 48 uur naar huis toe ging en Alix Aster ontmoette, was ik enorm emotioneel en totaal overprikkeld. Een overprikkeling zo zwaar dat ik die avond totaal crashte.
Ik gaf aan op de 72-uur-controle dat ik wel enorm emotioneel was. “Het zal de vermoeidheid wel zijn.”
Aster was niet de gemakkelijkste baby.
Aster was niet de gemakkelijkste baby. In de eerste maand werd haar tongriem geknipt, werd er gestart met Omeprazole voor reflux en ging ik op melkvrij dieet wegens koemelk eiwit allergie. Ze huilde de hele dag door en sliep enkel in een draagdoek.
Na 14 weken zat mijn moederschapsrust er op en ging ik weer aan het werk. Een tijdelijke opluchting om even verlost te zijn van het constante gehuil.
Echter omdat ze nog steeds 9 uur per dag huilde werd ze van top tot teen onderzocht. Verdict: een huilbaby, geen medische aanleiding waarom ze huilt. Ook hier gaf ik aan dat ik het echt wel enorm vermoeid en emotioneel was “door het constante huilen kan je stress-niveau niet zakken.”
Plots vielen alle puzzelstukjes op postnatale depressie.
Ik ploeterde door de dagen en werd een tikkende tijdbom, steeds weer ontploffend door Kenny of de kinderen. Ik zuchtte vermoeid de dagen door. Ik ging van een paniekaanval naar woede uitbarsting naar huilbui. Met een constant opgejaagd, gestrest, gevangen gevoel.
Ik was beschaamd en voelde me dagelijks gefaald dat ik het moederschap van twee niet aan kon. Mijn evenwicht was verstoord, ik was misselijk. Ik kon niet meer redeneren wat tot gevaarlijke situaties leidde. Ik stopte met de wagen voor een groen licht of volgde de wagen voor me het oranje licht door. Wachtwoorden die mijn automatische piloot normaal invult kwamen niet meer uit mijn vingers. Een gemakkelijke conversatie deed me stotteren en een keuze maken was niet meer mogelijk. Een simpele douche kostte te veel energie.
Ik ging alweer naar de dokter en stortte voor haar ogen in. Alarmbellen gingen af en er werd gesproken over rusten, depressie-schalen invullen en een mogelijke opname. No way dat ik Alix zou achterlaten.
Maar na 10 dagen rust ging ik weer aan het werk uit schrik voor wat mijn werkgever wel niet zou denken. Maar werken ging gewoon niet en na een halve dag haakte ik af en ging ik alweer naar de dokter.
De depressie schaal werd bekeken en plots vielen alle puzzelstukjes op postnatale depressie. Er werd me meer rust voorgeschreven en medicatie werd opgestart.
Kenny belt in paniek of de kinderen veilig zijn.
Maar op de eerste dag dat ik weer met de twee kindjes alleen thuis was, brak ik weer. Dieper dan ooit.
Een banaal gebeuren op een fout moment deed me ontploffen. Ik kookte met woede en zette mijn kinderen in de lege badkuip om ze tegen mezelf te beschermen. Ik reageerde me af op deuren en wanden. Schreeuwend en huilend stortte ik in naast mijn geschrokken en vermoeide kinderen.
Ik bel Kenny om naar huis te komen maar hij moet een uur fietsen. Hij vraagt me mijn vader te bellen. Mijn vader springt meteen in de wagen en ik begin te hyperventileren. Ik krijg een paniekaanval bij de gedachte “wat als ik hun niet veilig weg had gezet?”
Mijn vader neemt de kinderen mee en wil me niet alleen laten uit schrik dat ik mezelf zou kwetsen. Kenny belt in paniek of de kinderen veilig zijn.
Er is totale kortsluiting in mijn hoofd en wanneer Kenny toe komt, bespreken we om de dokter alweer te bellen.
Kenny wordt een week mee ziek geschreven om naar oplossingen te zoeken. De kinderen gaan een maand lang in opvang of iemand komt me ondersteunen.
De dokter belt een gespecialiseerd centrum en we mogen op intakegesprek komen.
“Zo lang ik maar niet wij opname moet!” zeg ik meteen tegen de psycholoog van dienst. We bespreken thuisbegeleiding, dagbehandeling en opname.
Het gesprek valt zwaar. We realiseren ons dat een opname misschien wel nodig zal zijn in onze situatie. De psycholoog belt ons na de bespreking met het team en kwam tot dezelfde conclusie.
Not so SafeWithMum
Ik schrijf dit nu vanuit het centrum waar ik SafeWithMum- ironisch genoeg nu deel uitmaakt van de club van overbezorgde moeders.
Elk in hun reden, elk met hun verhaal. Want mijn kinderen voelden niet zo veilig bij mama.
Wordt vervolgd.